-
1 regulator
regelaarregulateurregulator -
2 adjuster
-
3 fixer
n. regelaar, iemand die dingen repareert; verkoper (van wedstrijden)[ fiksə] -
4 governor
n. gouverneur; bestuurder, president[ guvnə] -
5 regulator
n. menstruatieperiode; iemand die ordent, regelt[ regjoeleetə] -
6 pressure regulator
drukregulateur, druk regelaar -
7 pressurizer
n. Regelaar (van luchtdruk) -
8 bass control
lage-tonen regelaar -
9 bass tone control
lage-tonen regelaar -
10 control
bedieningbedieningsorgaanbeheerbeheersingbeleidbesturingcontroleregelaarregeleenheidregelingregelknopreguleringsturingtoezicht -
11 controller
besturingsapparaatregelaar -
12 dynamic regulator
dynamische regelaar -
13 trimmer
bijstelcondensatorregelaartrimmer
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский