Перевод: с немецкого на все языки

со всех языков на немецкий

Со всех языков на:
Немецкий
С немецкого на:
Нидерландский

intrekken

Толкование Перевод

1 zurücknehmen

zurücknehmen

1 terugnemen ⇒ intrekken, herroepen

2 terugtrekken

3 terug-, innemen

4 terugnemen, reguleren

♦voorbeelden:

1    Maßnahmen zurücknehmen • maatregelen intrekken

sein Versprechen zurücknehmen • zijn belofte herroepen

〈 bordspel〉 den Zug zurücknehmen • de zet terugnemen

3    Waren werden nur mit Kassenzettel zurückgenommen • geen ruiling zonder (kassa)bon

4    Gas zurücknehmen • gas terugnemen

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > zurücknehmen
2 Bauch

Bauch

〈m.; Bauch(e)s, Bäuche〉

1 buik

♦voorbeelden:

1 einen Bauch ansetzen • een buikje krijgen

ich hielt mir (vor Lachen) den Bauch • ik hield mijn buik vast (van het lachen)

Bauch herein! • buik intrekken!

〈 figuurlijk〉 auf den Bauch fallen • de mist ingaan

〈 spreekwoord〉 ein voller Bauch studiert nicht gern • een volle maag studeert niet graag

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Bauch
3 Bauch herein

Bauch herein!

buik intrekken!

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Bauch herein
4 Konzession

Konzession

〈v.; Konzession, Konzessionen〉

1 concessie ⇒ het toegeven

2 vergunning ⇒ recht

♦voorbeelden:

1 jemandem Konzessionen anbieten, machen • aan iemand concessies doen

2 Inhaber einer Konzession • vergunninghouder

jemandem die Konzession entziehen • iemands vergunning intrekken

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Konzession
5 Maßnahmen zurücknehmen

Maßnahmen zurücknehmen

maatregelen intrekken

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Maßnahmen zurücknehmen
6 Urlaub

Urlaub

〈m.; Urlaub(e)s, Urlaube〉

1 vakantie ⇒ verlof 〈 ook leger〉

♦voorbeelden:

1 seinen Urlaub antreten • met vakantie gaan, vertrekken

〈 leger〉 den Urlaub sperren • de verloven intrekken

auf, in, im Urlaub sein • op, met vakantie zijn

in Urlaub fahren, gehen • met vakantie gaan

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Urlaub
7 aufrufen

aufrufen

1 afroepen

2 oproepen ⇒ een oproep doen

3 〈 formeel〉een beroep doen, appelleren

4 〈 juridisch〉 oproepen ⇒ dagvaarden

5 〈 computer〉 oproepen

6 〈 economie〉intrekken, terugnemen, terugvorderen

♦voorbeelden:

1    jemanden beim, mit Namen aufrufen • iemands naam afroepen

2    die Bevölkerung zum Widerstand aufrufen • de bevolking tot verzet oproepen

3    jemandes Gewissen aufrufen • op iemands geweten een beroep doen

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > aufrufen
8 breit

breit

1 breed 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ ruim

2 breedvoerig, uitvoerig ⇒ breedsprakig

♦voorbeelden:

1 breit gefächert • veelzijdig, ruim, wijdvertakt

sich breit machen • (a) veel plaats innemen, zich installeren; (b) gewichtig, dik doen • (c) zich doen gelden, om zich heen grijpen; 〈 (d) pejoratief〉intrekken, komen wonen

¶ eine breite Aussprache • een breedgerekte, platte uitspraak

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > breit
9 den Urlaub sperren

den Urlaub sperren

de verloven intrekken

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > den Urlaub sperren
10 ducken

ducken

I 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 snel intrekken

2 〈 figuurlijk〉 kleineren ⇒ klein krijgen

♦voorbeelden:

2 er duckt seine ganze Familie • hij tiranniseert zijn hele gezin

II sich ducken 〈 wederkerend werkwoord〉

1 snel bukken ⇒ wegduiken

2 〈 figuurlijk〉 zich onderwerpen ⇒ in z'n schulp kruipen

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > ducken
11 einfahren

einfahren

I    〈onovergankelijk werkwoord; sein〉

1 binnenvaren, -rijden

♦voorbeelden:

1    〈 mijnwezen〉 die Bergleute fahren (in die Grube) ein • de mijnwerkers dalen (in de mijn) af

II 〈overgankelijk werkwoord; haben〉

1 inrijden, binnenbrengen

2 in-, stukrijden

3 inrijden 〈 van een auto〉

4 intrekken

♦voorbeelden:

1    die Ernte einfahren • de oogst binnenhalen

3    Pferde einfahren • paarden in het tuig leren lopen

III sich einfahren 〈 wederkerend werkwoord〉

1 zich inrijden, leren rijden

2 gewoon worden, ingeburgerd raken

♦voorbeelden:

2    die Sache hat sich gut eingefahren • de zaak is goed op gang gekomen

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > einfahren
12 einziehen

einziehen

I    〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 binnentrekken ⇒ z'n intocht houden

2 trekken in (een woning)

3 trekken in ⇒ indringen

♦voorbeelden:

2    in eine eigene Wohnung einziehen • een eigen woning betrekken

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 intrekken ⇒ binnenhalen

2 inademen

3 innen ⇒ incasseren

4 verbeurd verklaren ⇒ beslag laten leggen op

5 uit de roulatie nemen

6 oproepen ⇒ onder de wapens roepen

7 inwinnen

8 (laten) inspringen

9 niet meer bezetten ⇒ opheffen

♦voorbeelden:

3    Schulden einziehen • schulden innen

4    jemandes Vermögen einziehen • op iemands vermogen beslag laten leggen

7    Erkundigungen einziehen • inlichtingen inwinnen

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > einziehen
13 entziehen

entziehen

I    〈 overgankelijk werkwoord〉

1 onttrekken, -nemen

2 〈 informeel〉aan een ontwenningskuur onderwerpen, laten afkicken

♦voorbeelden:

1    jemandem den Führerschein entziehen • iemands rijbewijs intrekken

jemandem das Vertrauen entziehen • het vertrouwen in iemand opzeggen

II sich entziehen 〈 wederkerend werkwoord〉

1 zich bevrijden, losmaken van, uit

2 zich onttrekken aan

♦voorbeelden:

1    er konnte sich ihrem Reiz nicht entziehen • hij kon haar charme niet weerstaan

2    das entzieht sich meiner Kenntnis • dat is mij onbekend

¶    sich der Welt entziehen • zich uit de wereld terugtrekken

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > entziehen
14 jemandem den Führerschein entziehen

jemandem den Führerschein entziehen

iemands rijbewijs intrekken

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandem den Führerschein entziehen
15 jemandem die Konzession entziehen

jemandem die Konzession entziehen

iemands vergunning intrekken

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandem die Konzession entziehen
16 sich breit machen

sich breit machen

(a) veel plaats innemen, zich installeren; (b) gewichtig, dik doen • (c) zich doen gelden, om zich heen grijpen; 〈 (d) pejoratief〉intrekken, komen wonen

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > sich breit machen
17 sperren

sperren

I    〈 onovergankelijk werkwoord〉〈 regionaal〉

1 klemmen

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 afsluiten ⇒ versperren, stremmen, afzetten

2 verbieden ⇒ intrekken

3 blokkeren ⇒ afsluiten

4 opsluiten

5 〈 voetbal, hockey〉 afhouden

6 〈 sport en spel〉 schorsen ⇒ uitsluiten

7 〈 boekwezen〉 spatiëren

8 〈 Zuid-Duitsland, Oostenrijk〉 sluiten ⇒ dichtmaken

♦voorbeelden:

1    eine Straße sperren • een straat, weg afsluiten, afzetten

jemandem den Weg sperren • iemand de weg versperren

gesperrt! • verkeer gestremd!

2    den See für Boote sperren • het meer voor boten verbieden

3    jemandem das Gas sperren • bij iemand het gas afsluiten

jemandem das Konto sperren • iemands rekening blokkeren

4    jemanden in eine Zelle sperren • iemand in een cel opsluiten

III sich sperren 〈 wederkerend werkwoord〉

1 zich verzetten ⇒ tegenspartelen, tegenstribbelen

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > sperren
18 wegtauchen

wegtauchen

〈 informeel〉

1 zijn kop intrekken ⇒ zich kleinmaken

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > wegtauchen
19 widerrufen

widerrufen

1 herroepen, intrekken, terugnemen ⇒ tegenspreken 〈 bericht〉

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > widerrufen
20 zurückziehen

zurückziehen

I    〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 terugtrekken ⇒ verhuizen

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 terugtrekken

2 terug-, intrekken

♦voorbeelden:

1    den Vorhang zurückziehen • het gordijn opzijtrekken

〈 figuurlijk〉 es zieht ihn immer zu ihr zurück • hij komt steeds weer bij haar terug

2    ein Arzneimittel zurückziehen • een geneesmiddel uit de markt, roulatie nemen

III sich zurückziehen 〈 wederkerend werkwoord〉

1 (zich) terugtrekken

2 (zich) afwenden, afkeren

♦voorbeelden:

1    〈 figuurlijk〉 sich auf den Standpunkt zurückziehen, dass … • het standpunt innemen, dat …

〈 figuurlijk〉 sich in sich selbst zurückziehen • (a) zich afzonderen, vereenzelvigen; (b) in zichzelf keren

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > zurückziehen

См. также в других словарях:

Фортуна (футбольный клуб, Ситтард) — У этого термина существуют и другие значения, см. Фортуна (значения). Фортуна … Википедия
Diederik Stapel — Diederik Alexander Stapel (born in Oegstgeest, 19 October 1966) is a former professor of social psychology at Tilburg University and before that at the University of Groningen in the Netherlands.[1] In 2011 Tilburg University suspended Stapel,… … Wikipedia
Petronella Moens — par Marg. Corn. Boellaard/W. van Senus Naissance 1762 Kûbaard … Wikipédia en Français

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с немецкого на все языки

intrekken

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с немецкого на все языки

intrekken

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: