-
1 inleiden
-
2 inleiden
1 [binnenleiden] introduire2 [introduceren] présenter (qn. à)3 [(iemand) bekendmaken (met iets)] initier (qn. à)4 [de voorbode zijn van] préluder à♦voorbeelden:3 iemand in de filosofie inleiden • initier qn. à la philosophie -
3 inleiden
ввести в; выступить со вступительным словом; открыть; представить* * *(d)вводить; делать вступление* * *гл.общ. вводить, знакомить (с делом), представлять (человека) -
4 inleiden
I.einführenII.einleiten -
5 inleiden
v. introduce, preface, prelude; initiate, open -
6 inleiden
tanıtmak [-ır] v -
7 inleiden
introduire -
8 een spreker bij het publiek inleiden
een spreker bij het publiek inleidenDeens-Russisch woordenboek > een spreker bij het publiek inleiden
-
9 iemand in de filosofie inleiden
iemand in de filosofie inleideninitier qn. à la philosophieDeens-Russisch woordenboek > iemand in de filosofie inleiden
-
10 een bevalling inleiden
een bevalling inleideninduce labour/a pregnant womanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een bevalling inleiden
-
11 een spreker bij het publiek inleiden
een spreker bij het publiek inleidenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een spreker bij het publiek inleiden
-
12 zijn toespraak met enkele opmerkingen inleiden
zijn toespraak met enkele opmerkingen inleidenintroduce/preface one's talk with a few remarksVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn toespraak met enkele opmerkingen inleiden
-
13 вводить
v1) gener. inhuldigen (напр. новую систему), (данные) intoetsen (синоним слова intypen), lanceren, inburgeren (в язык иностранное слово), inrijden (машину в гараж), insturen (судно в порт, машину в гараж и т.п.), invoeren, binnenhalen, binnenleiden (в дом), inleiden, instellen, voorleiden2) comput. ingeven (данные в поле для заполнения)3) navy. inloodsen (судно в порт, в пролив и т.п.) -
14 знакомить
-
15 представлять
v1) gener. inleven, (кого-то) pleiten, afschilderen, onderstellen (ñåáå), opvoeren, overleggen (документы), presenteren, voorleggen, voorstellen (кого-л., что-л.), afbeelden, affecteren, bijbrengen (довод, свидетельство), de mogelijkheid bieden, inleiden (человека), uitbeelden, uithalen, verbeelden, vertegenwoordigen, vertonen, voordragen (к должности), voorstaan (интерес), zich inbeelden (ñåáå)2) law. (документ) gelegd3) theatre. vertolken4) busin. (в бухг. отчётности) verwerken -
16 introduceren
♦voorbeelden:
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Русский
- Турецкий
- Французский