-
1 ordentelijk
♦voorbeelden: -
2 ordentelijk
2 [billijk] reasonable, fair♦voorbeelden: -
3 ordentelijk
-
4 zich ordentelijk gedragen
zich ordentelijk gedragen -
5 zich ordentelijk gedragen
zich ordentelijk gedragenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich ordentelijk gedragen
-
6 благовоспитанный
adjgener. ordentelijk, welgemanierd, wellevend, welopgevoed -
7 порядочный
adjgener. aardig, behoorlijk, draaglijk, ferm, geregeld, knap (о величине), net, oppassend, schappelijk, braaf, duchtig, eerbaar, eerzaam, gevoeglijk, gezegend, ordentelijk, rechtschapen, redelijk, slodderig, slordig, tamelijk, toonbaar -
8 приличный
adjgener. behoorlijk, eerlijk, rechtschapen, hebbelijk, betamelijk, decent, eerbaar, fatsoenlijk, gevoeglijk, net, oorbaar, ordelijk, ordentelijk, passend, presentabel, schappelijk, toonbaar, voeglijk, voegzaam
См. также в других словарях:
Sitzen — 1. Besser sitzen bei einem der leugt, als bei einem der schweigt. – Petri, II, 39. 2. Besser sitzen bleiben, als sich einem Eheteufel verschreiben. In Welschtirol: L ie mien restá, che stlett ciapà. (Hörmann, 24.) 3. Bettelmännisch g sesse ist… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon