-
21 dat is verrot lastig
dat is verrot lastig -
22 deze opdracht is mieters lastig
deze opdracht is mieters lastigDeens-Russisch woordenboek > deze opdracht is mieters lastig
-
23 een lastig, vervelend portret
een lastig, vervelend portret -
24 het iemand lastig maken
het iemand lastig makenrendre la vie difficile à qn. -
25 hij heeft een lastig humeur
hij heeft een lastig humeur -
26 iemand in een lastig, moeilijk parket brengen
iemand in een lastig, moeilijk parket brengenmettre qn. dans de beaux drapsDeens-Russisch woordenboek > iemand in een lastig, moeilijk parket brengen
-
27 iemand lastig vallen
iemand lastig vallenimportuner qn. -
28 dat is vervloekt lastig
dat is vervloekt lastigVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat is vervloekt lastig
-
29 een lastig heuveltje
een lastig heuveltjeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een lastig heuveltje
-
30 een lastig kind
een lastig kindan unruly/a difficult childVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een lastig kind
-
31 een lastig portret
een lastig portretVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een lastig portret
-
32 een lastig vraagstuk
een lastig vraagstukVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een lastig vraagstuk
-
33 het iemand lastig maken
het iemand lastig makenmake things hard/difficult for someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het iemand lastig maken
-
34 hij is gemakkelijk/lastig in de omgang
hij is gemakkelijk/lastig in de omganghe is easy/difficult to get on withVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij is gemakkelijk/lastig in de omgang
-
35 iemand lastig vallen
iemand lastig vallenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand lastig vallen
-
36 in een lastig parket zitten
in een lastig parket zittenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in een lastig parket zitten
-
37 een lastig kind
-
38 een lastig zeeschip
-
39 hij is een lastig portret
мест.общ. он трудный человек -
40 in een lastig parket brengen
гл.общ. (iem.) поставить (кого-л.) в затруднительное положение, (iem.) поставить (кого-л.) в тупик
См. также в других словарях:
Lästig — Lästig, er, ste, adj. et adv. ein Wort, welches nur in der figürlichen Bedeutung des Wortes Last üblich ist, sehr beschwerlich, von Dingen, welche man mit einem merklichen Grade des Widerwillens thut oder leidet. Ein lästiger Besuch. Einer… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
lästig — Adj. (Mittelstufe) störend und unangenehm Synonyme: ärgerlich, aufdringlich, leidig, misslich, zudringlich, nervig (ugs.) Beispiele: Mich plagt ein lästiger Husten. Sie versuchte, die lästigen Gedanken zu vertreiben. Die Mücken summten den ganzen … Extremes Deutsch
lastig — lastíg s.n. (înv.) stofă de lână foarte tare, un fel de satin. Trimis de blaurb, 29.06.2006. Sursa: DAR … Dicționar Român
lästig — ↑genant, ↑sekkant … Das große Fremdwörterbuch
lästig — Adj std. (15. Jh.), fnhd. lestec, lestic Stammwort. Ableitung zu Last, zunächst in der Bedeutung beschwerlich , dann unangenehm . Präfixableitung: belästigen. ✎ Röhrich 2 (1992), 931. deutsch s. Last … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
lästig — [Network (Rating 5600 9600)] Auch: • ärgerlich Bsp.: • Das ist eine ärgerliche Situation … Deutsch Wörterbuch
lästig — unerfreulich; ärgerlich; nicht wünschenswert; leidig; unerwünscht; nicht erwünscht; die Kacke am dampfen (derb); unwillkommen; störend; penetrant; … Universal-Lexikon
lästig — lạ̈s·tig Adj; (jemandem) lästig <eine Person, eine Sache> so, dass sie jemanden stören und ihm auf die Nerven gehen ≈ störend, ärgerlich: Jetzt kommt dieser Typ schon wieder! der wird mir allmählich lästig; Ich bin froh, wenn ich mit diesen … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
lästig — Last: Zu dem unter 1↑ laden (ahd. ‹h›ladan) behandelten Verb stellt sich die westgerm. Substantivbildung *hlaÞ sti , sta »Ladung«. Darauf gehen zurück mhd. last, ahd. ‹h›last, niederl. last, engl. last. – Im übertragenen Gebrauch bezieht sich… … Das Herkunftswörterbuch
lästig — ärgerlich, aufdringlich, hinderlich, im Weg, leidig, misslich, nachteilig, störend, unangenehm, unerfreulich, unerwünscht, zudringlich; (schweiz.): bemühend, ungefreut; (geh.): unerquicklich; (ugs.): nervig; (geh. veraltend): verdrießlich;… … Das Wörterbuch der Synonyme
lästig — lạ̈s|tig ; lästig werden; jemandem D✓lästig fallen oder lästigfallen … Die deutsche Rechtschreibung