-
1 samentrekken
1 [dichter bij elkaar trekken] contract ⇒ draw/pull together, gather 〈 ook van wolken〉, purse 〈 lippen〉2 [met betrekking tot troepen] concentrate♦voorbeelden:1 een strik/een knoop samentrekken • tighten a bow/knothet hart trekt zich samen • the heart contracts♦voorbeelden: -
2 samentrekken
-
3 samentrekken
затянуть; сжать; (на)хмурить; сосредоточить; собраться в; стянуться* * *гл.1) общ. сжиматься, сокращаться, сводить, сдвигать, стягивать, стягиваться, сливать, соединять, соединяться2) воен. сосредоточивать -
4 samentrekken
zusammenziehen -
5 samentrekken
v. contract, astringe, concentrate, mass, constrict, purse, rally, screw up, prim -
6 samentrekken
-
7 samentrekken
• to concentrate• to contract• to join• to unite -
8 samentrekken
entraîner -
9 krampachtig samentrekken
krampachtig samentrekken -
10 twee lettergrepen samentrekken
twee lettergrepen samentrekken -
11 de lippen tuiten/samentrekken
de lippen tuiten/samentrekkenpout, purse one's lipsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de lippen tuiten/samentrekken
-
12 een legermacht samentrekken
een legermacht samentrekkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een legermacht samentrekken
-
13 een strik/een knoop samentrekken
een strik/een knoop samentrekkentighten a bow/knotVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een strik/een knoop samentrekken
-
14 het samentrekken van een spier
het samentrekken van een spierVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het samentrekken van een spier
-
15 twee lettergrepen samentrekken
twee lettergrepen samentrekkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > twee lettergrepen samentrekken
-
16 zich krampachtig samentrekken
zich krampachtig samentrekkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich krampachtig samentrekken
-
17 zich samentrekken
гл.общ. сжиматься, скопляться, собираться, стягиваться -
18 zich samentrekken
v. contract -
19 стягиваться
vgener. samentrekken, contraheren, zich samentrekken -
20 fronsen
♦voorbeelden:het fronsen • le froncementII 〈wederkerend werkwoord; zich fronsen〉1 [zich tot rimpels samentrekken] se froncer
- 1
- 2