-
1 laden
adj. geladen, beladen[ leedn]♦voorbeelden: -
2 laden with anxieties
laden with anxieties -
3 laden weight
beladen gewicht -
4 care-laden
→ careworn careworn/ -
5 heavy-laden
-
6 Osama Bin Laden
n. Osama Bin Laden, biljonair uit Saoedie-Arabië afkomstig en in Afganistan woonachtig (verdacht van zware terreuraanslagen op ambassades van V.S. in Kenia en Tanzanië in 1998 en van het te pletter slaan van gekaapte vliegtuigen op het Pentagongebouw en de twee identieke torens (de Tweeling Torens) in 2001 met duizenden doden en de vernietiging van de beroe02/01/02*** -
7 load-and-go
laden en uitvoeren -
8 load
n. vracht, lading; last; depressie--------v. inladen, laden; beladen; overladen; opladen; belastenload1[ lood] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:they have loads of money • ze zwemmen in het geld¶ come down like a load of bricks (on someone) • met een geweldige smak neerkomen (op iemand); plotseling te keer gaan (tegen iemand)————————load2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:the table was loaded with presents • de tafel stond vol met cadeausthe dice seem to be loaded against me • het lijkt erop dat ik tegengewerkt word -
9 lade
v. laden, beladen1 laden ⇒ vracht innemen/aan boord nemenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (be)laden ⇒ bevrachten, verschepen -
10 bureau
n. buro; kast met laden; bureau; schrijftafel3 dienst ⇒ bureau; kantoor; departement, ministerie -
11 careworn
-
12 charge
n. prijs; verantwoordelijkheid; lading; beschuldiging--------v. rekenen (ook bij een betaling); gebieden; beginnen; opladen (ook van geweer); declarerencharge1[ tsja:dzj]3 prijs ⇒ kost(en), schuld4 iets/iemand waarvoor men verantwoordelijk is ⇒ pupil, beschermeling♦voorbeelden:face a charge of theft • terechtstaan wegens diefstalarrest someone on a charge of murder • iemand arresteren op beschuldiging van moord1 zorg ⇒ hoede, leiding♦voorbeelden:I've got charge of this class • ik heb de leiding in deze klastake charge of • de leiding nemen over, zich belasten metin charge of • verantwoordelijk voorin/under the charge of • onder de hoede van————————charge22 opladen ⇒ laden, vullen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 bevelen ⇒ opdragen, instrueren♦voorbeelden:charge something (up) to/against one's account • iets op zijn rekening laten schrijven -
13 freight
n. vracht(goed/goederen); vrachtprijs--------v. vracht, lading; zeevrachtfreight11 vracht(goed/goederen)————————freight2〈 werkwoord〉 -
14 heap
n. hoop; (in computers) heap, gereserveerde of vrije ruimte in het computer geheugen voor de tijdelijke opslag van belangrijke bronnen--------v. ophopen; verzamelen; opvullenheap1[ hie:p] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hoop ⇒ stapel, berg♦voorbeelden:I've heard that story heaps of times • ik heb dat verhaal al zo vaak gehoordit was heaps better • het was stukken beter————————heap2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
15 kick
n. trap; schop; terugstoot; genot (spreektaal); gekheid die weer overgaat; kracht--------v. schoppen; eruit schoppen; eruit gooien; tijdelijk iemand van het internet verwijderen (in computers); aanmoedigen; laden (van een geweer); tegenstand bieden; klagen (slang); spartelenkick1[ kik]♦voorbeelden:3 do something for kicks • iets voor de lol/sensatie doen1 kracht ⇒ fut, energie♦voorbeelden:this martini has a lot of kick in it • deze martini is heel koppig————————kick2♦voorbeelden:3 kick against/at • protesteren/rebelleren tegenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 schoppen ⇒ trappen, wegtrappen♦voorbeelden:kick back • terugschoppenkick out • eruit schoppen/trappen, verstoten, ontslaan -
16 lading
-
17 overcharge
n. overdreven prijs--------v. overvragen, te veel vragen; overbelastenovercharge1————————overcharge2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 overbelasten ⇒ te zwaar/sterk laden♦voorbeelden: -
18 overload
n. belasting, overbelasting--------v. overbelastenoverload1〈zelfstandig naamwoord; voornamelijk enkelvoud〉————————overload2〈 werkwoord〉 -
19 prime
adj. hoofd-; hoofdzaak; uitgelezen, prima; essentieel; voortreffelijk--------n. hoogste volmaaktheid, bloei, hoogtepunt; priemgetal (wisk.)--------v. (motor) opgang brengen; opladen; beginnen; klaarmaken (voor gebruik)prime1[ prajm] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:she's well past her prime • ze is niet jong meer————————prime2♦voorbeelden:the prime meridian • de nulmeridiaanprime motive • hoofdmotief————————prime3〈 werkwoord〉3 〈 techniek, technologie〉 op gang brengen 〈 door ingieten van water of olie〉 ⇒ voeden 〈 pomp〉, injecteren 〈 motor〉♦voorbeelden: -
20 reload
См. также в других словарях:
laden — la‧den [ˈleɪdn] adjective 1. TRANSPORT loaded with a particular material or substance: • No laden tanker over 10,000 gross tonnes is permitted to pass through the area. • an oil laden truck laden with • a lorry laden with 4 tonnes of waste paper … Financial and business terms
Laden — steht für: Laden (Geschäft), Verkaufsraum im Groß und Einzelhandel Fensterladen, Klappe zum Verschließen einer Fensteröffnung an Gebäuden Laden ist der Familienname folgender Personen: Osama bin Laden Muhammad bin Laden Salim bin Laden Carmen bin … Deutsch Wikipedia
Laden — Lad en, p. & a. Loaded; freighted; burdened; as, a laden vessel; a laden heart. [1913 Webster] Ah sinful nation, a people laden with iniquity. Is. i. 4. [1913 Webster] A ship laden with gold. Shak. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
-laden — [lād′ n] combining form filled, covered, permeated, or burdened with [flower laden, metaphor laden, doom laden] * * * … Universalium
-laden — ► used in adjectives to show that something has or is carrying a lot of something: »debt laden banks »They were accused of driving waste laden trucks with no cover over them. Main Entry: ↑laden … Financial and business terms
laden — ¹laden 1. a) einladen, unterbringen, verladen, verstauen; (Seemannsspr.): stauen; (Seew.): trimmen. b) aufnehmen, fassen. c) befrachten, beladen, bepacken, beschweren, vollladen, vollpacken; (geh.): aufbürden; (salopp): aufsacken; … Das Wörterbuch der Synonyme
laden — V. (Grundstufe) Fracht auf einem Transportmittel verstauen Beispiel: Er hat das Gepäck ins Auto geladen. Kollokation: Waren auf einen Wagen laden laden V. (Aufbaustufe) etw. mit Munition füllen Beispiel: Sei vorsichtig, die Pistole ist geladen!… … Extremes Deutsch
-laden — [lād′ n] combining form filled, covered, permeated, or burdened with [flower laden, metaphor laden, doom laden] … English World dictionary
Laden — ¹laden 1. a) einladen, unterbringen, verladen, verstauen; (Seemannsspr.): stauen; (Seew.): trimmen. b) aufnehmen, fassen. c) befrachten, beladen, bepacken, beschweren, vollladen, vollpacken; (geh.): aufbürden; (salopp): aufsacken; … Das Wörterbuch der Synonyme
Laden — Laden: Das auf das dt. Sprachgebiet beschränkte Substantiv (mhd. laden »Brett, Bohle; Fensterladen; Kaufladen«) ist mit der Sippe von ↑ Latte verwandt. Das Wort bedeutete zunächst »Brett, Bohle« und »aus Brettern oder Bohlen Gefertigtes«. Dann… … Das Herkunftswörterbuch
Laden — [Basiswortschatz (Rating 1 1500)] Auch: • Geschäft Bsp.: • Die Geschäfte machen um 9 Uhr auf. • Welcher Laden verkauft Schuhe? • Es gibt viele Geschäfte in diesem Gebiet. • Ich glaube, dass sie in diesem Geschäft Wein verkaufen … Deutsch Wörterbuch