-
1 sjokken
♦voorbeelden:voorbij sjokken • passer en traînant les pieds -
2 sjokken
-
3 de trap op sjokken
de trap op sjokken -
4 voorbij sjokken
voorbij sjokken -
5 sukkelen
1 [moeilijkheden ondervinden] avoir des problèmes2 [sjokken] (se) traîner♦voorbeelden:zij sukkelt al weken met een zere enkel • elle souffre de la cheville depuis des semaineshij sukkelt met zijn eindscriptie • son mémoire n'avance pas→ link=slaap slaap
Перевод: с нидерландского на французский
с французского на нидерландский- С французского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский