-
1 opschuiven
1 [opschikken om plaats te maken] move up/over ⇒ 〈 informeel〉 shift/shove up2 [met betrekking tot gebeurtenissen, verplaatst worden] shift♦voorbeelden:1 schuif wat op • move over/upAjax is opgeschoven naar de tweede plaats • Ajax has moved up into second placeII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [uitstellen] put off♦voorbeelden:1 schuif die boeken eens op • shift those books, will you? -
2 inschuiven
1 [naar binnen schuiven] push/slide in2 [opschuiven] push/move up/along♦voorbeelden:2 de stoelen nog wat inschuiven • push/move the chairs up/along a bit further♦voorbeelden: -
3 stropen
1 [stelen] poachII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [opschuiven] roll/tuck up2 [villen] skin♦voorbeelden:1 de mouwen naar boven stropen • roll back/up one's sleeves
Перевод: со всех языков на английский
с английского на все языки- С английского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский