-
1 humble
adj. arm; bescheiden, nederig; armoedig; pover--------v. vernederen, neerhalen, neerslachtig makenhumble1[ humbl] 〈bijvoeglijk naamwoord; humbly〉♦voorbeelden:of humble birth • van nederige/lage afkomstmy humble opinion • mijn bescheiden mening¶ eat humble pie • een toontje lager zingen, inbinden————————humble2〈 werkwoord〉
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский