-
1 vlot
vlot1〈 het〉1 raft♦voorbeelden:————————vlot2♦voorbeelden:1 een vlotte pen • a facile/ready pendat boek laat zich vlot lezen • the book reads smoothlyeen les vlot opzeggen • reel off a lessonvlot spreken • speak fluentlyeen zaak vlot afwikkelen • settle a matter promptlyhet gaat nog niet erg vlot • it is still somewhat difficulthet ging heel vlot • it went off without a hitchvlot van begrip zijn • be quick-witted/sharphij is wat vlotter geworden • he loosened up a littleII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [drijvend] afloat♦voorbeelden: -
2 prettig
2 [gemakkelijk] nice♦voorbeelden:1 prettige feestdagen! • Merry Christmas (and a Happy New Year)!een prettig mens • a pleasant/nice personprettig weekend! • have a pleasant/nice weekendhet is prettig te horen dat … • it is nice to hear that …iets (niet) prettig vinden • (not) find something pleasantzich prettig voelen bij iets • enjoy somethingprettig in de omgang zijn • be easy to get on withdeze schoenen lopen prettig • these shoes are comfortable
Перевод: со всех языков на английский
с английского на все языки- С английского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский