-
1 kwart
• quarter -
2 kwartaal
• quarter -
3 kwadraatvermenigvuldiger
• quarter square multiplierNederlands-Engels Technisch Woordenboek > kwadraatvermenigvuldiger
-
4 kwartgolf
• quarter wave -
5 kwartgolflijninspectie
• quarter-wave stubNederlands-Engels Technisch Woordenboek > kwartgolflijninspectie
-
6 kwartier
1 [deel van een uur] quarter (of an hour)2 [leger] [verblijfplaats] quarters3 [schijngestalte van de maan] quarter♦voorbeelden:het duurde een kwartier • 〈 wachten〉 it took a quarter of an hour; 〈 voorstelling〉 it lasted a quarter of an hourde klok slaat het/ieder kwartier • the clock strikes the quartersom het kwartier • every quarter of an hourdrie/vijf kwartier • three quarters of an hour, an hour and a quarter3 het eerste/laatste kwartier • the first/last quarter -
7 kwart
I 〈 het〉1 [vierde deel van een geheel] quarter2 [kwartier] quarter (of an hour)♦voorbeelden:1 voor een kwart Engels/leeg • one quarter English/emptydrie kwart van zijn vermogen • three quarters of his fortuneéén en een kwart (liter) • one and a quarter (litres), one (litre) and a quarter2 het is kwart voor/over elf • it is a quarter to/past eleven; 〈 Amerikaans-Engels ook〉 it is ten forty-five/eleven-fifteen1 [kwartnoot] Bcrotchet, Aquarter note2 [derde toon na de grondtoon] fourth3 [interval van vier trappen] fourth♦voorbeelden:3 een kwart hoger • up/raised a fourth -
8 hoek
1 [wiskunde] angle2 [deel van een ruimte/vertrek] corner3 [handel] pit7 [landtong, kaap] point, head8 [boksen] hook♦voorbeelden:1 hoek van inval/uitval • angle of incidence/reflection〈 figuurlijk〉 iets vanuit de juiste/een andere hoek bekijken • look at something from the right/from a different anglein een rechte hoek • at a right angleeen scherpe/een stompe hoek • an acute/obtuse angledie lijnen snijden elkaar onder een hoek van 45° • those lines meet at an angle of 45°2 iemand alle hoeken van de kamer laten zien • 〈 figuurlijk〉 beat the living daylights out of someonezich niet in een hoek laten drukken • not let oneself be pushed aroundin de hoek staan/zetten • stand/put in the cornerraak uit de hoek komen • come out with a telling remark5 de wind zat in de goede/verkeerde hoek • the wind was in the right/wrong quarter(vlak) om de hoek (van de straat) • (just) round/around the corner〈 figuurlijk〉 daarbij komen allerlei problemen om de hoek kijken • that involves all kinds of problemsde bakker op de hoek • the baker's on the cornerhet vijfde huis van de hoek • the fifth house from the corner8 linkse/rechtse hoek op de kaak • left/right hook to the jaw -
9 kwartaal
n. quarter, quarter of a year, term -
10 kwartier
n. quarter, quarter of an hour, army quarters, billet, lodging, phase, dwelling, residence, residency -
11 driekwart
♦voorbeelden:driekwart van de oogst • three-quarters of the harvest(voor) driekwart leeg • three-parts empty(voor) driekwart vol • three-quarters full -
12 het duurde een kwartier
het duurde een kwartierVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het duurde een kwartier
-
13 ons
ons1〈 het〉♦voorbeelden:————————ons21 us♦voorbeelden:ons kent ons • like knows likebij ons zijn er geen bergen • there are no mountains where we come fromhij bevindt zich onder ons • he is one of usonder ons gezegd • just between ourselvesdit blijft onder ons • this must remain between usdat is van ons • that's ours, that belongs to usdat is niet voor ons • that's not for (the likes of) us1 [met betrekking tot eigendom] our2 [met betrekking tot het deel uitmaken van] our♦voorbeelden:uw boeken en die van ons • your books and oursde onzen • our people/party/team -
14 over
over1♦voorbeelden:dat is over • that is done with/finishedover was de pret • the party was overII 〈 bijwoord〉1 [van de ene plaats naar de andere] across, over2 [resterend] left, over3 [boven de maat] spare♦voorbeelden:〈 verkeer〉 klaar, over! • cross now!met het vliegtuig ben je in een paar uur over • you get across in a few hours by (aero)planemorgen gaan we over • we are moving tomorrowdeze leerling is over • this pupil has moved upmen liep over en weer • there was a lot of toing and froingzij zijn over uit Canada • they are over from Canadaelkaar maar over en weer verwijten maken • do nothing but pass the blame (onto one another)als er genoeg tijd over is • if there is enough time lefthet is over van gisteren • that is left over from yesterday〈 communicatiemedia〉 over! • over (to you)!3 redenen te over • plenty of/abundant reasons————————over2〈 voorzetsel〉1 [boven] over, above2 [op, langs, aan de andere kant van] across, over3 [met betrekking tot het bedekken van een oppervlak] over, across4 [wat betreft] about5 [via] by way of, via6 [gedurende] over7 [wegens] about9 [na verloop van] after, in10 [meer/verder dan] over, past♦voorbeelden:2 hij werkt over de grens • he works across/over the borderover de heuvels • over/beyond the hillseen koude rilling liep over haar rug • a cold shiver ran down her spinemet de benen over elkaar (geslagen) • with legs crossedwerk verdelen over de mensen • share out work among the peopledwars over het pad • right across the patheen kleed over de tafel leggen • put a cloth over/on the tableover de hele wereld • all over the worldzij heeft iets innemends over zich • she has got something charming about herde winst over het vierde kwartaal • the profit over the fourth quarterover deze zaak heb ik niets te zeggen • on this matter I have nothing to sayzijn gedachten over iets laten gaan • turn something over in one's mindzij communiceren over de mobilofoon • they communicate by mobile telephonezij reed over Nijmegen naar Zwolle • she drove to Zwolle via Nijmegenover de post • by posteen brug over de rivier • a bridge over/across the riverover een periode van … • over a period of …verheugd over • delighted at/withvallen over iets/iemand • 〈 figuurlijk〉 take exception to something/someone9 over een dag of tien/twee minuten • in about ten days(' time)/in two minutes(' time)zaterdag over een week • a week on/from Saturdaytot over zijn oren in de problemen zitten • be up to one's neck in troublehij is over de twee meter (lang) • he is over two metres (tall)het is over vieren • it is past fourhet is kwart over vijf • it is a quarter past fiveeen man van over de zeventig (jaar oud) • a man of over seventy (years old)het is vijf over half zes • it is twenty-five to six -
15 één en een kwart (liter)
één en een kwart (liter)one and a quarter (litres), one (litre) and a quarterVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > één en een kwart (liter)
-
16 Westminster
n. Westminster, quarter in southeast London which contains many important buildings (including the Houses of Parliament, Buckingham Palace, and the Westminster Abbey) -
17 achterdeel
n. hind quarter -
18 achterpoten
n. hind quarter -
19 chinawijk
n. chinatown, Chinese quarter of a city -
20 deelgemeente
n. borough, self-governing city; quarter, section
См. также в других словарях:
Quarter — Quar ter (kw[aum]r t[ e]r), n. [F. quartier, L. quartarius a fourth part, fr. quartus the fourth. See {Quart}.] 1. One of four equal parts into which anything is divided, or is regarded as divided; a fourth part or portion; as, a quarter of a… … The Collaborative International Dictionary of English
Quarter — is one fourth, ¼, or 25%, and may refer to: Quarter (country subdivision), a section or area, usually of a town Quarter (United States coin), valued at one fourth of a U.S. dollar Quarter (Canadian coin), valued at one fourth of a Canadian dollar … Wikipedia
quarter — 1. Practice varies in the hyphenation of quarter in compounds, and the following forms are recommended: quarter day, quarterdeck, quarter final, quarter hour (but a quarter of an hour), quarter light, quartermaster, quarter sessions. 2. The BrE… … Modern English usage
quarter — ● quarter verbe transitif Faire subir à un échantillon de minerai une réduction de volume par quartage. ● quarter (homonymes) verbe transitif carter verbe quarté nom masculin I. ⇒QUARTER1, verbe intrans. ESCR. Se mettre en quarte. Je quarte du… … Encyclopédie Universelle
quarter — [kwôrt′ər] n. [ME quartre < OFr quartier < L quartarius, fourth part < quartus, fourth: see QUART1] 1. any of the four equal parts of something; fourth 2. one fourth of a hundredweight: 25 pounds in the U.S., 28 pounds in Great Britain 3 … English World dictionary
Quarter — (en. quarter „Viertel“, von lat. quartus „der vierte“) steht für: Vierteldollar (Vereinigte Staaten), die amerikanische Vierteldollarmünze Vierteldollar (Kanada), die kanadische Vierteldollarmünze Quarter (Maßeinheit), verschiedene Massen und… … Deutsch Wikipedia
quarter — [n1] one of four equal parts division, farthing, fourth, one fourth, part, portion, quad, quadrant, quartern, section, semester, span, term, two bits*; concept 835 quarter [n2] area, neighborhood barrio, bearing, direction, district, division,… … New thesaurus
quarter — ► NOUN 1) each of four equal or corresponding parts into which something is or can be divided. 2) a period of three months, used especially in reference to financial transactions. 3) a quarter hour. 4) a US or Canadian coin worth 25 cents. 5) one … English terms dictionary
Quarter — Quar ter (kw[aum]r t[ e]r), v. t. [imp. & p. p. {Quartered}; p. pr. & vb. n. {Quartering}.] 1. To divide into four equal parts. [1913 Webster] 2. To divide; to separate into parts or regions. [1913 Webster] Then sailors quartered heaven. Dryden.… … The Collaborative International Dictionary of English
Quarter — Quarter, englisches Getreidemaß (Imperial Quarter) zu 8 Bushels = 290,78 l; an der Londoner Börse ein Gewicht für Weizen = 480504 englische Pfund. Der alte Winchester Quarter der Vereinigten Staaten = 281,904 l. Ferner ein Gewicht in… … Lexikon der gesamten Technik
Quarter — Quārter, engl. Getreidemaß (Imperial quarter) zu 64 Gallons = 290,79 l; Gewicht zu 28 engl. Handelspfund = 12,70 kg; Tuchmachermaß = 1/4 Yard = 0,2386 m; Münze in Nordamerika = 1/4 Dollar … Kleines Konversations-Lexikon