Перевод: с английского на все языки

со всех языков на английский

Со всех языков на:
Английский
С английского на:
Нидерландский

overgeven

Толкование Перевод

1 throw up

overgeven; opgeven; snel bouwen

throw up

I 〈 onovergankelijk en overgankelijk werkwoord〉

1 〈 informeel〉 overgeven ⇒ kotsen

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 omhoog gooien ⇒ optillen

2 voortbrengen

3 optrekken ⇒ opbouwen

4 opgeven ⇒ opzeggen

♦voorbeelden:

1   throw up your hands • handen omhoog, geef je over

     throw up one's eyes • de ogen ten hemel slaan

3   throw up barricades • barricaden opwerpen

4   throw up one's job • zijn baan vaarwel zeggen

English-Dutch dictionary > throw up
2 back out

overgeven,teruggaan

back out

1 〈voornamelijk +of〉 zich terugtrekken (uit) ⇒ afzien (van)

————————

back out

achteruit wegrijden

English-Dutch dictionary > back out
3 hand down

overgeven, overdragen

hand down

1 〈 vaak passief〉 overleveren 〈traditie enz.〉 ⇒ overgaan 〈 bezit〉

2 aangeven

English-Dutch dictionary > hand down
4 shoot the cat

overgeven na overmatig drinken, een kater hebben

English-Dutch dictionary > shoot the cat
5 surrender

n. overgave
--------
v. onderwerpen; opgeven; overgeven; uitleveren; verlossen

surrender¹

[ sərendə] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 overgave

————————

surrender²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 zich overgeven ⇒ capituleren

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 overgeven ⇒ uitleveren; afstaan, afstand doen van

2 afkopen 〈 verzekering〉

♦voorbeelden:

1 surrender to • zich overgeven aan

2 surrender a policy • een polis afkopen

English-Dutch dictionary > surrender
6 yield

n. oogst; opbrengst; verdienste; produktie; inkomen, winst
--------
v. oogsten; produceren, opbrengen; verdienen; geven, schenken, doorgeven; opgeven; toegeven; terugtrekken

yield¹

[ jie:ld] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 opbrengst ⇒ productie, oogst, rendement

2 kracht 〈 van kernexplosie〉 ⇒ sterkte

————————

yield²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 opbrengst hebben ⇒ vrucht dragen 〈 van boom〉

2 zich overgeven 〈 aan de vijand〉

3 zwichten ⇒ toegeven, wijken

4 voorrang verlenen

5 doorbuigen 〈 bijvoorbeeld van planten〉 ⇒ 〈 bij uitbreiding ook〉 begeven, bezwijken

♦voorbeelden:

1   yield well • een goede opbrengst hebben

3   yield to temptation • voor de verleiding bezwijken

4   yield to the right • voorrang verlenen aan het verkeer van rechts

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 voortbrengen 〈vruchten; ook figuurlijk: winst, resultaten〉 ⇒ opleveren, opbrengen

2 overgeven ⇒ opgeven, afstaan

3 verlenen ⇒ gunnen, bieden

4 toegeven

♦voorbeelden:

2   yield (up) one's position to the enemy • zijn positie aan de vijand overgeven

3   〈 Amerikaans-Engels〉 yield the floor to the Republican senator • het woord gunnen aan de Republikeinse senator

     yield full justice to someone • iemand alle recht laten wedervaren

     yield passage • doorgang verlenen

English-Dutch dictionary > yield
7 capitulate

v. kapituleren; opgeven; zich onderwerpen, zich overgeven

capitulate

[ kəpitsjoeleet]

1 capituleren ⇒ zich overgeven, zich neerleggen bij

English-Dutch dictionary > capitulate
8 give over

give over

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉〈Brits-Engels; informeel〉

1 ophouden ⇒ stoppen

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 〈Brits-Engels; informeel〉 afzien van ⇒ stoppen, opgeven

2 overhandigen ⇒ toevertrouwen, overleveren

3 overgeven ⇒ (toe)wijden, gebruiken

♦voorbeelden:

1   give over interfering • hou je erbuiten

2   give over to the police • overleveren aan de politie

3   give oneself over to gambling • zich overgeven aan het gokken

English-Dutch dictionary > give over
9 puke

n. braaksel
--------
v. overgeven

puke¹

[ pjoe:k] 〈 zelfstandig naamwoord〉〈 informeel〉

1 braaksel

————————

puke²

〈 werkwoord〉〈 informeel〉

1 overgeven ⇒ (uit)braken

♦voorbeelden:

1 it makes me puke • ik word er kotsmisselijk van

English-Dutch dictionary > puke
10 spew

n. braaksel, spuugsel
--------
v. overgeven, uitspuwen, spuwen, spugen, braken

spew

[ spjoe:]

1 (uit)braken ⇒ spuwen

♦voorbeelden:

1 spew out • uitspugen

spew up • overgeven

English-Dutch dictionary > spew
11 vomit

n. braaksel
--------
v. overgeven, braken

vomit¹

[ vommit] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 braking

2 braaksel

————————

vomit²

〈 werkwoord〉

1 (uit)braken 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ overgeven

♦voorbeelden:

1 she vomited up all yesterday's food • zij gaf al het eten van gisteren over

English-Dutch dictionary > vomit
12 disgorgement

n. het opgeven, het overgeven, het uitspugen; het overgeven, het opgeven, het zich gewonnen geven; krachtige uitwerping

English-Dutch dictionary > disgorgement
13 abandon oneself to

verslaafd raken aan-

abandon oneself to

zich overgeven aan; 〈 in voltooide tijd〉 ten prooi zijn aan

English-Dutch dictionary > abandon oneself to
14 abandon

n. ongedwongenheid, vrijheid
--------
v. achterlaten, verwaarlozen

abandon¹

[ əbændən] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 ongedwongenheid ⇒ vrijheid

♦voorbeelden:

1   with abandon • uitbundig

————————

abandon²

〈 werkwoord〉

1 in de steek laten ⇒ aan zijn lot overlaten

2 op/prijsgeven ⇒ afstand doen van

3 terugnemen ⇒ afzien van

4 〈 sport〉 afgelasten

♦voorbeelden:

1   abandon a baby • een baby te vondeling leggen

     the order to abandon ship • het bevel het schip te verlaten

2   abandon all hope • alle hoop laten varen

     abandon a subject • van een onderwerp afstappen

     abandon oneself to • zich overgeven aan; 〈 in voltooide tijd〉 ten prooi zijn aan

English-Dutch dictionary > abandon
15 addict

n. verslaafde; drugverslaafde
--------
v. verslaven, verslaving veroorzakend

addict¹

[ ædikt] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 verslaafde ⇒ 〈 figuurlijk〉 fanaat, enthousiast(eling)

————————

addict²

[ ədikt] 〈 werkwoord〉

1 〈 voornamelijk passief〉 verslaven ⇒ afhankelijk maken; zich overgeven

♦voorbeelden:

1 addicted to cocaine • aan cocaïne verslaafd

English-Dutch dictionary > addict
16 be sick

be sick

overgeven, braken

English-Dutch dictionary > be sick
17 bring up

opvoeden, grootbrengen

bring up

1 naar boven brengen

2 grootbrengen ⇒ opvoeden

3 ter sprake brengen ⇒ naar voren brengen

4 〈 informeel〉 (plotseling) tegenhouden ⇒ (plotseling) doen ophouden, afkappen

5 〈 informeel〉 uitbraken ⇒ overgeven, uitkotsen

♦voorbeelden:

1   bring up to the standard of the others • op het niveau brengen van de anderen

2   they were brought up the hard way • zij zijn met harde hand opgevoed

4   a shrill cry brought me up short • een schrille kreet deed mij abrupt de pas inhouden

English-Dutch dictionary > bring up
18 but

adv. alleen als; met moeite
--------
conj. maar; doch
--------
n. voorwaarde; weerstand; beperking
--------
prep. behalve
--------
v. "maar"

but¹

[ but] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 maar ⇒ tegenwerping, bedenking

♦voorbeelden:

1   〈 informeel〉 ifs and buts • maren, bedenkingen

     but me no buts • geen gemaar, niks te maren

     〈 informeel〉 no buts about it • zeker weten, reken maar

————————

but²

[ bət, 〈 sterk〉 but] 〈voornaamwoord; steeds met negatief antecedent〉

1 die/dat niet

♦voorbeelden:

1   not a man but was moved to tears • geen man die niet tot tranen toe bewogen was

————————

but³

[ bət, 〈 sterk〉 but] 〈 bijwoord〉

1 slechts ⇒ enkel, alleen, maar, pas

2 (en) toch ⇒ echter, anderzijds

♦voorbeelden:

1   he's but a student • het is maar een student

     I could but feel sorry for her • ik kon enkel medelijden hebben met haar

     I know but one • ik ken er maar één

————————

but⁴

[ bət, 〈 sterk〉 but] 〈 voorzetsel〉

1 behalve ⇒ buiten, uitgezonderd, anders dan

♦voorbeelden:

1   none but father • niemand buiten vader

     all but John • allen behalve John

     who but John? • wie anders dan John?

     he wanted nothing but peace • hij wilde slechts rust

     the last but one • op één na de laatste

     the next summer but one • de zomer na de volgende

————————

but⁵

[ bət, 〈 sterk〉 but] 〈 leidt vaak elliptische zin in〉

I 〈 onderschikkend voegwoord〉

1 〈 uitzondering〉 behalve ⇒ buiten, uitgezonderd

2 〈 voor indirecte rede, na negatief/vragend hoofdwerkwoord〉 dat

♦voorbeelden:

1   I cannot (choose) but accept his proposal • ik kan niet anders dan zijn voorstel aannemen

     what could I do but surrender? • wat kon ik doen behalve me overgeven?

2   he did not doubt but that he had failed • hij twijfelde er niet aan dat hij gefaald had

¶ 〈 informeel〉 no sooner had she spoken but it appeared again • ze was nog niet uitgesproken of het verscheen opnieuw

II 〈 nevenschikkend voegwoord〉

1 〈 tegenstelling〉 maar (toch) ⇒ niettemin, desondanks

2 〈 versterkend en tegenstellend〉 en hoe ⇒ wat, maar, en

♦voorbeelden:

1   not a man but an animal • geen mens maar een dier

     young but clever • jong maar sluw

     but then (again) • (maar) anderzijds/ja

     but yet • niettemin

2   he ran but ran! • hij liep, en hoe!

     he ran but fast! • hij liep, en snel ook!

     but no! • nee maar!, nee toch!

     but yes! • maar ja toch!

→ all but all but/, but for but for/

English-Dutch dictionary > but
19 commit

v. uitvoeren; overgeven, overhandigen; opnemen in een gesticht; gevangen zetten

commit

[ kəmit] 〈 committed〉

1 toevertrouwen ⇒ prijsgeven

2 verwijzen 〈 wet naar commissie〉

3 in (voorlopige) hechtenis nemen ⇒ opsluiten

4 plegen ⇒ begaan, bedrijven

5 beschikbaar stellen ⇒ toewijzen

♦voorbeelden:

1   commit to the earth • ter aarde bestellen

     commit to memory • uit het hoofd leren

     commit to writing/paper • op schrift stellen

3   commit to a mental hospital • in een inrichting (doen) opnemen

     commit to prison • in hechtenis nemen

5   commit money to a new project • geld uittrekken voor een nieuw project

¶ commit oneself • zich verplichten; zich uitspreken

     commit oneself on an issue • zijn mening over een zaak geven

     commit oneself to a cause • zich inzetten voor een (goed) doel

English-Dutch dictionary > commit
20 confide

v. in vertrouwen nemen; overgeven; een geheim vertellen

confide

[ kənfajd]

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉 → confide in confide in/

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 toevertrouwen ⇒ in vertrouwen mededelen

♦voorbeelden:

1 confide a child/a secret to someone • een kind/een geheim aan iemand toevertrouwen

English-Dutch dictionary > confide

Страницы

См. также в других словарях:

Tegenpartij — The Tegenpartij (Counterparty, but also opponent) was a Dutch fictional political party, founded by Jacobse and Van Es, two vrije jongens (free guys, literally), played by Kees van Kooten and Wim de Bie. The Tegenpartij was the party for all… … Wikipedia
Emetophobie — Klassifikation nach ICD 10 F40.2 Spezifische (isolierte) Phobien … Deutsch Wikipedia
Liste Swadesh Du Néerlandais — Liste Swadesh de 207 mots en français et en néerlandais. Sommaire 1 Présentation 2 Liste 3 Voir aussi 3.1 Bibliographie … Wikipédia en Français
Liste Swadesh du neerlandais — Liste Swadesh du néerlandais Liste Swadesh de 207 mots en français et en néerlandais. Sommaire 1 Présentation 2 Liste 3 Voir aussi 3.1 Bibliographie … Wikipédia en Français
Liste Swadesh du néerlandais — Liste Swadesh de 207 mots en français et en néerlandais. Sommaire 1 Présentation 2 Liste 3 Voir aussi 3.1 Bibliographie … Wikipédia en Français
Liste swadesh du néerlandais — Liste Swadesh de 207 mots en français et en néerlandais. Sommaire 1 Présentation 2 Liste 3 Voir aussi 3.1 Bibliographie … Wikipédia en Français
Néerlandais (liste Swadesh) — Liste Swadesh du néerlandais Liste Swadesh de 207 mots en français et en néerlandais. Sommaire 1 Présentation 2 Liste 3 Voir aussi 3.1 Bibliographie … Wikipédia en Français
Freude — 1. All zeitlich Frewd ist vermischt mit Bitterkeit. – Petri, II, 8. Dän.: All verdslig glæde er kun som i kaalde sygen, en god dag imellem to onde. (Prov. dan., 241.) 2. Alle Freude steckt in der Weinkarte. – Simrock, 11421. Schwerlich hat ein… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Uebergeben — 1. Es übergibt sich niemand leicht. – Eiselein, 608; Eisenhart, 242; Pistor., IX, 49; Simrock, 10596. Zur Lehre von der Schenkung gehörig. Es will sagen, dass da, wo Schenkungsurkunden und ausdrückliche Erklärungen des Schenkers fehlen, eine… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на все языки

overgeven

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на все языки

overgeven

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: