-
1 ongemakkelijk
неудобный; неловкий; тяжёлый, трудный* * *прил.общ. затруднительный, неудобно, неудобный, порядочно, трудный, хорошенько -
2 затруднительный
adjgener. lastig, ongemakkelijk, beroerd, bewerkelijk, bezwaarlijk, hachelijk, kritiek, moeitevol, precair -
3 неудобно
advgener. ongemakkelijk -
4 неудобный
adjgener. ongelegen, ongemakkelijk, onhandig, ongeriefelijk, ongerieflijk -
5 порядочно
advgener. aardigjes, behoorlijk, ongemakkelijk, duchtig, danig, nogal -
6 трудный
adjgener. bezwaarlijk, moeitevol, zuur, zwaar, moeilijk, moeizaam, geleerd, lastig, ongemakkelijk, precair -
7 хорошенько
advgener. danig, ongemakkelijk
См. также в других словарях:
Schande — 1. An etwas Schande stirbt man nicht. Frz.: Un peu de honte est bientôt bue. (Cahier, 872.) 2. Besser a Schand in Punim (Gesicht) eider (als) a Kränck (Krankheit, Schmerz) in Bauch. (Jüd. deutsch. Warschau.) Das Sprichwort meint, eine… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon