-
1 abrasive
adj. geschuurt; gladgestreken--------n. grof, schurend materiaal, krassend materiaalabrasive1[ əbreesiv] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————abrasive2♦voorbeelden:abrasive voice • snijdende/scherpe stem -
2 grating
-
3 grind
n. zwaar werk; erosie; het vermalen--------v. ploeteren; knarsen, schuren; verbrijzelen, vermalengrind1[ grajnd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 geknars ⇒ schurend/knarsend geluid♦voorbeelden:be on the grind • ingespannen bezig zijn————————grind2♦voorbeelden:1 knarsen ⇒ schuren, krassen♦voorbeelden:3 slijpen♦voorbeelden:grinding poverty • schrijnende armoedepeople ground down by taxes/tyranny • mensen verpletterd onder de belastingdruk/onderdrukt door tirannie -
4 abrasively
adv. schurend, krassend, ruw -
5 fricative
adj. wrijvend, rochelend--------n. fricatief (medeker met schurend, sissend geluid) -
6 gratingly
adv. Schurend; op raspende toon -
7 jarring
adj. krassend, schurend; trillend; niet harmoniërend (met "with")
См. также в других словарях:
Jahn — Jahn, 1) Friedrich Ludwig, der sogen. Turnvater, geb. 11. Aug. 1778 zu Lanz bei Wittenberge in der Priegnitz, gest. 15. Okt. 1852 in Freyburg a. d. Unstrut, besuchte, von seinem Vater, einem Prediger, vorgebildet, auch schon frühzeitig in… … Meyers Großes Konversations-Lexikon