-
1 midden op de dag
midden op de dag -
2 midden op de dag
midden op de dagVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > midden op de dag
-
3 midden
midden1〈 het〉2 [tijdstip] middle4 [denk-/handelwijze] centre♦voorbeelden:de tafel staat in het midden van de kamer • the table stands in the centre/middle of the room〈 figuurlijk〉 iets in het midden brengen • bring/put forward somethingdat laat ik in het midden • I'll leave that asidede waarheid ligt in het midden • the truth lies (somewhere) in betweendat blijft voorlopig in het midden • we'll leave that aside for the momentin het midden van de winter/week • in the middle of winter/of the week3 te midden van • in the midst of, among¶ het midden houden tussen … en … • stand midway between … and …de vijand is in ons midden • the enemy is in our midstiemand uit ons midden • one of us————————midden2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:er midden in zitten • be in the thick of it/thingsmidden in de zomer • in the middle of (the) summermidden op de dag • in the middle of the dayvan midden juni tot midden augustus • from mid-June to mid-Augusthij is midden (in de) veertig • he is in his mid(dle) forties -
4 midden
midden1〈 het〉♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 iets in het midden brengen • mettre qc. sur le tapis〈 figuurlijk〉 iets in het midden laten • passer qc. sous silenceprecies in het midden • en plein milieute midden van • au milieu dete midden van haar familie • au sein de sa famille¶ dit houdt het midden tussen … en … • 〈 handelwijze〉 ceci est un compromis entre … et …; 〈 gedeeltelijke gelijkenis〉 cela tient à la fois de … et …iemand uit ons midden • (l')un des nôtres————————midden2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:midden in de week • au milieu de la semainemidden op de dag • en plein jour -
5 op klaarlichte dag
op klaarlichte dag -
6 klaarlicht
♦voorbeelden: -
7 high noon
-
8 high
adj. hoog; adellijk; stoned (door de drugs)--------adv. hoog, boven--------n. verheven; hoge versnelling; hoogtepunthigh1[ haj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————high2〈 higher〉1 hoog ⇒ hooggeplaatst, verheven2 intens ⇒ sterk, groot4 vrolijk♦voorbeelden:high camp • superkitsch(erig)high circles • hogere kringenhigh command • opperbevelHigh Commission • ambassade van een Gemenebestlid in een ander GemenebestlandHigh Commissioner • Hoge Commissarishigher court • hoger rechtscollegehigh fashion • haute coutureHigh Mass • hoogmisa high opinion of • een hoge dunk vanhave friends in high places • een goede kruiwagen hebben〈 ook meteorologie〉 high pressure • hoge druk; 〈 informeel〉 agressiviteit 〈van verkooptechniek e.d.〉high priest • hogepriesterhigh society • de hogere kringenhigh water • hoogwaterthe Most High • de Allerhoogstehigh gear • hoge versnellinghigh hopes • hoge verwachtingena high wind • een harde windhigh treason • hoogverraad〈Amerikaans-Engels; informeel〉 high roller • patser, iemand die met geld smijt, supergokkerthe high sea(s) • de volle zeeplay for high stakes • het hoog spelen〈 Brits-Engels〉 high tea • vroeg warm eten, vaak met theecome hell or high water • wat er ook gebeurthigh and mighty • uit de hoogteII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 gevorderd ⇒ hoog, op een hoogtepunt♦voorbeelden:high season • hoogseizoenhigh summer • hoogzomerit's high time we went • het is de hoogste tijd om te gaan♦voorbeelden:————————high3〈 bijwoord〉2 schel♦voorbeelden:feelings ran high • de emoties liepen hoog opride high • succes hebbensearch high and low • in alle hoeken zoeken→ hog hog/ -
9 midnoon
n. middag, midden op de dag -
10 keep
n. inkomen, inkomsten; donjon (gevangenis in fort of kasteel)--------v. houden; bewaren; krijgen; onderhouden; volhouden; leiden; voeren; groot laten worden; eigenaar zijn vankeep1[ kie:p]1 donjon ⇒ (hoofd)toren, burchttoren♦voorbeelden:play for keep • menens/voor het ‘echte’ spelen1 (levens)onderhoud ⇒ kost, voedsel♦voorbeelden:————————keep2♦voorbeelden:1 keep cool! • houd je kalm!keep left • s houdenwill you please keep still! • blijf nou toch eens stil zitten!keep going • door (blijven) gaankeep talking! • blijf praten!how is John keeping? • hoe gaat het met John?keep ahead of • (een stapje) voor blijvenkeep away (from) • uit de buurt blijven (van), wegblijven (van)keep back • op een afstand blijvenkeep down • verstopt/verborgen blijven, beneden/onder blijvenkeep down, you fool! • bukken/kop omlaag, idioot!keep indoors • in huis blijvenif the rain keeps off • als het droog blijftkeep off/out! • verboden toegang!keep together • bij elkaar blijvenkeep under • onder (de oppervlakte) blijvenkeep from smoking • niet rokenkeep off alcohol for a while • de drank een tijdje laten staankeep off the grass • verboden op het gras te lopen→ keep at keep at/, keep in keep in/, keep in with keep in with/, keep on keep on/, keep to keep to/, keep up keep up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 houden ⇒ zich houden aan, bewaren2 houden ⇒ onderhouden, eropna houden; (in dienst) hebben3 (in bezit) hebben/houden ⇒ bewaren; 〈 bij uitbreiding ook〉 in voorraad hebben, verkopen4 hoeden ⇒ beschermen, bewaren7 houden ⇒ aanhouden, blijven in/op♦voorbeelden:keep a promise • een belofte nakomenkeep the Sabbath • de sabbat in acht nemenkeep a secret • een geheim bewarenkeep a hotel • een hotel hebbenkeep a mistress • een maîtresse hebbenkeep one's wife • z'n vrouw onderhoudenthis shop doesn't keep pencils • deze winkel verkoopt geen potlodenwill you keep this record for me? • wil je deze plaat voor me bewaren?〈 informeel〉 you can keep it • je mag het houden, ik hoef het niet4 may God keep you • God behoede/beware uillness kept him in bed for a week • vanwege ziekte moest hij een week in bed blijvenkeep it clean • houd het netjesthe sick child had to be kept warm • het zieke kind moest warm gehouden wordenkeep something going • iets aan de gang houdenkeep someone waiting • iemand laten wachtenwhat kept you (so long)? • wat heeft je zo (lang) opgehouden?the police tried to keep the fans away • de politie probeerde de fans uit de buurt te houdenkeep back • tegenhouden, op een afstand houden; achterhouden, geheimhoudenwe will keep back 10% of the cost till July as agreed • zoals overeengekomen betalen we de laatste 10% pas in julikeep down • binnenhouden 〈 voedsel〉; omlaaghouden, laag houden; onder de duim houden 〈 insecten(plaag), mensen〉; onderdrukken, inhouden 〈 woede〉keep one's weight down • z'n gewicht binnen de perken houdenthe army kept the people down • het leger onderdrukte het volkkeep your head down! • bukken!keep your voices down! • niet zo hard (praten)!keep someone indoors • iemand binnenhoudenkeep off • op een afstand houdenkeep someone out • iemand buitensluitenkeep together • bij elkaar houdenthey kept him under with morphine • ze hielden hem bewusteloos met morfinekeep that kid away from those wheels! • hou dat jong bij die wielen vandaan!he tried to keep the bad news from his father • hij probeerde het slechte nieuws voor z'n vader verborgen te houdenkeep the girls from scratching each other • zorg dat de meisjes elkaar niet krabbenkeep someone in something • zorgen dat iemand geen gebrek heeft aan ietshe wanted to keep his wife in luxury • hij wilde zijn vrouw in luxe laten levenhe couldn't keep his eyes off the girl • hij kon z'n ogen niet van het meisje afhoudenkeep your hands off me! • blijf met je fikken van me af!keep them out of harm's way • zorg dat ze geen gevaar lopenhe tried to keep the story out of the papers • hij probeerde het verhaal uit de pers te houdenhe kept it to himself • hij hield het voor zichkeep someone abreast of • iemand op de hoogte houden vankeep the middle of the road • op het midden van de weg blijven rijdenkeep your seat! • blijf (toch) zitten! -
11 tomber
tomber1 [tõbee]〈m.〉 〈 sport en spel〉————————tomber2 [tõbee]3 (weg)vallen ⇒ verzwakken, verdwijnen, dalen4 te lijf gaan ⇒ zich werpen (op), aanvallen5 worden ⇒ geraken, vallen6 vallen ⇒ vervallen, instorten7 (bij toeval) komen ⇒ verschijnen, geraken♦voorbeelden:tomber mort, raide mort • morsdood neervallenil laissa tomber ces mots • hij zei de volgende woorden〈 informeel〉 laisse tomber! • kap er mee, geef 't op!!!laisser tomber qn. • iemand laten vallen, zich niet meer voor iemand interesserenlaisser tomber qc. • iets laten vallen, iets loslaten, zich niet meer met iets bezighoudenjupe qui tombe bien • rok die goed valttomber dans les bras de qn. • iemand in de armen vallentomber dans l'escalier • op de trap vallenla rue tombe dans une autre • de straat komt op een andere straat uittomber de fatigue • van moeheid omvallenmots qui tombent des lèvres de qn. • woorden die van iemands lippen komenle stylo m'est tombé des mains • de vulpen viel uit mijn handentomber par la fenêtre • uit het raam vallenle soleil lui tombe sur les yeux • de zon schijnt in zijn ogendes toits qui tombent bien bas sur les fenêtres • laag overhangende dakentomber sur ses pieds • op zijn voeten terechtkomenle jour tombe • de avond valtle vent est tombé • de wind is gaan liggen4 ils nous sont tombés dessus • ze hebben ons overvallen, verrast5 tomber amoureux, malade • verliefd, ziek wordentomber dans une erreur • in een fout vervallentomber dans la misère • in ellende gerakenil est tombé bien bas • hij is wel diep gezonken7 ça tombe bien, mal • dat treft goed, slechtil est bien tombé • hij heeft het goed getroffentomber juste • opgaan, de spijker op de kop slaanje suis tombé en pleine réunion • ik kwam midden in de vergadering binnenvallencet article m'est tombé sous les yeux • dat artikel is me toevallig onder ogen gekomentomber sur qn. • iemand tegen het lijf lopentomber sur qc. • ergens tegenaan lopen♦voorbeelden:→ vestev2) uitvallen3) verzwakken4) aanvallen5) worden6) verschijnen, komen7) vallen (op) [datum]8) uitkomen [krant] -
12 offen
offen♦voorbeelden:mit offener Hand geben • royaal zijnunter offenem Himmel • onder de blote hemeleine offene Stelle • een vacatureauf offener Straße • midden op straatTag der offenen Tür • open dagoffen bleiben • openblijven, niet opgelost wordenetwas offen halten • iets openhouden, vrij houden, onbezet latenetwas offen legen • iets blootleggen, meedelenoffen gestanden • eerlijk gezegdMilch offen verkaufen • losse melk verkopen
См. также в других словарях:
Prlwytzkofsky — is a fictional written variant of the Dutch language, based on the idiolect of the Polish German Professor Zbigniew Prlwytzkofsky (sometimes spelled Prlwytzkofski), as featured in the Tom Puss (Tom Poes in Dutch) and Oliver B. Bumble (Olivier B.… … Wikipedia
Low German — Low Saxon Spoken in Germany, Denmark, Netherlands, United States, Canada Native speakers ≈5 million (date missing) Language fam … Wikipedia
Nederdüütsch — Dieser Artikel behandelt die umgangssprachlich als Plattdeutsch bezeichnete Sprache; zu anderen Bedeutungen des Begriffs niederdeutsche Sprache siehe Niederdeutsch (Begriffsklärung). Niederdeutsch Gesprochen in Deutschland, Niederlande, Russland … Deutsch Wikipedia
Neuniederdeutsch — Dieser Artikel behandelt die umgangssprachlich als Plattdeutsch bezeichnete Sprache; zu anderen Bedeutungen des Begriffs niederdeutsche Sprache siehe Niederdeutsch (Begriffsklärung). Niederdeutsch Gesprochen in Deutschland, Niederlande, Russland … Deutsch Wikipedia
Niederdeutsch — Dieser Artikel behandelt die umgangssprachlich als Plattdeutsch bezeichnete Sprache; zu anderen Bedeutungen des Begriffs niederdeutsche Sprache siehe Niederdeutsch (Begriffsklärung). Niederdeutsch Gesprochen in Deutschland, Niederlande, Russland … Deutsch Wikipedia
Niederdeutsche Dialekte — Dieser Artikel behandelt die umgangssprachlich als Plattdeutsch bezeichnete Sprache; zu anderen Bedeutungen des Begriffs niederdeutsche Sprache siehe Niederdeutsch (Begriffsklärung). Niederdeutsch Gesprochen in Deutschland, Niederlande, Russland … Deutsch Wikipedia
Niederdeutsche Sprache — Niederdeutsch Gesprochen in Deutschland, Niederlande, Dänemark[1], Russland, Kasachstan, Kirgisistan, Kanada, USA, Mexiko, Belize, Brasilien, Bolivien und Paraguay Sprech … Deutsch Wikipedia
Niederdeutsche Sprachen — Dieser Artikel behandelt die umgangssprachlich als Plattdeutsch bezeichnete Sprache; zu anderen Bedeutungen des Begriffs niederdeutsche Sprache siehe Niederdeutsch (Begriffsklärung). Niederdeutsch Gesprochen in Deutschland, Niederlande, Russland … Deutsch Wikipedia
Niederdeutscher Sprachraum — Dieser Artikel behandelt die umgangssprachlich als Plattdeutsch bezeichnete Sprache; zu anderen Bedeutungen des Begriffs niederdeutsche Sprache siehe Niederdeutsch (Begriffsklärung). Niederdeutsch Gesprochen in Deutschland, Niederlande, Russland … Deutsch Wikipedia
Niederdeutsches Sprachgebiet — Dieser Artikel behandelt die umgangssprachlich als Plattdeutsch bezeichnete Sprache; zu anderen Bedeutungen des Begriffs niederdeutsche Sprache siehe Niederdeutsch (Begriffsklärung). Niederdeutsch Gesprochen in Deutschland, Niederlande, Russland … Deutsch Wikipedia
Niederdeutschland — Dieser Artikel behandelt die umgangssprachlich als Plattdeutsch bezeichnete Sprache; zu anderen Bedeutungen des Begriffs niederdeutsche Sprache siehe Niederdeutsch (Begriffsklärung). Niederdeutsch Gesprochen in Deutschland, Niederlande, Russland … Deutsch Wikipedia