-
1 making profit
profijt maken van -
2 commercialize
v. iets exploiteren voor financieel profijt; commercieel maken; in kwaliteit verminderen voor meer profijtcommercialize, commercialise[ kəmə:sjəlajz] 〈zelfstandig naamwoord: commercialization〉 -
3 profit
n. winst; voordeel; kost--------v. winst maken, winnen; profiterenprofit1[ proffit] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 rente3 nut ⇒ voordeel, profijt♦voorbeelden:sell at a profit • met winst verkopen————————profit2♦voorbeelden: -
4 account
n. Klantenrekening (bij computers - ook regeling die toegang verleent tot service of tot het Internet netwerk); rekening (boekhouding); beschrijving; reden--------v. verantwoorden; rekening houden met, zich gedragen ten opzichte vanaccount1[ əkaunt]♦voorbeelden:by one's own account • naar eigen zeggengive/render an account of • verslag uitbrengen over3 account of goods purchased • inkooprekening, inkoopfactuur♦voorbeelden:for the account and risk of • voor rekening en risico vanon one's own account • voor eigen rekeningadd/charge something to someone's account, put something down to someone's account • iets op iemands rekening schrijvenbalance/settle/square (one's) accounts with someone • de rekening vereffenen met iemand; 〈 ook figuurlijk〉 afrekenen met iemandcharge an account • een rekening belastenhave/keep an account at/with the bank • een rekening hebben bij de bankopen an account at/with the bank • een rekening openen bij de bankpass to account • op rekening stellen/zettenpay (in)to the account • op rekening betalen/stortenfor account of • voor rekening vanon account • op rekeningto someone's account • op iemands rekeningnot on any account • in geen gevalon account of • wegenson no account • in geen gevalon that account • om die reden, daarom3 belang ⇒ waarde, gewicht4 voordeel ⇒ profijt, winst♦voorbeelden:give/render account of • rekenschap afleggen overtake something into account, take account of something • rekening houden met iets3 hold something in great account • iets van groot gewicht/grote waarde achtenof no account • van geen belangput/turn something to (good) account • zijn voordeel met iets doen————————account2〈 werkwoord〉1 beschouwen (als) ⇒ houden voor, rekenen (onder)♦voorbeelden:→ account for account for/ -
5 advantage
n. voordeel; winst--------v. voordeel, helpend[ ədva:ntidzj]2 voordeel ⇒ nut, profijt♦voorbeelden:1 have the advantage of/over someone/something • iets voorhebben op iemand/iets〈 Brits-Engels〉 you have the advantage of me • u weet meer dan ik; 〈 in het bijzonder〉u kent mij, maar ik ken u niettake (full) advantage of something • (gretig) gebruik/misbruik maken van ietsturn something to advantage • zijn voordeel met iets doenthe sculpture shows to better advantage from this angle • de sculptuur komt beter uit vanuit deze hoek -
6 benefit
n. winst, baat; voordeel--------v. profiteren; winst maken, voordeel halenbenefit1[ benniffit] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 voordeel ⇒ profijt, hulp3 benefiet ⇒ liefdadigheidsvoorstelling, benefiet-♦voorbeelden:for the benefit of • ten voordele van————————benefit2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ten goede komen aan ⇒ goed doen voor/aan♦voorbeelden: -
7 make little of
onbelangrijk vinden; weinig hebben aan, weinig profijt trekken van; weinig begrijpen van -
8 make
n. merk--------v. maken; vervaardigen; veroorzaken; creërenmake1[ meek]1 merk2 natuur ⇒ karakter, soort♦voorbeelden:2 maaksel ⇒ fabrikaat, makelij♦voorbeelden:2 of bad make • van slechte makelij, van slecht fabrikaatthat young man is really on the make • die jongeman is een echte streber————————make21 doen ⇒ zich gedragen, handelen♦voorbeelden:we were making toward(s) the woods • wij gingen naar de bossen¶ make believe • spelen, doen alsofyou'll have to make do with this old pair of trousers • je zult het met deze oude broek moeten doenmake away/off • 'm smeren, ervandoor gaanmake away with oneself • zich van kant makenmake away with • doden; meenemen, jattenmake off with • weg/meenemen, jattenmake at someone • op iemand afstormen〈Amerikaans-Engels; informeel〉 make with • komen met, brengen; doen, uitvoerenmake with the drinks, I'm parched • kom op met de drank(jes), ik heb een vreselijke dorstmake with the show • kom op met de show, voer de show opII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 maken ⇒ bouwen, fabriceren; scheppen; voortbrengen, veroorzaken; bereiden; (op)maken, opstellen 〈 wet, testament〉2 in een bepaalde toestand/positie brengen ⇒ maken, vormen; maken tot, benoemen tot/als3 (ver)krijgen ⇒ (be)halen, binnenhalen 〈 winst〉, hebben 〈 succes〉; lijden 〈 verlies〉; verdienen; scoren, maken 〈punt enz.〉4 laten ⇒ ertoe brengen, doen, maken dat, dwingen5 voorstellen als ⇒ doen lijken op, afschilderen (als)7 worden ⇒ maken, zijn8 (geschikt) zijn (voor) ⇒ (op)leveren, worden9 afleggen ⇒ overbruggen, doen10 bereiken ⇒ komen tot, halen 〈 snelheid〉, gaan; halen, pakken 〈 trein〉; zien, in zicht krijgen 〈 land〉; bereiken 〈 rang〉, worden ⇒ komen in, halen 〈 ploeg〉11 doen 〈 met handeling als object〉 ⇒ verrichten, uitvoeren 〈 onderzoek〉; geven 〈 belofte〉; nemen 〈 proef〉; houden 〈 redevoering〉♦voorbeelden:1 make coffee/tea • koffie/thee zettenmake dinner • het warme eten klaarmakenmake a house • een huis bouwenGod made man • God schiep de mensmake room • plaats makenmake over a dress • een jurk vermaken/verstellenmake a chair from paper • een stoel van papier makena bridge made of stone • een brug van steen, een stenen brugthey made a cupboard out of oak • zij maakten een kast van eikenhoutthat boy's as fast/bad as they make 'em • die jongen is zo snel/slecht als maar kanthe letter made mother happy • de brief maakte moeder blijthe workers made him their spokesman • de arbeiders maakten hem tot hun woordvoerdermake the news public • het nieuws openbaar makenmake over something (into) • iets ombouwen (tot), iets veranderen (in)make a stone into an axe • van een steen een bijl makenyou've made such a happy man out of me • je hebt van mij zo'n gelukkig mens gemaaktmake a profit of two guilders • een winst van twee gulden maken〈 kaartspel〉 make a trick • een slag maken/binnenhalenhe made a lot on this deal • hij verdiende een hoop aan deze transactie4 you think you can make this old car ride again • je denkt deze oude wagen weer aan de praat te kunnen krijgenthe police made Randy sign the confession • de politie dwong Randy de bekentenis te tekenenthe story made her laugh • het verhaal maakte haar aan het lachenTom was made to tell his adventures once more • Tom moest zijn avonturen nog eens vertellenshe made the food go round • ze zorgde ervoor dat er genoeg eten was voor iedereenhe made himself heard by speaking loud and clear • hij maakte zichzelf verstaanbaar door hard en duidelijk te sprekenyou can't make me • je kunt me niet dwingen5 this book makes the Second Worldwar end in 1943 • dit boek laat de Tweede Wereldoorlog eindigen in 1943the director made Macbeth a villain • de regisseur maakte van Macbeth een schurk6 what do you make the time? • hoe laat heeft u het?I make it seven thirty • ik heb het half achtthree and four make seven • drie en vier is zeventhat makes three who want whisky • dat zijn er drie die whisky willenthat novel makes pleasant reading • die roman laat zich lekker lezenshe will make you the perfect secretary • zij zal de volmaakte secretaresse voor je zijnthe man is made for this job • de man is geknipt voor deze baanafter that he made major • daarna werd hij majoorthis car makes a hundred and thirty km/h • deze auto haalt honderddertig km/umake the front pages • de voorpagina's halenmake port • de haven binnenlopenI wonder how that player could make this team • ik vraag me af hoe die speler in dit team kon komen/rakenmake it • op tijd zijn, het halen; 〈 figuurlijk〉succes hebben, slagenhave it made • geslaagd zijn, op rozen zitten11 make a decision • een beslissing nemen, beslissenmake an effort • een poging doen, pogenmake a phone call • opbellenmake war against/on/with • oorlog voeren tegen/metthis new film will make him or break him • met deze nieuwe film is het erop of eronder voor hemmake something do • zich met iets behelpenyou'll have to make this bike do • je zult het met deze fiets moeten doen〈 slang〉 make it • het doen, een nummertje maken, naaienlet's make it next week/Wednesday • laten we (voor) volgende week/woensdag afsprekenmake little of • onbelangrijk vinden; weinig hebben aan, weinig profijt trekken van; weinig begrijpen vanhe made little of this wonderful opportunity • hij deed weinig met deze prachtkansmake much of • belangrijk vinden; veel hebben aan; veel begrijpen van; veel werk maken van 〈 bijvoorbeeld meisje〉they never made much of reading at home • thuis vonden ze lezen nooit belangrijkmake nothing of • gemakkelijk doen (over), geen probleem maken van; niets begrijpen van〈 informeel〉 want to make something of it? • zocht je soms mot?, knokken?〈 informeel〉 that makes two of us • dat geldt ook voor mij, hier idem ditomake over (to) • vermaken (aan), overmaken (aan), toewijzen (aan) 〈geld e.d.〉what do you make of that story? • wat denk jij van dat verhaal?they couldn't make anything of my notes • ze begrepen niets van mijn aantekeningen -
9 mileage
n. aantal mijlen, aantal afgelegde mijlenmileage, milage[ majlidzj]3 〈 verkorting〉[mileage allowance]♦voorbeelden:1 he's got a lot of political mileage out of his proposal • met dat voorstel heeft hij heel wat politiek voordeel gehaaldthis plan still has a lot of mileage • dit plan gaat nog een hele tijd mee -
10 percentage
-
11 there is no percentage in this job
English-Dutch dictionary > there is no percentage in this job
-
12 Whitewater Affair
Whitewater Affaire (hier werden de Clintons beschuldigd van profijt) -
13 advantageousness
n. voordeel, nuf, profijt -
14 cybersquatter
n. iemand met een merknaam die dezelfde is al de merknaam of merk van een bekend bedrijf in de hoop het aan dat bedrijf te verkopen voor een later te verkrijgen profijt -
15 economic profit
economisch profijt (gelden die een zaak kan verdelen aan einde van boekhoudperiode zonder het evenwicht in verhouding tot begin van periode te verminderen) -
16 fossick
v. zoeken naar mogelijk profijt; jagen; zoeken; (Mijnen) zoeken naar goud of edelstenen in mijnen of stromingen door selecteren van achtergelaten werk -
17 non profit organization
organisatie zonder voordeel behaald te hebben (lichaam dat werkt voor vooruitgang van een bepaalde zaak zonder profijt te behalen) -
18 operating profit
bedrijfswinst (profijt van inkomsten ten op zichte van uitgaven gedurende lopende activiteiten (in boekhouden)) -
19 preference shares
voorkeursleningen (leningen die voorkeur hebben bij het geven van profijt) -
20 quick profit
snel profijt (verschil in inkomsten ten opzichte van uitgaven zonder er moeite voor hoeven doen)
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Profit — 1. Aller Profit ist süss. – Meisner, 44; Körte, 4853; Braun, I, 3372. 2. Des Profits halber geht der Pfaff zum Altar. Holl.: Om profijt gut de paap ten altaar. (Harrebomée, II, 203a u. 160a.) 3. Kleiner Profit und oft ist besser als grosser und… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Ingo Naujoks — am Set von, ,Lauf um Dein Leben – Vom Junkie zum Ironman Ingo Naujoks (* 1. März 1962 in Bochum) ist ein deutscher Schauspieler. Inhaltsverzeichnis 1 … Deutsch Wikipedia
Profit — Gewinn; Gewinnspanne; Ertrag; Verdienstspanne; Überschuss; Erlös; Ausbeute; Marge; Gewinnmarge; Einnahmen; Einkünfte; Rendite; … Universal-Lexikon
Profit — Sm std. (15. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus mndl. profijt, dieses aus frz. profit, dieses aus l. prōfectus Zunahme, Wachstum, Vorteil , dem PPP. von l. prōficere (prōfectum) gewinnen, bewirken, vorwärts kommen , zu l. facere machen und l. prō .… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
List of vegetarians — This is a list of notable people with articles in Wikipedia who are known to be vegetarians. AustraliaVegans*Andrew Bartlett *Peter Brock *Tom Crease *Bernard Fanning *Andrew G *Jay and the Doctor *Steve Kilbey *Fiona Nash *Peter Singer *Peter… … Wikipedia
Mythe des origines troyennes — Le mythe des origines troyennes est un mythe fondateur par lequel plusieurs cités, peuples et dynasties d’Europe occidentale ont revendiqué des origines anciennes et nobles. Par exemple, les Romains pendant l Antiquité et les Français pendant le… … Wikipédia en Français
Légende de l'origine troyenne des Francs — La légende des origines troyennes des Francs est un mythe historique apparu au VIIe siècle et couramment utilisé jusqu à la seconde moitié du XVIe siècle. Il fut popularisé par les écrivains et les chroniqueurs de Frédégaire à Ronsard. Il… … Wikipédia en Français
Profit — Pro|fit [auch ... fit] der; [e]s, e <über mniederl. profijt aus (alt)fr. profit »Gewinn«, dies aus lat. profectus »Fortgang; Zunahme; Vorteil«; substantiviertes Part. Perf. von proficere »Fortschritte machen, vorwärts kommen; bewirken,… … Das große Fremdwörterbuch
Profit — »Nutzen, Gewinn«: Das aus dem niederd. Sprachraum stammende Substantiv wurde um etwa 1400 als Handelswort aus gleichbed. mniederl. profijt entlehnt, das seinerseits aus frz. profit »Gewinn« übernommen ist. Dies geht auf lat. profectus »Fortgang,… … Das Herkunftswörterbuch
Altar — 1. Die des Altars pflegen, geniessen des Altars. – 1 Kor. 9, 13; Schulze, 263. Holl.: Die het altaar bedient, leeft ervan. (Harrebomée, I, 13.) Lat.: Qui altari deserviunt, cum altari participant. 2. Ein Altar ist ohne Gecken wie ein Blinder ohne … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Freund (Subst.) — 1. Allermanns (Allerwelts) Freund, niemands Freund (jedermanns Geck). – Simrock, 2750; Winckler, X, 16; Eiselein, 185; Kirchhofer, 354; Reinsberg III, 143. Dem Allerweltsfreunde empfiehlt W. Müller: »Willst du der Leute Liebling sein, sei… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon