-
21 partij
2 [politiek] party3 [met betrekking tot personen die een overeenkomst aangaan] (contracting) party4 [onbepaalde hoeveelheid] set ⇒ bunch, 〈 met betrekking tot goederen〉 batch, 〈 met betrekking tot goederen〉 lot, 〈 zending〉 consignment, 〈 zending〉 shipment5 [muziek] part6 [spel] game7 [feest] party8 [huwelijkspartner] match♦voorbeelden:de strijdende partijen • the warring partiesbeide partijen horen • hear both sidespartij kiezen • take sidesook partij kiezen voor/tegen iemand • side with/against someonegeen partij kiezen • not take sides〈 ook figuurlijk〉 partij zijn in een conflict • be involved in/be party to a conflictboven de partijen staan • be impartial3 de partijen komen overeen dat … • the (contracting) parties agree that …in grote partijen aankopen • purchase in bulk5 zijn partij(tje) meeblazen • 〈 zijn aandeel bijdragen〉 pull one's weight, do one's share/bit; 〈 zijn mannetje staan〉 stand up for oneself7 een partijtje geven • give/throw a party¶ goed/slecht partij geven • give a good/poor account of oneselfvan de partij zijn • join in (with something) -
22 gemachtigde
1 deputy ⇒ authorized representative, 〈postwissel enz.〉 endorsee, 〈 juridisch〉 proxy, 〈 juridisch ook〉 attorney 〈 vooral in rechtszaak〉♦voorbeelden: -
23 bewaarder
1 [voornamelijk in samenstellingen] [iemand die iets/iemand bewaakt] keeper ⇒ guardian, 〈 van gevangenen ook〉 jailor, 〈 van gevangenen ook〉 warder, 〈 van woning ook〉 caretaker2 [iemand die iets in bewaring heeft] keeper ⇒ 〈juridisch; bewaarnemer〉 bailee, 〈 beheerder〉 custodian, 〈 sekwester〉 sequestrator♦voorbeelden: -
24 horen
1 [met het gehoor waarnemen] hear♦voorbeelden:het is wel te horen dat je verkouden bent • you can hear that you've got a coldnu kun je het me vertellen, hij kan ons niet meer horen • you can tell me now, he is out of earshotzo mag ik het horen • that's what I like to hearzijn naam horen noemen • hear one's name mentionedik heb het alleen van horen zeggen • I only have it on hearsayik hoor het hem nog zeggen • I can still hear him saying itwij hoorden zingen/schreeuwen 〈enz.〉 • we heard singing/shouting 〈enz.〉zichzelf graag horen praten • like to hear oneself talkhij deed alsof hij het niet hoorde • he pretended not to hear (it)ik hoor je wel! • 〈 met betrekking tot schreeuwen〉 you don't need to shout!; 〈 met betrekking tot herhaling〉 I heard you the first timeik kon aan zijn stem horen dat hij zenuwachtig was • I could tell by his voice that he was nervousze kromp ineen bij het horen van zijn stem • she winced at the sound of his voice1 [geluiden kunnen waarnemen] hear2 [zijn plaats hebben] belong3 [gepast zijn] 〈zie voorbeelden 3〉4 [toebehoren] belong (to)♦voorbeelden:hij hoort slecht • he is hard of hearing〈 spreekwoord〉 wie niet horen wil, moet voelen • he who will not listen to advice must suffer for itwij horen hier niet • we don't belong herede kopjes horen hier • the cups go herebij elkaar horen • belong togetherhij hoort niet bij/tot de vlugsten • he's not one of the fastest3 dat hoor je te weten • you should/ought to know thatvoor wat hoort wat • you scratch my back and I'll scratch yoursze weet niet hoe het hoort • she doesn't know how to behaveje hoort niet te fluisteren in gezelschap • you shouldn't whisper in companydat hoort niet • it's not donedat hoort zo • that's how it should been zo hoort het ook • and that's how it should be tooze weten niet beter of het hoort zo • they don't know any betterdat is niet zoals het hoort • that's not good manners2 [in aanmerking nemen] listen (to)♦voorbeelden:laat eens iets van je horen • keep in touchlaat zijn vrouw het maar niet horen • don't let his wife (get to) know (about it)hij heeft niets van zich laten horen • he hasn't been in touchdat moet je dan nog jaren horen • you'll never hear the last/end of itik moet altijd horen dat ik vergeetachtig ben • I'm constantly being told that I'm forgetfulzij wil geen kwaad van hem horen • she won't hear a word said against himzij wil geen nee horen • she won't take no for an answerhij vertelde het aan iedereen die het maar horen wilde • he told it to anyone who would listenik wist niet wat ik hoorde • I could hardly believe my earstoevallig horen • overhearbij het horen van het nieuws • on hearing the newshij wilde er niets meer over horen • he didn't want to hear any more about itdaar heb ik nooit van gehoord • I've never heard of itdaarna hebben we niets meer van hem gehoord • that was the last we heard from himu hoort nog van ons • 〈 neutraal〉 you'll be hearing from us; 〈 als bedreiging〉 you've not heard the last of thisdaar hoor je nog meer van • you've not heard the last of thisik hoor niets dan goeds van hem • I've heard nothing but good of himnou hoor je het ook eens van een ander • so I'm not the only one who says sodat hoor ik voor het eerst • that's the first I've heard of itzo te horen gaat het goed met hem • it sounds like he's doing wellik hoor het nog wel • let me know (about it)moet je horen wie het zegt! • 〈 ironisch〉 look who's talking!moet je hem horen!, hoor hem! • (just) listen to him!als je hem hoort zou je denken dat • (from) the way he talks you'd think thathoor eens • listen, (I) say -
25 eenzijdig
1 [met/aan één zijde] one-sided, unilateral ⇒ 〈 biologie, plantkunde〉 secund, 〈 asymmetrisch ook〉 lopsided, 〈 juridisch〉 ex parte♦voorbeelden:een verdrag eenzijdig opzeggen • terminate a treaty unilaterally2 iets eenzijdig voorstellen • give a one-sided/biased portrayalhij is erg eenzijdig • he is very one-sided -
26 artikel
1 [deel van een geschrift] article 〈in reglement/verordening〉 ⇒ 〈 juridisch ook〉 section, clause 〈 bijvoorbeeld in contract〉♦voorbeelden:de krant wijdde er een speciaal artikel aan • the newspaper ran a feature on it3 huishoudelijke artikelen • household goods/itemsmedische artikelen • medical suppliessanitaire artikelen • sanitary ware -
27 geweld
♦voorbeelden:grof geweld • brute force/strengthpsychisch geweld • mental crueltyzichzelf geweld aandoen • 〈 zich beheersen〉 restrain oneself; 〈 zich inspannen〉 force oneself; 〈 zijn principes verloochenen〉 act contrary to one's principlesde waarheid geweld aandoen • stretch the truthgeweld gebruiken (tegen) • use force/violence (against)iemand met geweld verwijderen • remove someone by force -
28 inventaris
3 [juridisch] [lijst van dossierstukken] bordereau4 [aanwezige voorwerpen/goederen] stock (in trade) ⇒ inventory, 〈 van gebouw〉 fittings, 〈 van huis〉 furniture♦voorbeelden:jaarlijks de inventaris opmaken • do annual stock-taking, do an annual stocktakede inventaris opmaken van een archief • calendar archives -
29 pardon
pardon1〈 het〉2 [juridisch] pardon♦voorbeelden:geen pardon hebben met • have no mercy ongeen pardon kennen • be relentless/implacablezonder pardon • without mercy, merciless(ly)2 generaal pardon • amnesty, general pardoniemand pardon verlenen • pardon someone————————pardon2♦voorbeelden:1 pardon, mag ik even passeren? • may I get by, please?stond ik op uw tenen? pardon! • sorry, did I step on your toe? -
30 persoon
2 [juridisch] person4 [taalkunde] person♦voorbeelden:de juiste persoon • the right personeen zanger en een danser in één persoon verenigd • a singer and dancer (all) rolled into onetien gulden per persoon • ten guilders per person/headéén per persoon • one each(dit recept is) voor vier personen • (this recipe) serves foureen tafel voor één persoon • a table for oneik sprak Peter in eigen persoon • I spoke to Peter himself/in personze kwam in (hoogst)eigen persoon • she came personally/in personin de persoon van • in the person of -
31 aangeklaagde
-
32 achten
1 [hoogschatten] esteem, respect♦voorbeelden:ik acht het noodzakelijk om … • I deem it necessary to …de mogelijkheid uitgesloten achten dat … • rule out the possibility that …zich wel in staat achten tot iets • think/consider oneself capable of somethingiets beneden zich achten • consider something beneath one -
33 afwezigheid
2 [verstrooidheid] absent-mindedness3 [het ontbreken] absence♦voorbeelden:in/bij afwezigheid van • in the absence ofafwezigheid met verlof • leave (of absence)2 in een ogenblik van afwezigheid • in a forgetful moment, in a momentary fit of absent-mindedness -
34 authentiek
-
35 begunstigde
1 beneficiary ⇒ payee 〈 cheque〉, 〈 kredietbrief ook〉 party accredited, remittee 〈 overschrijving〉, 〈juridisch; cessionair〉 transferee -
36 belediging
3 [juridisch] defamation (of character)♦voorbeelden:1 een grove/zware belediging • a gross/serious insulteen belediging moeten slikken/incasseren • have to swallow an insult3 belediging van een ambtenaar in functie • insulting behaviour towards an official 〈 tegenover politieagent door arrestant ook〉 obstructing a police officer in the execution of his duty -
37 beslag
1 [voor pannenkoeken enz.] batter2 [metalen belegsel] fitting(s) ⇒ 〈 deur, venster〉 ironwork, metalwork, 〈 sieraad〉 mounting, 〈 sieraad〉 setting, 〈 paard〉 shoe, 〈 wandelstok〉 ferrule4 [juridisch] attachment ⇒ 〈 onder derden〉 garnishment order, 〈 met inbeslagneming, ook〉 seizure, sequestration, 〈 roerend goed〉 distress, 〈 op schip in oorlogstijd〉 embargo5 [oeverbekleding] mattress♦voorbeelden:een kist met koperen beslag • a chest with brass fittingsbeslag leggen op iemand • take up someone's timeiemands tijd in beslag nemen • take up someone's timehaar werk neemt haar helemaal in beslag • 〈 altijd werkend〉 she is obsessed by her work; 〈 geboeid〉 she is completely engrossed in her workdeze kast neemt te veel ruimte in beslag • this cupboard takes up too much spacein beslag genomen door • caught up in 〈 dromerij〉; preoccupied with 〈 de kinderen, zijn zorgen〉; absorbed in 〈 klus, boek〉; engrossed in 〈 boek〉het artikel neemt ruim vijf pagina's in beslag • the article runs to over five pagesbeslag leggen op een deel van iemands salaris • attach part of someone's earningser werd beslag gelegd op het meubilair door de deurwaarder • the bailiff took possession of the furnituresmokkelwaar in beslag nemen • confiscate contrabandde zaak heeft voor juni haar beslag gekregen • the matter was settled before June -
38 beslaglegging
〈 juridisch〉♦voorbeelden: -
39 bewijs
♦voorbeelden:het overtuigende bewijs van iets leveren • establish conclusive proof of somethingwaterdicht bewijs • solid evidencehet bewijs leveren (dat/van) • produce evidence (that/of)een bewering met bewijzen staven • substantiate a statementals bewijs overleggen • produce in evidenceeen bewijs van moed • a sign of courage3 betalingsbewijs • proof of payment, receiptbewijs(je) van de dokter • doctor's certificatebewijs van lidmaatschap • membership cardbewijs van storting/ontvangst • receiptbewijs van toegang • admission ticket, passeen bewijs afgeven • issue a certificate -
40 competent
♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Convention on the association of the Netherlands Antilles with the European Economic Community — Convention amending the Treaty establishing the European Economic Community, with a view to making applicable to the Netherlands Antilles the special regime of association defined in part IV of the said Treaty Type Amends the Treaty establishing… … Wikipedia
Jahr — 1. Ale neinj Jôr î (zwî) Wînjjôr. (Siebenbürg. sächs.) – Schuster, 59. 2. Ale sâf Jôr î Gôfjôr. – Schuster, 58. 3. All Joar n Jöhr un to n Harwst noch n Spoatling. (Pommern.) Alle Jahre ein Kind und im Herbst noch einen Spätling. Von fruchtbaren… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon