-
1 latter
adj. de tweede; de voorlaatste; de vorige; later; de laterelatter11 de/het laatstgenoemde 〈van twee; informeel ook van meer〉 ⇒ de/het tweede♦voorbeelden:1 Brahms and Bruckner; the latter from the South • Brahms en Bruckner; de laatstgenoemde/de tweede uit het zuiden————————latter2〈 determinator〉 〈 formeel〉2 laatst♦voorbeelden:2 in his latter years • in zijn laatste/latere jaren
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский