Перевод: с нидерландского на все языки

opprikken

1 opprikken

opprikken

1 épingler

♦voorbeelden:

1 stukjes kaas opprikken • piquer des morceaux de fromage avec des bâtonnets

¶ opgeprikte dames • dames guindées

Deens-Russisch woordenboek > opprikken
2 opprikken

opprikken

1 pin/hang up ⇒ fork 〈 etenswaren〉, set up 〈 insecten〉, prick

♦voorbeelden:

1 een bericht opprikken • put up a notice

¶ opgeprikte dames • ladies done up to the nines/dressed up like a dog's dinner

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > opprikken
3 opprikken

v. pin, pin-up

Holandés-inglés dicionario > opprikken
4 opprikken

наколоть на; приколоть к (на); сидетькак у тёти Сони на именинах

Dutch-russian dictionary > opprikken
5 stukjes kaas opprikken

stukjes kaas opprikken

piquer des morceaux de fromage avec des bâtonnets

Deens-Russisch woordenboek > stukjes kaas opprikken
6 een bericht opprikken

een bericht opprikken

put up a notice

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een bericht opprikken