-
21 bouwen
♦voorbeelden:spoorwegen bouwen • construct railwayseen theorie/zijn verwachting op iets bouwen • base a theory/one's expectations on something1 [+ op] [zich verlaten op] rely on ⇒ depend/count on♦voorbeelden:1 iemand waarop je kunt bouwen • someone you can rely/depend on -
22 braken
♦voorbeelden:ze heeft de hele keuken onder gebraakt • she was sick all over the kitchen1 [walgen] loathe♦voorbeelden: -
23 brommen
1 [mompelen] mutter♦voorbeelden:2 [gevangen zitten] do time3 [op een bromfiets rijden] ride a moped♦voorbeelden: -
24 buigen
1 [doen krommen] bend♦voorbeelden:zich over de balustrade buigen • lean over the railing1 [een buiging maken] bow2 [zich krommen] bend (over)♦voorbeelden:plastic buigt gemakkelijk • plastic bends easilyde weg buigt hier naar links • the road curves to the left here1 [natuurkunde] diffract -
25 chargeren
1 [(iets) overdrijven] overdo, exaggerate (it) ⇒ lay it on thick -
26 delen
♦voorbeelden:1 bacteriën vermenigvuldigen zich door zich te delen • bacteria multiply by division/fissionin tweeën delen • divide in twohet verschil delen • split the differenceu moet kiezen of delen • you may take it or leave iteerlijk delen • share and share alikesamen delen • go halveseen kamer delen met • share a room with♦voorbeelden:iemand in zijn vreugde laten delen • share one's joy with someone1 [meevoelen] share♦voorbeelden: -
27 differentiëren
1 [wiskunde] differentiate -
28 dimmen
-
29 doodhongeren
-
30 doorreizen
♦voorbeelden:1 ze reist vandaag nog door naar A. • she is going on to A. today1 [reizend doortrekken] travel through♦voorbeelden: -
31 drinken
drinken1〈 het〉♦voorbeelden:de zieke vroeg om drinken • the patient asked for something to drink————————drinken22 [opzuigen] soak (up)♦voorbeelden:iemand vragen een borrel te komen drinken • invite someone for a drinkeen kop thee/koffie drinken • have a cup of tea/coffeedie koffie is niet te drinken • that coffee is undrinkablewat wil je drinken?, wat drink jij? • what are you having?, what'll it be?op iemands gezondheid drinken • drink/pledge (to) someone's healthik drink op ons succes • here's to our success!hier moet op gedronken worden • this calls for a toastje moet niet alles door elkaar drinken • don't mix your drinks1 [alcohol drinken] drink♦voorbeelden:nooit drinken • be a teetotallerstevig drinken • drink heavilyteveel drinken • drink (to excess)1 [in een toestand brengen] drink♦voorbeelden:zich dood drinken • drink oneself to death -
32 dunken
-
33 dweilen
-
34 eindigen
2 [als einde hebben] end ⇒ finish, come to an end, terminate, 〈 tijd ook〉 run out, 〈 tijd ook〉 expire♦voorbeelden:eindigen waar men begonnen is • end up where one started (from)de school eindigt om twaalf uur • school finishes at twelve o'clockde ruzie eindigde met … • the outcome of the quarrel was …dit woord eindigt op een klinker • this word ends in a vowelII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:hij eindigde met te zeggen dat … • he ended by saying that … -
35 eten
eten1〈 het〉1 [voedsel] food♦voorbeelden:hij houdt van lekker eten • he is fond of good foodeten en drinken meenemen • bring along something to eat and drinkdat is geen eten • that isn't fit to eat2 koud eten • cold meal, lunchwarm eten • hot meal, dinnerhet eten is opgediend/klaar • dinner is served/readyhet eten laten staan • 〈 niet beginnen〉 leave one's food; 〈 niet helemaal opeten〉 not finish one's foodhet eten maken • make dinnerwijn bij het eten drinken • drink wine with a mealik ben niet thuis met het eten • I won't be home for dinneronder het eten • during meals/the meal, at dinner(time)nog een kik en je gaat zonder eten naar bed • one more word out of you and you'll be packed off to bed without your dinner————————eten21 eat♦voorbeelden:hij begon er direct van te eten • he fell tote veel/te weinig te eten geven • overfeed, underfeedhet is te eten /niet te eten • it's edible/inedible, it tastes OK/awfulwat eten we vandaag? • what's for dinner today?goed kunnen eten • have a good hearty appetiteje kunt hier lekker eten • they serve good food herelekker gegeten? • enjoyed your meal?eet smakelijk • enjoy your mealte veel eten • overeat (oneself)om op te eten zijn • be/look good enough to eateet ze • enjoy♦voorbeelden:1 blijf je (te) eten? • will you stay for dinner?wij zitten net te eten • we've just sat down to dinnerbuitenshuis/buiten de deur eten • eat/dine outthuis eten • eat iniemand te eten vragen • ask someone to dinneruit eten gaan • go out for dinneriemand uit eten nemen • take someone out to dinner1 [door eten verkrijgen] eat♦voorbeelden:zijn bord leeg eten • eat everything upzijn buikje rond eten • eat one's fillzich te barsten eten • eat till one is fit to burst -
36 flitsen
-
37 fluiten
2 [fluitinstrument bespelen] play the flute3 [fluitend geluid voortbrengen] whistle ⇒ 〈 vogel, fluitketel〉 sing, 〈 schip〉 pipe, 〈 ter afkeuring〉 hiss♦voorbeelden:op zijn vingers fluiten • whistle through one's fingers〈 figuurlijk〉 daar kun je naar fluiten • 〈 krijg je nooit〉 you can whistle for it; 〈 zie je niet weer〉 you can kiss that goodbyeII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [door fluiten tot zich roepen] whistle♦voorbeelden:♦voorbeelden: -
38 fokken
-
39 fotograferen
♦voorbeelden:1 [als hobby de fotografie beoefenen] take photographs♦voorbeelden:1 zij fotografeert goed • 〈 maakt goede foto's〉 she is a good photographer; 〈 fotogeniek〉 she photographs well -
40 gebruiken
♦voorbeelden:1 de auto gebruikt veel brandstof • the car uses (up)/consumes a lot of fueleen geneesmiddel inwendig/uitwendig gebruiken • take/use a medicine internally; use/apply a medicament/medication externallyslaapmiddelen gebruiken • take sleeping pills/tabletszijn verstand gebruiken • use one's common sensevork en mes gebruiken • use a knife and forkdat kan ik net goed gebruiken • I could just use thatdat kan ik goed gebruiken • that comes in handyiets/iemand niet kunnen gebruiken • have no use for something/someone 〈 ook figuurlijk〉ik zou best wat extra geld kunnen gebruiken • I could do with some extra moneyzich gebruikt voelen • feel usediets/iemand weten te gebruiken • know how to use something/someonezijn tijd goed/slecht gebruiken • make good/bad use of one's time, put one's time to good/bad use2 gebruikt u suiker in de thee? • do you take sugar in your tea?wilt u ook iets gebruiken? • can I get you anything?1 [harddrugs innemen] 〈 onovergankelijk werkwoord〉 be on/take drugs; 〈 overgankelijk werkwoord〉 be on, take
Страницы