-
1 coucher
coucher1 [koesĵee]〈m.〉2 onderdak ⇒ onderkomen, nachtverblijf♦voorbeelden:————————coucher2 [koesĵee]1 overnachten ⇒ de nacht doorbrengen, slapen♦voorbeelden:voiture qui couche dehors • auto die 's nachts altijd buiten staat→ chambreenvoyer coucher qn. • zich van iemand ontdoenII 〈 overgankelijk werkwoord〉5 op schrift stellen ⇒ neer-, opschrijven, optekenen♦voorbeelden:2 zich uitstrekken ⇒ gaan liggen, zich (neer)leggen♦voorbeelden:se coucher par terre • op de grond gaan liggen→ lit1. m2) onderdak3) ondergang [zon]2. v1) overnachten, slapen4) neerleggen6) neer-, opschrijven3. se coucherv2) gaan liggen3) ondergaan [zon] -
2 formuler
formuler [formuulee]2 uiten ⇒ formuleren, duidelijk onder woorden brengen♦voorbeelden:v1) opstellen, opschrijven2) formuleren -
3 inscrire
inscrire [ẽskrier]1 inschrijven ⇒ opschrijven, noteren, op een lijst zetten♦voorbeelden:faire inscrire qn. • iemand opgeven (voor)les matières inscrites au programme • de vakken die op het programma staaninscrire ses dépenses au budget • z'n uitgaven boeken, in een kasboek opschrijven♦voorbeelden:1. v1) inschrijven2) graveren, beitelen [opschrift]3) griffen2. s'inscrirev -
4 dictée
dictée [diektee]〈v.〉2 dictee♦voorbeelden:agir sous la dictée des circonstances • handelen zoals de omstandigheden het voorschrijvenfdictee, dictaat -
5 écrire
écrire [eekrier]2 schrijven ⇒ schrijver, auteur zijn♦voorbeelden:écrire au crayon • met potlood schrijvenécrire au brouillon, au propre • in 't klad, in 't net schrijvenje lui ai écrit qu' il vienne • ik heb hem geschreven dat hij moet komenje lui ai écrit que je viendrai • ik heb hem geschreven dat ik kom→ chat1 geschreven, gespeld worden♦voorbeelden:1 cela se dit, mais ne s'écrit pas • dat kan men zeggen, maar niet schrijvenv -
6 noter
-
7 inscrire ses dépenses au budget
inscrire ses dépenses au budgetz'n uitgaven boeken, in een kasboek opschrijvenDictionnaire français-néerlandais > inscrire ses dépenses au budget
-
8 écrire, prendre sous la dictée
écrire, prendre sous la dictéeDictionnaire français-néerlandais > écrire, prendre sous la dictée
-
9 transcrire
transcrire [trãskrier]〈 werkwoord〉4 optekenen ⇒ op papier zetten, opschrijven♦voorbeelden:2 transcrire un texte grec en caractères latins • een Griekse tekst in het Latijnse schrift transcriberen
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский