-
61 starten
-
62 steken
1 [verwonden] stab♦voorbeelden:2 dat steekt (hem) • that sticks in one's/(his) throatII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [in iets vastprikken] stick2 [in een omhulsel bergen] put, place3 [in een plaats/richting/toestand brengen] put6 [door te treffen in een toestand brengen] stab♦voorbeelden:steek dat bij je • put it in your pocketzijn geld in een zaak steken • put one's money in an undertakingiemand in de nieuwe kleren steken • set someone up in new clotheshij stak de handen in de zakken • he put/stuck his hands into his pocketseen hand in het water steken • dip a hand into the wateriets in elkaar steken • put something together5 asperges/turf steken • cut asparagus/peatiemand overhoop steken • stab someone to death1 [vastzitten] stick2 [in iets/ergens zijn] be3 [gevoel van pijn veroorzaken] sting♦voorbeelden:ergens in blijven steken • get stuck/bogged (down) in somethingplotseling blijven steken • stop deaddaar steekt iets achter • there is something behind itdaar steekt meer achter • there is more to it than meets the eyede sleutel steekt in het slot • the key is in the lockde zon steekt • the sun burns -
63 stemmen
♦voorbeelden:1 [kiezen] vote2 [muziek] [onderling gelijke klank hebben] be in tune (with each other)♦voorbeelden:laten wij tot stemmen overgaan • let's take a vote (on it)hoofdelijk (laten) stemmen • pollstem (op) links! • vote for the left!er werd niet gestemd • no vote was takenschriftelijk (laten) stemmen • ballotik stem tegen/voor • I vote in favour/againster werd over het voorstel gestemd • a vote was taken on the motionstemmen ten gunste van/voor een voorstel • vote for a proposal1 [in een stemming brengen] make (feel)♦voorbeelden:het stemt ons hoopvol • it is encouragingdat stemt mij treurig • that makes me (feel) saddit bericht stemt mij tot tevredenheid • this is gratifying newsdat stemt tot nadenken • this is food for thought -
64 stikken
3 [in overvloed hebben] be bursting (with) 〈 jaloezie, trots〉 ⇒ be up to one's ears (in) 〈werk e.d.〉4 [figuurlijk] [doodvallen] drop dead♦voorbeelden:stikken van de warmte • (be) swelter(ing)stikken van het lachen • be in stitchesstikken van woede • choke with angerik stik! • I'm choking!stikken van het geld • be loaded4 iemand laten stikken • let someone down; 〈 met betrekking tot echtgenoot ook〉 walk out on someone; 〈 niet trouwen〉 jilt someone; 〈 niet verschijnen〉 stand someone upje kunt voor mijn part stikken! • as far as I'm concerned, you can drop dead!1 [naaien zonder tussenruimte] stitch♦voorbeelden:1 met de machine/met de hand stikken • stitch by machine/hand♦voorbeelden:deze vertaling stikt van de fouten • this translation is riddled with errors -
65 stoppen
2 [iets in een ruimte bergen] put (in(to))3 [tot stilstand brengen] stop♦voorbeelden:een lek stoppen • plug a leakwij stopten onze oren dicht • we stopped up our earsiemand geld in de hand stoppen • slip money into someone's handhij laat zich alles in (de) handen stoppen • he'll take anythingiemand in de gevangenis stoppen • put someone in prisonmunten in de telefoon stoppen • feed coins into the telephoneeen kind onder de wol stoppen • tuck a child up in bedhet verkeer stoppen • stop the traffichij was niet te stoppen • there was no stopping him1 [halt houden] stop2 [eindigen] stop (-ing)♦voorbeelden:1 de auto stopte • the car stopped/pulled upeen auto doen stoppen • stop a carverboden te stoppen • no stoppingstoppen aan de kant van de weg • stop at the side of the roadstop! • stop!stop ermee! • stop it!ik stop met dit werk • I'm stopping doing this workhet is tijd om te stoppen • it's time to stopzonder te stoppen • without stopping2 [met betrekking tot ontlasting] bind (the bowels) ⇒ 〈 positief ook〉 stop diarrhoea, 〈 negatief ook〉 cause constipation♦voorbeelden: -
66 strijken
1 [zich laten gladmaken] iron♦voorbeelden:met de eer gaan strijken • carry off the palm/take the credit (for)2 [(textiel) gladmaken] iron♦voorbeelden:1 [met een strijkende beweging verplaatsen/veranderen] smooth, spread ⇒ brush3 [bespelen] bow♦voorbeelden:kreukels uit het papier strijken • smooth (creases out of) the paper -
67 tellen
1 [getallen in een volgorde opnoemen] count2 [laten gelden; meetellen] count♦voorbeelden:1 even tellen … • let me see …niet tot tien kunnen tellen • not be very brighttot tien tellen • count (up) to ten2 die punten/jaren tellen dubbel • those points/years count double4 mensenlevens tellen daar niet • there's no regard for human life there, human life is cheap therezwaar tellen bij iemand • carry great weight with someonehet enige dat telt bij hem • the only thing that matters to him¶ op zijn tellen passen • watch one's step, mind one's p's and q'sII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [het aantal bepalen] count2 [aantreffen] find4 [geven om] attach (great) importance to♦voorbeelden:bij iets tellen • add to somethingniet te tellen! • hundreds/thousands (of them)!het bestuur telt drie leden • the board consists of three members4 iets (te) licht/(te) zwaar tellen • take something (too) lightly/(too) seriously -
68 tikken
1 [lichte klap geven] tap♦voorbeelden:de maat tikken • tap (out) the beatde as van een sigaar tikken • flick the ash from a cigar1 [typen] type♦voorbeelden:♦voorbeelden:tegen het raam tikken • tap at/on the window -
69 trappen
1 [de voet neerzetten] step3 [fietsen] pedal♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 [door trappen op een plaats/in een toestand brengen] kick♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 eruit getrapt zijn • have got the boot/sack 〈 ontslagen〉; have been kicked out 〈 klas〉 -
70 trekken
1 [kracht uitoefenen op iets] pull3 [spierbewegingen maken] stretch4 [luchtstroom doorlaten] draw5 [in een richting getrokken worden] pull6 [lijken (op)] be like♦voorbeelden:aan een sigaar trekken • puff at/draw a cigarover een rivier trekken • cross a riverten strijde/te velde trekken • go into battlede kinderen trekken nogal naar hun vader • the children take more to their father2 [aantrekken] draw4 [gewichtheffen] snatch♦voorbeelden:2 publiek/kopers trekken • draw an audience/customersvolle zalen trekken • play to/draw full houses1 [in genoemde toestand/op genoemde plaats brengen] pull3 [naar zich toehalen, ook figuurlijk] draw4 [aftreksel maken van] make6 [doen ontstaan] draw7 [uit een plaats vandaan halen] get♦voorbeelden:iemand aan zijn haar trekken • pull someone's hairiemand aan zijn mouw trekken • pull (at) someone's sleeveeen horoscoop trekken • cast a horoscopelering trekken uit iets • learn (a lesson) from something〈 wiskunde〉 de wortel uit een getal trekken • find/extract the (square/cube/ 〈enz.〉 ) root of a number8 gezichten trekken • make/pull (silly) faces -
71 vegen
♦voorbeelden:de kruimels van de tafel vegen • brush the crumbs off the table♦voorbeelden:1 [afvegen, schoonmaken] wipe2 [met betrekking tot mijnen] sweep♦voorbeelden:de tranen uit de ogen vegen • wipe the tears from one's eyes -
72 verbroederen
♦voorbeelden:1 een gemeenschappelijk belang werkt verbroederend • a common interest can bring people closer/together1 [goede vrienden worden] fraternize (with)III 〈wederkerend werkwoord; zich verbroederen〉♦voorbeelden: -
73 verduisteren
2 [achteroverdrukken] embezzle♦voorbeelden:2 gelden verduisteren • embezzle money, misappropriate funds1 [duister worden] darken ⇒ grow/get/become dark♦voorbeelden:1 de zon verduistert • 〈 sterrenkunde〉 the sun eclipses/has eclipsed; 〈 door wolken〉 the sun is obscured/hidden1 [alle lichtopeningen afsluiten] black out -
74 vragen
1 [een vraag stellen] ask (for)2 [verzoeken] ask, demand ⇒ request♦voorbeelden:1 een politieagent de weg vragen • ask a policeman for/to show one the wayals ik vragen mag, bent u getrouwd? • may I ask whether you are married?zou ik u iets mogen vragen? • would you mind if I asked you a question?; 〈 informeel〉 can I ask you something?daar vraag je (me) wat • you've got me therenu vraag ik je! • I ask you!, really (now)!als je het mij vraagt • if you ask me/want my opinionvragen hoe laat het is • ask (for) the timede rekening vragen • ask/call for the billII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [uitnodigen] ask, invite2 [verlangen] ask, request3 [nodig hebben, verlangen om te bezitten] ask, demand♦voorbeelden:2 hoeveel vraagt hij voor zijn huis? • how much does he want for his house?van iemand het onmogelijke vragen • demand/expect the impossible from someonegevraagd: typiste • wanted: typistje vraagt te veel van jezelf • you're asking/demanding too much of yourselfdat mag ik niet van u vragen • I couldn't ask that of you3 veel aandacht vragen • demand/ask a great deal of attention1 [informeren] ask (after/about), inquire (after/about)3 [kaartspel] [een bod doen] bid, call♦voorbeelden:daar wordt niet naar gevraagd • that's beside the pointdat is om moeilijkheden vragen • that's asking for trouble -
75 vreten
vreten1〈 het〉1 [voer voor dieren] fodder 〈voor vee e.d.〉; food 〈voor huisdieren/wilde dieren〉; forage 〈voor paarden/koeien e.d.〉; 〈 van afval〉 slops2 [vulgair] [eten] grub, stuff————————vreten21 [vulgair] [met betrekking tot personen/eten] feed2 [informeel] [gulzig eten] stuff/cram/gorge (oneself)♦voorbeelden:1 dat is niet te vreten! • that's not fit for pigs!2 zich te barsten vreten • stuff oneself to the gullet/sickII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:het publiek vréét die schandaalverhaaltjes • the public simply laps up these scandalsdat toestel vréét stroom • this machine eats up electricity1 [knagen] eat (away), gnaw (at), prey (on)♦voorbeelden: -
76 wisselen
2 [geldwezen] change ⇒ give/make change♦voorbeelden:1 de prijzen wisselen nogal • the prices change/fluctuate somewhatvan plaats wisselen • change placeskunt u wisselen? • can you change this?honderd gulden wisselen in Franse franks • change a hundred guilders into/for French Francs♦voorbeelden:♦voorbeelden:van gedachten wisselen over • exchange views/ideas about -
77 wringen
1 [draaien] wring♦voorbeelden:zich in allerlei bochten wringen om iets te vermijden • 〈 ook〉 try to worm one's way/wriggle out of somethingII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [door draaien in een toestand brengen] wrench♦voorbeelden:1 zich door de menigte wringen • push/worm one's way through the crowdzich ergens tussen wringen • squeeze in between1 [knellen] pinch -
78 zuigen
1 [naar een andere plaats halen] suck♦voorbeelden:3 heb je de hal al gezogen? • have you vacuumed the hall already?1 [sabbelen] suck (on/away at)♦voorbeelden:1 aan een sigaret/een pijp zuigen • puff away on a cigarette/on a pipeop een snoepje zuigen • suck (on) a sweet1 [in zich opnemen] absorb♦voorbeelden: -
79 zuipen
-
80 aborteren
1 [een zwangerschap onderbreken] abort (a pregnancy) ⇒ perform/carry out an abortion (on)♦voorbeelden:
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Французский
onovergankelijk+werkwoord
Страницы