-
1 dissimilitude
-
2 diversity
-
3 inequality
n. ongelijkheid; verschil; verandering[ innikwollətie] 〈meervoud: inequalities〉 -
4 odds
n. ongelijkheid, verschil; (grote) kans, waarschijnlijkheid[ odz]♦voorbeelden:what's the odds? • wat doet dat ertoe?face fearful odds • tegenover een geweldige overmacht staanthe odds are against/on his winning the election • naar alle waarschijnlijkheid zal hij de verkiezingen verliezen/winnenthe odds are that she will do it • de kans is groot dat ze het doet5 give/receive odds • voorgift geven/krijgengive/lay odds (on) • wedden (op)I'll lay odds (on it) that he won't win • ik durf te wedden dat hij niet wintplay the odds • op de notering van de winnaar gokkenagainst all (the) odds • tegen alle verwachtingen inover the odds • meer dan verwacht -
5 disparity
n. verschillend, anders[ dispærətie] 〈meervoud: disparities〉1 ongelijkheid ⇒ ongelijksoortigheid, ongelijkwaardigheid♦voorbeelden: -
6 dissimilarity
n. verschil(punt)[ dissimmilærətie] 〈meervoud: dissimilarities〉 -
7 division
n. (ver)deling, afdeling; divisie; verdeeldheid; stemming[ divvizjn]4 scheiding ⇒ scheidslijn, afscheiding5 verschil ⇒ ongelijkheid, onenigheid♦voorbeelden:social divisions • maatschappelijke verschillen -
8 divisive
adj. tot onderlinge verschillen leiden, verdeeldheid zaaiend[ divvajsiv] 〈 divisiveness〉1 tot ongelijkheid/(onderlinge) verschillen leidend 〈 bijvoorbeeld schoolsysteem〉 ⇒ verdeeldheid zaaiend; onenigheid brengend -
9 integration
n. integratie, het integreren[ intigreesjn] -
10 anisocoria
n. Anisocoria (ongelijkheid der pupillen) -
11 imparity
n. ongelijkheid, verschil -
12 nonequal
n. ongelijkheid (rechten, kunde, enz.) -
13 unequalness
n. ongelijkheid, toestand van niet gelijk zijn -
14 unevenness
n. ongelijkheid
См. также в других словарях:
Nico Hirtt — est un enseignant, syndicaliste, chercheur marxiste[1], agrégé de sciences physiques, enseignant en physique et mathématique dans le Brabant wallon (Belgique), membre fondateur de l APED (Appel pour une école démocratique), rédacteur en chef de… … Wikipédia en Français
Gleich — 1. Ale wenig wir einander gleich sehen vnder augen, so wenig auch im sinn. – Henisch, 1654, 46. 2. Dat is so lik as de Weg na Bremen. 3. Du siehst ihm gleich wie der Apostel Paulus dem Kehrusbub. – Kirchhofer, 336. 4. Ein jeder ist gleich, wie er … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Ungleich — 1. Es geht ungleich auf der Welt, der eine hat den Beutel, der andere das Geld. Lat.: Quam inique comparatum est, ii qui minus habent, ut semper aliquid addant dittoribus. (Terenz.) (Philippi, II, 121.) 2. Es zeucht sich vngleich, wenn man… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
