-
1 jaillir
jaillir [zĵaajier]〈 werkwoord〉1 (plotseling) te voorschijn komen ⇒ opkomen, opwellen, oplaaienv1) opwellen, oplaaien2) uitslaan [vlammen] -
2 jaillissement
jaillissement [zĵaajiesmã]〈m.〉1 (het) (plotseling) te voorschijn komen ⇒ (het) opkomen, (het) opwellen, (het) oplaaienm1) (het) opwellen, oplaaien2) (het) uitslaan [vlammen] -
3 colmater
colmater [kolmaatee]〈 werkwoord〉 -
4 dégurgiter
dégurgiter [deeguurzĵietee]〈 werkwoord〉
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский