-
1 commerce
commerce [kommers]〈m.〉1 handel♦voorbeelden:commerce de, en gros • groothandelnavire de commerce • koopvaardijschipfaire du commerce • handel drijvenfaire commerce de ses charmes • zich prostituerenfaire commerce de son nom • zijn naam versjacheren→ codem1) handel2) winkel4) omgang, verkeer -
2 contact
contact [kõtaakt]〈m.〉♦voorbeelden:au contact de • door, bij de aanraking metentrer en contact • in aanraking komen (met elkaar)entrer, se mettre en contact avec qn. • in contact treden met iemandau contact de qn. • onder iemands invloeden contact avec • in verbinding, contact metm1) contact, aanraking2) verbinding, relatie, omgang3) contactpersoon [spion] -
3 fréquentation
fréquentation [freekãtaasjõ]〈v.〉1 (het) (regelmatig) bezoeken, gaan (naar) 〈 van theaters, musea, kerk enz.〉2 omgang ⇒ kennis, relatie♦voorbeelden:1. f1) (het) regelmatig bezoeken/gaan2. fréquentationsf plgezelschap, relaties -
4 rapport
rapport [raapor]〈m.〉1 verslag ⇒ rapport, verklaring3 verband ⇒ samenhang, verhouding, betrekking, gelijkenis, overeenkomst4 verhouding ⇒ verstandhouding, betrekking, relatie♦voorbeelden:quel rapport? • wat heeft dat er mee te maken?faire le rapport entre deux événements • verband leggen tussen twee gebeurtenissenje ne vois pas le rapport • ik zie het verband nietcela n'a aucun rapport avec • dat heeft niets te maken metdans le rapport de trois à un • in de verhouding van drie staat tot éénen rapport avec • in overeenstemming met, overeenkomstigêtre en rapport avec • samenhangen metpar rapport à • in vergelijking met, in verhouding tot, vergeleken metêtre sans rapport avec • in geen verband staan metsous le rapport de • wat betreftsous tous les rapports • in alle opzichtenrapports sexuels • seksuele omgangavoir des rapports tendus avec qn. • op gespannen voet staan met iemandavoir des rapports avec une femme • seksuele omgang hebben met een vrouwêtre en rapport avec qn. • met iemand in contact staanentrer, se mettre en rapport avec qn. • in contact treden met iemand→ maisonm1) verslag, rapport2) opbrengst3) verband, samenhang4) verhouding, betrekking5) vloedwater6) appel, verslag [leger] -
5 relation
relation [rəlaasjõ]〈v.〉2 relatie ⇒ kennis, connectie♦voorbeelden:relations épistolaires • briefwisselingrelations publiques • public relationsrelations sexuelles • geslachtsverkeerrelations suivies • geregeld contactrelations tendues • gespannen verhoudingnouer des relations avec qn. • betrekkingen met iemand aanknopenentrer en relation avec qn. • in contact treden met iemand1. f1) relatie, betrekking, verhouding2) connectie, kennis4) verslag2. relationsf plomgang, verkeer -
6 sociable
-
7 amour
amour [aamoer]〈m., soms v.〉4 voorliefde (voor) ⇒ zucht, liefde♦voorbeelden:filer le parfait amour • dolgelukkig (met elkaar) zijnil est difficile de vivre d'amour et d'eau fraîche • van liefde rookt de schoorsteen nietpour l'amour de Dieu • in godsnaam, in vredesnaamfaire qc. pour l'amour de Dieu • iets belangeloos doenl'amour de, envers qn. • de liefde voor iemandson amour pour • zijn liefde voorla saison des amours • de paartijdfaire l'amour • vrijenpremières amours • jeugdliefdecomment vont tes amours? • hoe gaat het met de liefde?à vos amours! • proost!→ jeul'amour des voyages • de reislustm1) liefde3) toewijding5) geliefde, schat -
8 apprivoiser
apprivoiser [aaprievwaazee]1 temmen ⇒ tam, mak maken, africhten1. v1) temmen, dresseren, africhten2) mak/handelbaar maken2. s'apprivoiserv1) tam/handelbaar worden, gemakkelijker in de omgang worden2) wennen (aan) -
9 bestialité
bestialité [bestjaalietee]〈v.〉1 beestachtigheid ⇒ dierlijkheid, bruutheidf1) beestachtigheid, bruutheid2) bestialiteit [seks] -
10 communication
communication [kommuuniekaasjõ]〈v.〉1 mededeling ⇒ bericht, inzage2 omgang ⇒ communicatie, contact3 verbinding ⇒ contact, aansluiting♦voorbeelden:communication des pièces • inzage van de stukkenavoir communication de qc. • kennis van iets hebbendonner communication de qc. • iets meedelenprendre communication de qc. • kennis nemen van iets, iets ter inzage krijgenprendre une communication • een bericht aannemen3 moyens de communication • communicatiemiddelen, middelen van transportporte de communication • verbindingsdeurcommunication téléphonique • telefoonverbindingcouper les communications • de verbindingen verbreken, de verbindingswegen afsluitenprendre la communication • de telefoon aannemenf1) mededeling, bericht2) communicatie, contact3) verbinding, aansluiting -
11 compagnie
compagnie [kõpaanjie]〈v.〉2 (handels)maatschappij ⇒ compagnie, vennootschap♦voorbeelden:être de bonne compagnie • prettig in de omgang zijnaller de compagnie avec qn. • iemand vergezellenfausser compagnie à qn. • weggaan zonder iemand gedag te zeggenvoyager de compagnie • gezamenlijk reizenen compagnie de • in gezelschap van¶ compagnie de Jésus • Sociëteit, Gezelschap van Jezus, jezuïetenorde〈 informeel〉 salut la compagnie! • de mazzel, luitjes!l'illustre compagnie • de Académie françaisef1) gezelschap3) compagnie [leger]5) troep, kudde -
12 compliqué
compliqué [kõpliekee]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 ingewikkeld ⇒ moeilijk, verward, gecompliceerd♦voorbeelden:2 vous êtes un compliqué! • u bent een piekeraar(ster), u piekert te veel!adjingewikkeld, moeilijk -
13 corriger
corriger [korriezĵee]4 afranselen ⇒ slaan, lichamelijk straffen♦voorbeelden:corriger une observation • een waarneming rechtzetten1. v1) corrigeren, verbeteren3) afzwakken, verzachten4) afranselen2. se corrigerv1) zich beteren, beter worden2) afleren, afwennen -
14 facile
facile [faasiel]1 gemakkelijk ⇒ licht, vlot, vloeiend♦voorbeelden:avoir la larme facile • gauw huilenavoir la parole facile • gemakkelijk sprekenavoir la vie facile • een gemakkelijk leventje hebbenil mettra facilement deux heures à faire ce travail • hij zal vast wel twee uur voor dat werk nodig hebbenil se vexe facilement • hij is gauw op z'n tenen getraptfacile à vivre • gemakkelijk in de omgang〈 onpersoonlijk, + onbepaalde wijs〉 il m'est facile de le refuser • het valt me niet moeilijk om te weigerenfacile comme bonjour • doodsimpeladj -
15 habileté
habileté [aabieltee]〈v.〉1 handigheid ⇒ bedrevenheid, vaardigheid, knapheid♦voorbeelden:1. fbekwaamheid, bedrevenheid2. habiletésf plhandigheidjes, trucjes -
16 vivre
vivre1 [vievr]〈m.〉♦voorbeelden:couper les vivres à qn. • iemands toelage stoppen————————vivre2 [vievr]1 leven ⇒ voortbestaan, duren2 zich in leven houden ⇒ zich voeden, in zijn onderhoud voorzien3 wonen♦voorbeelden:être facile à vivre • makkelijk zijn in de omgangvivre vieux • een hoge leeftijd bereikencette mode a vécu • deze mode is voorbijje vais lui apprendre à vivre • ik zal hem eens mores lerense laisser vivre • Gods water over Gods akker laten lopensavoir vivre • weten hoe men zich gedragen moetqui vive? • wie is daar?〈 spreekwoord〉 qui vivra verra • wie dan leeft, die dan zorgtqn. qui a (beaucoup) vécu • iemand die een rijk leven heeft gehadvivre dans la mémoire des gens • in de herinnering van de mensen voortlevenil faut bien vivre • je moet toch je brood verdienenavoir de quoi vivre • genoeg hebben om van te levenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 doormaken ⇒ voelen, ondervinden♦voorbeelden:v1) leven2) wonen -
17 abord
abord [aabor]〈m.〉♦voorbeelden:d' abord • eerst, in de eerste plaatstout d' abord • voor alles, allereerstde prime abord • op het eerste gezicht -
18 acoquinement
-
19 acoquiner
acoquiner (s') (avec) [aakokkienee]〈 werkwoord〉 〈 pejoratief〉1 zich afgeven (met) ⇒ omgang hebben, zich inlaten (met) -
20 avoir de l'entregent
avoir de l'entregent
См. также в других словарях:
omgang — I om|gang 1. om|gang sb., en (samkvem), i sms. omgangs , fx omgangsform; pleje omgang med II om|gang 2. om|gang sb., en, e, ene (runde), i sms. omgangs , fx omgangstæller; ad to omgange; gå på omgang; i denne omgang … Dansk ordbog
omgång — s ( en, ar) … Clue 9 Svensk Ordbok
Stille Omgang — A painting with nine panels telling the story of the miracle. A stille omgang (silent procession or circumambulation) is an informal ritual that served as substitute for the Roman Catholic processions that were prohibited after the Reformation in … Wikipedia
Round — Omgang i en boksekamp, runde … Danske encyklopædi
Tour — Omgang, tur … Danske encyklopædi
Umgang — Ömgang (der) … Kölsch Dialekt Lexikon
Amsterdam — This article is about the Dutch capital. For other uses, see Amsterdam (disambiguation). Amsterdam Municipality/city From left to right and top to bot … Wikipedia
Thomas Vinterberg — Infobox Actor name = Thomas Vinterberg imagesize = 300px caption = Thomas Vinterberg at 40th Karlovy Vary International Film Festival birthdate = birth date and age|1969|5|19 location = Copenhagen, Denmark occupation = Film director, producer,… … Wikipedia
Pondus — is a comic strip created by the Norwegian cartoonist Frode Øverli. Since its start in 1995, it has become one of the most successful comic strips in Scandinavia. It has been translated to several languages, including Danish, English, German,… … Wikipedia
Animal sexual behaviour — This article is about the sexual behaviour of non human animals; see also Human sexuality and Sexual reproduction. Animal sexual behaviour takes many different forms, even within the same species. Among animals other than humans, researchers have … Wikipedia
Willem de Clercq — (Amsterdam, 15 January 1795 Amsterdam, 4 February 1844) was secretary (1824 , at its foundation) and later director (1831 ) of the Nederlandsche Handel Maatschappij (NHM). He is also known as a poet and as a leader of the Réveil, the Protestant… … Wikipedia