-
1 inspelen
1 [geschikt maken voor gebruik] essayer♦voorbeelden:1 [+ op][vooruit lopen op] anticiper (sur)♦voorbeelden:inspelen op een rage • sacrifier à une mode -
2 inspelen
♦voorbeelden:1 zich inspelen • practise, knock the ball around1 [vooruitlopen op] anticipate2 [reageren op] go along with ⇒ 〈 handig〉 capitalize on, take advantage of, 〈 begrip hebben voor〉 feel for♦voorbeelden:2 inspelen op een behoefte/rage • take advantage of a need/craze -
3 inspelen
-
4 inspelen op
гл.общ. соответственно реагировать про\\на... -
5 inspelen op een behoefte
inspelen op een behoefte -
6 inspelen op een rage
inspelen op een rage -
7 inspelen op wat komen gaat
inspelen op wat komen gaat -
8 inspelen op een behoefte/rage
inspelen op een behoefte/ragetake advantage of a need/crazeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > inspelen op een behoefte/rage
-
9 inspelen op wat komen gaat
inspelen op wat komen gaatVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > inspelen op wat komen gaat
-
10 de nieuwe snaren van een gitaar inspelen
de nieuwe snaren van een gitaar inspelenDeens-Russisch woordenboek > de nieuwe snaren van een gitaar inspelen
-
11 zich inspelen
zich inspelen -
12 zich inspelen
zich inspelenpractise, knock the ball around -
13 zich inspelen
гл.общ. сыграться -
14 обыграть
1.gener. (van instrument) inspelen2. vgener. (iem.) blut spelen (кого-л., в карты), (iem.) bluts spelen (кого-л., в карты) -
15 соответственно реагировать про\\на...
predic.gener. inspelen opDutch-russian dictionary > соответственно реагировать про\\на...
-
16 сыграться
vgener. samenspelen, zich inspelen -
17 inschieten
1 [iets van betekenis kwijtraken] lose2 [verbrijzelen] smash3 [wapens e.d. testen, het afschieten voorbereiden] find the range of♦voorbeelden:zijn leven erbij inschieten • lose one's life (doing something)2 een ruit inschieten • smash/shatter a window1 [mislopen] fall through2 [vallen in] land in ⇒ go/fall in(to)3 [ergens snel binnengaan] shoot in(to)♦voorbeelden:1 mijn lunch zal er wel bij inschieten • that's my lunch down the drain/gone by the wayside1 [inspelen] warm up2 [in het doel schieten] 〈 onovergankelijk werkwoord〉 score; 〈 overgankelijk werkwoord〉 shoot into the net♦voorbeelden:1 zich inschieten • warm up, knock the ball about -
18 inslaan
2 [in voorraad nemen] stock (up on/with)4 [aanbrengen in] stamp in/on♦voorbeelden:1 iemand de hersens inslaan • bash/beat someone's brains ineen ruit inslaan • smash a window♦voorbeelden:nieuwe wegen inslaan • break new ground, blaze a (new) trailop iemand blijven inslaan • hit someone repeatedlyzijn nieuwe plaat sloeg enorm in • his new record was a smash hithet nieuws sloeg in als een bom • the news came as a bombshell♦voorbeelden:
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский