-
101 op het kerkhof liggen
op het kerkhof liggen -
102 op kop liggen
op kop liggen -
103 op sterven liggen
op sterven liggen -
104 op vinkenslag liggen
op vinkenslag liggen -
105 op zaal liggen
op zaal liggen -
106 op zijn buik liggen
op zijn buik liggen -
107 op zijn rug liggen
op zijn rug liggen -
108 op één oor liggen
op één oor liggen -
109 renteloos laten liggen
renteloos laten liggen -
110 samen onder één deken liggen
samen onder één deken liggenêtre de mèche avec qn. -
111 stroomafwaarts liggen
stroomafwaarts liggen -
112 tegen de vlakte liggen
tegen de vlakte liggen -
113 ten, voor anker liggen
ten, voor anker liggen -
114 ter tekening liggen
ter tekening liggen -
115 twee ronden voor liggen
twee ronden voor liggen -
116 uit de gooi liggen
uit de gooi liggen -
117 ver uit, van elkaar liggen
ver uit, van elkaar liggen -
118 ver van de weg af liggen, staan
ver van de weg af liggen, staanDeens-Russisch woordenboek > ver van de weg af liggen, staan
-
119 versuft bleef hij na het ongeluk liggen
versuft bleef hij na het ongeluk liggenil gisait sur le sol, assommé sous le choc de l'accidentDeens-Russisch woordenboek > versuft bleef hij na het ongeluk liggen
-
120 verward door elkaar liggen
verward door elkaar liggen
См. также в других словарях:
liggen — didon … Woordenlijst Sranan
liggen — ligg(en obs. and dial. form of lie v.1 … Useful english dictionary
Liegen — 1. Allein liegen ist am besten. 2. Auff den, der unten liegt, soll man nicht sitzen. – Lehmann, II, 30, 42. 3. Besser liegen als betrügen. – Sprichwörtergarten, 103. Besser arm, niedrig bleiben, als auf eine unrechtliche, unwürdige Weise reich… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Lain — Lie Lie, v. i. [imp. {Lay} (l[=a]); p. p. {Lain} (l[=a]n), ({Lien} (l[imac] [e^]n), Obs.); p. pr. & vb. n. {Lying}.] [OE. lien, liggen, AS. licgan; akin to D. liggen, OHG. ligen, licken, G. liegen, Icel. liggja, Sw. ligga, Dan. ligge, Goth. ligan … The Collaborative International Dictionary of English
Lay — Lie Lie, v. i. [imp. {Lay} (l[=a]); p. p. {Lain} (l[=a]n), ({Lien} (l[imac] [e^]n), Obs.); p. pr. & vb. n. {Lying}.] [OE. lien, liggen, AS. licgan; akin to D. liggen, OHG. ligen, licken, G. liegen, Icel. liggja, Sw. ligga, Dan. ligge, Goth. ligan … The Collaborative International Dictionary of English
Lie — Lie, v. i. [imp. {Lay} (l[=a]); p. p. {Lain} (l[=a]n), ({Lien} (l[imac] [e^]n), Obs.); p. pr. & vb. n. {Lying}.] [OE. lien, liggen, AS. licgan; akin to D. liggen, OHG. ligen, licken, G. liegen, Icel. liggja, Sw. ligga, Dan. ligge, Goth. ligan,… … The Collaborative International Dictionary of English
Lien — Lie Lie, v. i. [imp. {Lay} (l[=a]); p. p. {Lain} (l[=a]n), ({Lien} (l[imac] [e^]n), Obs.); p. pr. & vb. n. {Lying}.] [OE. lien, liggen, AS. licgan; akin to D. liggen, OHG. ligen, licken, G. liegen, Icel. liggja, Sw. ligga, Dan. ligge, Goth. ligan … The Collaborative International Dictionary of English
Lying — Lie Lie, v. i. [imp. {Lay} (l[=a]); p. p. {Lain} (l[=a]n), ({Lien} (l[imac] [e^]n), Obs.); p. pr. & vb. n. {Lying}.] [OE. lien, liggen, AS. licgan; akin to D. liggen, OHG. ligen, licken, G. liegen, Icel. liggja, Sw. ligga, Dan. ligge, Goth. ligan … The Collaborative International Dictionary of English
To lie along the shore — Lie Lie, v. i. [imp. {Lay} (l[=a]); p. p. {Lain} (l[=a]n), ({Lien} (l[imac] [e^]n), Obs.); p. pr. & vb. n. {Lying}.] [OE. lien, liggen, AS. licgan; akin to D. liggen, OHG. ligen, licken, G. liegen, Icel. liggja, Sw. ligga, Dan. ligge, Goth. ligan … The Collaborative International Dictionary of English
To lie at the door of — Lie Lie, v. i. [imp. {Lay} (l[=a]); p. p. {Lain} (l[=a]n), ({Lien} (l[imac] [e^]n), Obs.); p. pr. & vb. n. {Lying}.] [OE. lien, liggen, AS. licgan; akin to D. liggen, OHG. ligen, licken, G. liegen, Icel. liggja, Sw. ligga, Dan. ligge, Goth. ligan … The Collaborative International Dictionary of English
To lie at the heart — Lie Lie, v. i. [imp. {Lay} (l[=a]); p. p. {Lain} (l[=a]n), ({Lien} (l[imac] [e^]n), Obs.); p. pr. & vb. n. {Lying}.] [OE. lien, liggen, AS. licgan; akin to D. liggen, OHG. ligen, licken, G. liegen, Icel. liggja, Sw. ligga, Dan. ligge, Goth. ligan … The Collaborative International Dictionary of English