-
1 emprunt
emprunt [ãprũ]〈m.〉♦voorbeelden:emprunt d'Etat • staatsleningemprunt à court terme • kortlopende leningemprunt privé • onderhandse leningcontracter un emprunt • een lening aangaanlancer un emprunt • een lening uitschrijvensouscrire à un emprunt • op een lening inschrijven2 d' emprunt • andermans, geleend, niet-eigenérudition d' emprunt • oppervlakkige belezenheidnom d' emprunt • valse naamm1) (geld)lening2) (het) lenen4) imitatie5) leenwoord -
2 prêt
prêt1 [pre]〈m.〉2 soldij♦voorbeelden:prêt sur gage • belening op onderpandprêt sur titres • lening met aandelen als onderpandprêt à usage • bruiklening, -leenprêt usuraire • lening tegen woekerrente————————prêt2 [pre]♦voorbeelden:être prêt à toute éventualité • op alles voorbereid zijn1. m1) lening2) soldij2. adj1) gereed, klaar (om)2) bereid (tot) -
3 contracter
contracter [kõtraaktee]1 〈 schuld, verplichting, verbintenis, verbond〉 aangaan ⇒ 〈 verplichting, verantwoordelijkheid〉 op zich nemen ⇒ 〈 verzekering〉 afsluiten ⇒ 〈 lening, huwelijk〉 sluiten♦voorbeelden:4 être contracté • nerveus, gespannen zijn1. v1) (af)sluiten [contract]2) aangaan [verplichting]3) op zich nemen [verantwoordelijkheid]4) oplopen [ziekte]5) aannemen [gewoonte]6) (doen) samentrekken [spieren]7) spannen [spieren]2. se contracterv2) verstarren [gezicht] -
4 couvrir
couvrir [koevrier]3 beschermen ⇒ beschutten, rugdekking geven, dekken4 verbergen ⇒ verhullen, bemantelen, vergoelijken♦voorbeelden:couvrir un enfant chaudement • een kind warm aankleden, goed inpakkencouvrir un livre • een boek kaftencouvrir une table d' une nappe • een tafellaken op tafel leggenla foule couvre la place • het plein staat vol met mensenles feuilles couvrent le sol • de grond is bezaaid met bladerencouvrir qn. de huées • iemand uitjouwencouvert de taches • onder de vlekken5 les applaudissements ont couvert la fin de son discours • zijn laatste woorden gingen in het applaus verlorenêtre couvert par une assurance • verzekerd zijn, gedekt zijncouvrir par chèque • per cheque betalen→ jeul'émetteur couvre cette région • de zender kan in dit gebied ontvangen worden♦voorbeelden:se couvrir de gloire • zich met roem overladen1. v1) (af-, be-, over-, toe)dekken2) kleden3) kaften [boek]5) beschermen6) verbergen, verhullen7) overstemmen, overschreeuwen8) dekken [kosten, risico's]9) omvatten11) afleggen [afstand]12) uitvoerig berichten (over), verslaan13) dekken [dieren]2. se couvrirv4) betrekken [lucht] -
5 crédit
crédit [kreedie]〈m.〉2 krediet ⇒ tegoed, lening♦voorbeelden:faire crédit à qn. • iemand krediet gevenà crédit • op afbetaling, op kredietcrédit foncier • grondkrediet8 faire crédit à qn., qc. • vertrouwen in iemand stellen, in iets hebbenjouir d'un grand crédit auprès de qn. • een groot gezag bij iemand hebbenm2) kredietbank3) creditzijde, tegoed4) vertrouwen, geloofwaardigheid5) invloed, aanzien -
6 émettre
émettre [eemetr]〈 werkwoord〉1 uiten ⇒ uitspreken, formuleren♦voorbeelden:v1) uiten, uitbrengen2) uitgeven, [bankbiljetten]3) uitschrijven [cheque]4) uitstralen -
7 titre
titre [tietr]〈m.〉1 titel ⇒ hoedanigheid, kwalificatie2 rechtstitel ⇒ akte, bewijsstuk4 effect ⇒ waardestuk, waardepapier6 gehalte♦voorbeelden:titre de noblesse • adelbriefà titre d'ami • als vriendà titre d' essai • bij wijze van proefà titre d' information • ter informatieà ce titre • om die reden, in dat opzichtà titre de réciprocité • op basis van wederkerigheidà titre bénévole • kosteloos, vrijwilligà titre exceptionnel • bij wijze van uitzonderingà titre honorifique • als bewijs van eerà titre personnel • persoonlijk, op persoonlijke titelà plus d'un titre, à plusieurs titres • in meer dan één opzicht, om verschillende redenenau même titre • op dezelfde wijzeau même titre que • evenals, op dezelfde wijze alsau titre de l'article 10 • krachtens, uit hoofde van artikel 10en titre • vast aangesteld, officieelêtre admis sur titres • toegelaten worden op grond van diploma'stitres de propriété • eigendomsbewijsà juste titre • terechtà titre gratuit • gratisà quel titre • met welk recht, om welke redenavance sur titres • lening op onderpand〈 communicatie(media)〉 les grands titres de l'actualité • overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen4 titre de rente • obligatie, schuldbewijstitre d'un alliage • gehalte van een legeringor au titre • goud van het voorgeschreven gehaltem1) titel2) hoedanigheid3) akte4) opschrift [boek]5) kop [krant]6) effect, waardepapier7) rechtsgrond8) gehalte -
8 titré
titre [tietr]〈m.〉1 titel ⇒ hoedanigheid, kwalificatie2 rechtstitel ⇒ akte, bewijsstuk4 effect ⇒ waardestuk, waardepapier6 gehalte♦voorbeelden:titre de noblesse • adelbriefà titre d'ami • als vriendà titre d' essai • bij wijze van proefà titre d' information • ter informatieà ce titre • om die reden, in dat opzichtà titre de réciprocité • op basis van wederkerigheidà titre bénévole • kosteloos, vrijwilligà titre exceptionnel • bij wijze van uitzonderingà titre honorifique • als bewijs van eerà titre personnel • persoonlijk, op persoonlijke titelà plus d'un titre, à plusieurs titres • in meer dan één opzicht, om verschillende redenenau même titre • op dezelfde wijzeau même titre que • evenals, op dezelfde wijze alsau titre de l'article 10 • krachtens, uit hoofde van artikel 10en titre • vast aangesteld, officieelêtre admis sur titres • toegelaten worden op grond van diploma'stitres de propriété • eigendomsbewijsà juste titre • terechtà titre gratuit • gratisà quel titre • met welk recht, om welke redenavance sur titres • lening op onderpand〈 communicatie(media)〉 les grands titres de l'actualité • overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen4 titre de rente • obligatie, schuldbewijstitre d'un alliage • gehalte van een legeringor au titre • goud van het voorgeschreven gehalteadj -
9 tranche
tranche [trãsĵ]〈v.〉1 plak ⇒ schijf, snee, stuk3 muntrand ⇒ rand, kant♦voorbeelden:tranche de veau • kalfslapjetranche napolitaine • cassata(ijs)2 doré sur tranches • goud, verguld op sneef1) plak, lap2) bilstuk [rund]3) snee [boek]4) rand [munt]5) doorsnede6) gedeelte7) trekking [loterij] -
10 avance sur titres
avance sur titres -
11 contracter un emprunt
contracter un emprunt -
12 couvrir un emprunt
couvrir un emprunt -
13 emprunt privé
emprunt privé -
14 emprunt à court terme
emprunt à court terme -
15 lancer un emprunt
lancer un emprunt -
16 mont-de-piété
-
17 prêt sur titres
prêt sur titres -
18 prêt usuraire
prêt usuraire -
19 souscrire à un emprunt
souscrire à un emprunt
См. также в других словарях:
Léning — Léning … Deutsch Wikipedia
Lening — Léning Léning Pays France … Wikipédia en Français
Léning — País … Wikipedia Español
Léning — is a village and commune in the Moselle département of France.ee alsoCommunes of the Moselle department … Wikipedia
Léning — 48° 57′ 28″ N 6° 48′ 28″ E / 48.9578, 6.8078 … Wikipédia en Français
Lening — Johannes Lening, (* 14. Februar 1491 in Butzbach; † 3. Mai 1566 in Melsungen) war ein evangelischer Theologe und Reformator. Leben Herkunft und Jugend sind unbekannt. Bekannt ist, dass Lening 1514 als Kartäuser zu Eppenburg eintritt und dort bis… … Deutsch Wikipedia
Lening — This unusual and intriguing name, found mainly in Northern England, is of Anglo Saxon origin, and has a number of possible interpretations. Firstly, it may be a variant form, with n for m , a common substitution, of the locational surname Leeming … Surnames reference
Johannes Lening — (* 14. Februar 1491 in Butzbach; † 3. Mai 1566 in Melsungen) war ein evangelischer Theologe und Reformator. Leben Herkunft und Jugend sind unbekannt. Bekannt ist, dass Lening 1514 als Kartäuser zu Eppenberg eintritt und dort bis 1527 verbleibt.… … Deutsch Wikipedia
Francaltroff — Pour les articles homonymes, voir Altroff (homonymie). 48° 57′ 48″ N 6° 47′ 53″ E … Wikipédia en Français
Dorsweiler — Torcheville DEC … Deutsch Wikipedia
Geinslingen — Guinzeling … Deutsch Wikipedia