-
1 оболочка
n1) gener. peul, kapsel, bast, bekleding, bekleedsel, mantel, omhulsel, omkleedsel, omwindsel2) anat. rok, capsule -
2 покров
n1) gener. mantel, bedekking, bekleding, bekleedsel, hulsel, omhulsel, omkleedsel2) church. Pokrov (Schutse van de Moeder Gods) (Kerkelijk feest gewijd aan de Moeder Gods (gevierd op 14 oktober oude stijl))
Перевод: с русского на нидерландский
с нидерландского на русский- С нидерландского на:
- Русский
- С русского на:
- Нидерландский