-
1 onomwonden
1. bn2. bwde ónomwónden wáarheid — чистая правда
откровенно, прямо* * *прил.общ. откровенно, откровенный, без обиняков, прямо -
2 de onomwonden waarheid
-
3 без обиняков
part.1) gener. beslist, botweg, daar is geen woord Frans bij, flinkweg, frisweg, geen blad voor de mond nemen, gewoonweg, gladaf, gladweg, grifweg, kortaf, kortweg, met nuchtere woorden, onbedekt, ongezouten, onomwonden, onverholen, platuit, platweg, plompweg, stoutweg, vlakuit, vlakweg2) liter. regelrecht -
4 откровенно
advgener. rond, onbedekt, onomwonden, eerlijk gezegd, flinkweg, frank en vrij, geen blad voor de mond nemen, gulweg, kortaf, onverholen, openlijk, plataf, platuit, platweg, plompweg, ronduit, rondweg, vrijuit -
5 откровенный
adjgener. inzichtelijk, recht door zee, heilig, gul, onbedekt, onomwonden, openlijk, gemeend, goedrond, gulhartig, mededeelzaam, onbewimpeld, onverbloemd, openhartig, oprecht, rondborstig, ruiterlijk, volmondig, vrijmoedig -
6 прямо
-
7 чистая правда
adjgener. de naakte waarheid, de onomwonden waarheid, de ronde waarheid, zonneklare waarheid
Перевод: с нидерландского на русский
с русского на нидерландский- С русского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский