-
1 mobilize
v. mobiliseren; rekruterenmobilize, mobilise[ moobillajz] 〈zelfstandig naamwoord: mobilization〉♦voorbeelden: -
2 mobilize quickly
v. snel mobiliseren; het snel doen mobiliseren -
3 call up
-
4 enlist
v. dienst nemen; inroepen, werven[ inlist]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 inroepen ⇒ werven, mobiliseren♦voorbeelden: -
5 reenlist
v. opnieuw in dienst nemen, mobiliseren
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский