-
1 childish mischief
kinderlijk kattekwaad, kinderlijke ondeugendheid -
2 childish
-
3 babyish
-
4 childlike
-
5 dewy-eyed
dewy-eyed -
6 filial
adj. van zoon; van dochter; van kind-ouder relatie; filiaal[ filliəl]1 kinderlijk ⇒ kinder-, filiaal♦voorbeelden: -
7 foolproof
adj. volkomen veilig, ongevaarlijk; onfeilbaarfoolproof1 volkomen veilig/ongevaarlijk -
8 infantile
-
9 jejune
-
10 juvenile
adj. jeugdig-, jong, onvolwassen, kinderachtig--------n. jong; jeugdig; minderjarigjuvenile1[ dzjoe:vənajl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 jongere ⇒ jeugdig/jong persoon————————juvenile21 jeugdig ⇒ jong, kinder-, kinderlijk♦voorbeelden:juvenile delinquency • jeugdcriminaliteitjuvenile delinquents • jeugddelinquenten -
11 puerile
-
12 diddums
interj. uitroep die aangeeft dat de spreker denkt dat de persoon tegen wie wordt gericht kinderlijk is, iets wat een persoon tegen iemand zegt om aan te geven dat hij of zij geen sympathie heeft voor iemand die zich als een kind gedraagt -
13 doited
adj. onredelijk of kinderlijk (speciaal als resultaat van gevorderde leeftijd); seniel -
14 looks like a child
ziet er kinderlijk uit -
15 sea blubber
kwal (kinderlijk taalgebruik)
См. также в других словарях:
704-й штурмовой авиационный полк — Войск … Википедия