Перевод: с английского на нидерландский

с нидерландского на английский

С нидерландского на:
Английский
С английского на:
Нидерландский

niet officieel

Толкование Перевод

1 informal

adj. onofficieel; niet formeel; vrijuit

informal

[ info:ml]

1 informeel ⇒ niet officieel

2 onvormelijk

3 ongedwongen

♦voorbeelden:

3 informal speech • spreektaal

English-Dutch dictionary > informal
2 private

adj. privé; van zichzelf, persoonlijk
--------
n. geheim; soldaat

private¹

[ prajvət] 〈zelfstandig naamwoord; voornamelijk Private〉

1 soldaat ⇒ militair

————————

private²

〈 privateness〉

I 〈 bijvoeglijk naamwoord〉

1 besloten ⇒ afgezonderd

2 vertrouwelijk ⇒ geheim

♦voorbeelden:

1   private celebration • viering in familiekring

     private hotel • familiehotel

     she's a very private kind of person • ze is erg op zichzelf

2   private conversation • gesprek onder vier ogen

     keep private • binnenskamers houden

     in private • in het geheim

¶ 〈 eufemistisch〉 private parts • geslachtsdelen

II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉

1 particulier ⇒ niet openbaar/publiek

2 persoonlijk ⇒ eigen

3 ambteloos ⇒ niet officieel

♦voorbeelden:

1   private enterprise • particuliere onderneming; 〈 figuurlijk〉 ondernemingslust

     private life • privéleven

     private property • privé/particulier eigendom

     private school • particuliere school

2   〈 geldwezen〉 private account • privérekening

     private detective • privédetective

¶ private eye • privédetective

     private means • inkomsten anders dan uit loon

     private member • gewoon lid van het Lagerhuis 〈 zonder regeringsfunctie〉

     〈 medicijnen, geneeskunde〉 private patient • particulier patiënt

     〈 medicijnen, geneeskunde〉 private practice • particuliere praktijk

     private soldier • gewoon soldaat

     private view • persoonlijke mening

English-Dutch dictionary > private
3 fireside

adj. hoekje bij de haard, huiselijk, niet officieel
--------
n. nabij vuur; huiselijk, huiselijke atmosfeer

fireside

1 〈 zelfstandig naamwoord〉 (hoekje bij de) haard

2 〈 zelfstandig naamwoord〉 het huiselijk leven

3 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 intiem ⇒ knus, gezellig

English-Dutch dictionary > fireside
4 playgroup

playgroup

〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉

1 peuterklasje 〈 niet officieel georganiseerd〉

English-Dutch dictionary > playgroup
5 third market

third market

parallelmarkt 〈 niet-officieel genoteerd〉

English-Dutch dictionary > third market
6 third

adj. derde
--------
n. een derde

third¹

〈 bijwoord〉

→ thirdly thirdly/

————————

third²

[ θə:d] 〈 telwoord〉〈→ Sporttermen: CricketSporttermen: Cricket/〉

1 derde ⇒ 〈 als zelfstandig naamwoord〉 derde deel; 〈 muziek〉 terts; 〈 economie〉 tertiawissel; 〈 school(wezen), bij examen〉 derde rang; 〈 ongeveer〉 voldoende; 〈 handel〉 derde kwaliteit/keus

♦voorbeelden:

1   third dimension • derde dimensie

     third in line • (als) derde op de lijst

     〈 geldwezen〉 third market • parallelmarkt 〈 niet-officieel genoteerd〉

     in third (gear) • in zijn drie/zijn derde versnelling

     〈 cricket〉 third man • third man 〈veldspeler/positie achter de slips〉

English-Dutch dictionary > third
7 unofficious

adj. niet officieel

English-Dutch dictionary > unofficious
8 unregistered

adj. ongeregistreerd (niet officieel)

English-Dutch dictionary > unregistered
9 unsolemn

adj. onbelangrijk; niet officieel

English-Dutch dictionary > unsolemn
10 certify

v. toestaan; toelaten; verlenen van een akad. of andere graad; iemand als niet klaar van zinnen verklaren

certify

[ sə:tiffaj] 〈 certified〉

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 〈+to〉getuigen (over, betreffende)

2 〈 Amerikaans-Engels〉 een diploma uitreiken

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 (officieel) verklaren ⇒ attesteren, certificeren

2 〈 Amerikaans-Engels〉 een certificaat verlenen aan ⇒ diplomeren

3 〈Brits-Engels; informeel〉 officieel krankzinnig verklaren

♦voorbeelden:

1   the bank certified the accounts (as) correct • de bank heeft de rekening gefiatteerd

     certify a copy • een afschrift voor eensluidend waarmerken

     certify someone's death • iemands dood (officieel) vaststellen

     this is to certify that … • met dezen verklaart ondergetekende dat …

3   John should be certified • ze zouden Jan moeten opbergen

English-Dutch dictionary > certify
11 dispatch

n. bericht, (officieel) report, efficiëntie
--------
v. (ver)zenden, (weg)sturen; de genadeslag geven, doden

dispatch¹, despatch

[ dispætsj]

I 〈 telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 bericht ⇒ depêche, officieel rapport; 〈 in het bijzonder〉 verslag van krijgsverrichtingen

II 〈 niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 het wegsturen

2 doeltreffendheid ⇒ snelle afhandeling

♦voorbeelden:

2 with great dispatch • met grote doeltreffendheid

————————

dispatch², despatch

〈 werkwoord〉

1 (ver)zenden ⇒ (weg)sturen

2 de genadeslag geven ⇒ doden, expediëren

3 doeltreffend afhandelen

4 wegwerken 〈eten e.d.〉 ⇒ soldaat maken

English-Dutch dictionary > dispatch
12 unlisted

adj. niet geregistreerd (bijvoorbeeld in het telefoonboek)

unlisted

[ unlistid]

1 niet geregistreerd

2 〈 geldwezen〉 incourant

♦voorbeelden:

1 unlisted number • geheim telefoonnummer

¶ 〈 geldwezen〉 unlisted securities market • parallelmarkt (officieel genoteerd)

English-Dutch dictionary > unlisted
13 drop in

binnenkomen, aanwippen, niet op officieel bezoek komen

drop in

→ drop by drop by/

English-Dutch dictionary > drop in
14 we

pron. wij, we; ik (bij officieel gebruik)

we

[ wie, 〈 sterk〉 wie:]

1 wij

2 〈verwijst naar 1e persoon enkelvoud; formeel〉 wij

♦voorbeelden:

1   we voted for him • we hebben voor hem gestemd

     it is we who are responsible • wij zijn verantwoordelijk

     they worked harder than we • zij werkten harden dan wij

2   we do not wish to disregard the reader • wij willen de lezer niet voor het hoofd stoten

English-Dutch dictionary > we
15 divorced

adj. officieel gescheiden van echtgenoot, niet langer getrouwd

English-Dutch dictionary > divorced
16 flyposting

n. het opplakkken van posters op plaatsen waar het officieel niet toegestaan is (Brits gebruik)

English-Dutch dictionary > flyposting

См. также в других словарях:

Partij voor Naastenliefde, Vrijheid en Diversiteit — Infobox Dutch Political Party party name=Partij voor Naastenliefde, Vrijheid en Diversiteit party logo= leader=Marthijn Uittenbogaard foundation=31 May 2006 headquarters=LeidenThe party doesn t technically have a headquarters, but is led from a… … Wikipedia

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на нидерландский

niet officieel

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на нидерландский

niet officieel

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: