-
1 plaisanterie
plaisanterie [plezzãtrie]〈v.〉1 grap ⇒ gekheid, scherts2 grap ⇒ plagerij, spotternij♦voorbeelden:tourner une chose en plaisanterie • ergens een grapje van makendire une chose par plaisanterie, par manière de plaisanterie • iets voor de grap zeggen(toute) plaisanterie à part • alle gekheid op een stokje, zonder gekheid2 mauvaise plaisanterie • misplaatste, flauwe grapil n'entend pas la plaisanterie • hij kan niet tegen plagen, een grapjef1) grap, scherts2) plagerij3) lachtertje -
2 taquinerie
-
3 vexation
vexation [veksaasjõ]〈v.〉1 (het) kwetsen ⇒ (het) grieven, belediging♦voorbeelden:f1) (het) kwetsen, belediging2) plagerij -
4 brimade
brimade [briemaad]〈v.〉♦voorbeelden: -
5 égratignure
-
6 lutiner
lutiner [luutienee]〈 werkwoord〉1 〈 een vrouw〉 stoeiend plagen ⇒ onder het mom van plagerij handtastelijk worden tegenover, zich vrijpostig gedragen jegens -
7 tracasserie
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский