-
1 eigener Grund und Boden
-
2 auf eigener Scholle
auf eigener Scholle -
3 aus eigener Initiative
aus eigener Initiative -
4 aus eigener Macht
aus eigener Macht -
5 aus eigener Machtvollkommenheit
aus eigener Machtvollkommenheitop eigen gezag, eigenmachtigWörterbuch Deutsch-Niederländisch > aus eigener Machtvollkommenheit
-
6 etwas aus eigener Anschauung kennen
etwas aus eigener Anschauung kennenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > etwas aus eigener Anschauung kennen
-
7 in eigener Regie
in eigener Regie -
8 in eigener Sache
in eigener Sachepro domo, voor zijn eigen persoon(tje) -
9 in eigener Verantwortung
in eigener VerantwortungWörterbuch Deutsch-Niederländisch > in eigener Verantwortung
-
10 in eigener Verwaltung
in eigener Verwaltung -
11 mit eigener Hand
mit eigener Hand -
12 sein eigener Herr sein
-
13 unter eigener Lebensgefahr
unter (eigener) LebensgefahrWörterbuch Deutsch-Niederländisch > unter eigener Lebensgefahr
-
14 Anschauung
Anschauung〈v.; Anschauung, Anschauungen〉1 mening, opvatting ⇒ zienswijze3 voorstelling ⇒ kennis, ervaring♦voorbeelden:nach meiner Anschauung • naar, volgens mijn meningder Anschauung sein • van mening zijnin Anschauung versunken • in meditatie verzonkenkeine Anschauung von den Zusammenhängen haben • geen voorstelling van de samenhang hebben¶ in Anschauung der Tatsachen • met het oog op de feiten, gezien de feiten -
15 Grund
〈m.; Grund(e)s, Gründe〉2 grond, bodem4 fond, onder-, achtergrond6 〈verouderd; formeel〉(diepste punt van een) dal, laagte♦voorbeelden:es gibt nicht den geringsten, keinen Grund dazu • daar bestaat, is niet de geringste aanleiding toeer hat wenig Grund, sich zu freuen • er is weinig reden voor hem om zich te verheugendas hat schon seine Gründe • daar zijn goede redenen voorauf Grund, aufgrund Ihres Schreibens • naar aanleiding van uw schrijvenaus diesem Grund(e) • om deze redenaus, mit gutem Grund • met reden, terecht, op goede grondendafür gibt es keine Gründe • daar zijn geen redenen, termen voor aanwezig(allen) Grund für eine Sache, zu einer Sache haben • (alle) reden tot iets hebbenseinen Grund in einer Sache haben • zijn oorzaak in iets vindenohne jeden Grund • zonder enige redenohne ersichtlichen Grund • zonder (duidelijk) aanwijsbare oorzaakGründe für und wider • argumenten voor en tegen2 (keinen) Grund (unter den Füßen) haben • (geen) vaste grond, bodem onder de voeten hebbendas Schiff ist auf Grund gelaufen • het schip is aan de grond gelopen3 den Grund (zu einer Sache) legen • het fundament (voor iets) leggen; 〈 ook figuurlijk〉 de grondslag (voor iets) leggenauf Grund, aufgrund 〈 met 2e naamval〉 • op grond, basis van, naar aanleiding van, krachtenseiner Sache auf den Grund gehen • een zaak grondig onderzoeken, nagaanein Gebäude bis auf den Grund abreißen, zerstören • een gebouw met de grond gelijkmakenim Grunde (genommen) • in de grond van de zaakvon Grund auf, aus • door en doorjemanden in Grund und Boden reden • (a) iemand onder de tafel praten; (b) iemand niet aan het woord latensich in Grund und Boden schämen • zich doodschamenetwas in Grund und Boden schießen • iets platschieten, in puin schieten -
16 Hand
〈v.; Hand, Hände〉♦voorbeelden:nicht in die hohle Hand! • in geen geval!eine Ausgabe letzter Hand • de meest recente uitgaveeine milde Hand haben • royaal zijndie öffentliche Hand • de regering, staatsfinanciënPolitik der starken Hand • machtspolitiek〈 informeel〉 sich 〈 3e naamval〉 die Hand für jemanden abhacken lassen • de hand voor iemand in het vuur (durven) steken(mit) Hand anlegen • (mee)helpen, assisterenjemandes Hand ausschlagen • een huwelijksaanzoek afwijzendie Hände sind mir gebunden • ik kan niets doen, ben machteloosüberall seine Hand, seine Hände im Spiel haben • overal een vinger in de pap hebbendie Hand auf der Tasche halten • gierig zijnHand an sich legen • de hand aan zichzelf slaankeine Hand rühren • geen vinger uitstekenjemandem an die Hand gehen • iemand terzijde staanjemanden an der Hand haben • iemand kennen, iemand bij de hand hebbenjemandem auf etwas die Hand geben • iemand iets plechtig belovenauf der Hand liegen • voor de hand liggenauf die (flache) Hand zahlen • schoon in 't handje gevenHand aufs Herz! • geef het maar eerlijk toe!aus freier Hand zeichnen • vrij tekenenhinter vorgehaltener Hand • in 't geheim, officieuseiner Sache in die Hand, in die Hände arbeiten • iets bevorderen, in de hand werkenin schlechte Hände geraten • in verkeerde handen komenjemandem etwas in die Hand versprechen • iemand iets plechtig belovenmit eigener Hand • eigenhandigmit leichter Hand • zonder moeite〈 figuurlijk〉 etwas mit der linken Hand machen, erledigen • iets met één hand doen, zonder enige moeite doenunter der Hand verkaufen • onder(s)hands verkopenvon Hand, mit der Hand • handmatigvon zarter Hand etwas bekommen • iets van een meisje krijgenvon der Hand in den Mund leben • van de hand in de tand levenetwas von langer Hand vorbereiten • iets lang en nauwgezet voorbereidenzu Händen (von) Herrn Müller • ter attentie van dhr. Müllerjemandem etwas zu treuen Händen übergeben • iemand iets in bewaring geven, toevertrouwen om te bewarenzur rechten Hand • aan de rechterkantjemandem zur Hand gehen • iemand (een handje) helpenzur Hand sein • bij de hand zijn〈 spreekwoord〉 besser einen Spatz in der Hand, als eine Taube auf dem Dache • één vogel in de hand is beter dan tien in de lucht; beter een half ei dan een lege dop -
17 Herr
〈m.; Herr(e)n, Herren〉♦voorbeelden:wie gehts Ihrem Herrn Gemahl? • hoe gaat het met uw man?Herr Müller • meneer MüllerHerr der Lage sein • de toestand meester zijnaus aller Herren Länder(n) • uit alle delen van de wereldnicht mehr Herr seiner Sinne sein • zichzelf niet meer onder controle hebbensein eigener Herr sein • z'n eigen baas zijn〈 spreekwoord〉 wie der Herr, so's Gescherr • zo heer, zo knecht -
18 Initiative
-
19 Lebensgefahr
-
20 Macht
〈v.; Macht, Mächte〉2 kracht, geweld♦voorbeelden:aus eigener Macht • op eigen gezagetwas steht in meiner Macht • iets is in mijn vermogenmit aller Macht bemüht sein • zijn uiterste best doenzur Macht gelangen, kommen • aan de macht komen2 die Macht der Wassermassen • het geweld, de kracht van de watermassa's〈 informeel〉 das ist eine Macht! • dat is geweldig!mit aller Macht • uit alle macht, met alle geweld
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Eigener Herd ist Goldes wert — Das Sprichwort besagt, dass ein eigener Hausstand, Haushalt sehr wertvoll ist: Das Leben in einer Wohngemeinschaft wäre nichts für mich eigener Herd ist Goldes wert, sage ich immer … Universal-Lexikon
Eigener — Eigener, so v.w. Eigenthümer, bes. von Schiffen … Pierer's Universal-Lexikon
Eigener Wechsel — Eigener Wechsel, s.v.w. Eigenwechsel (s.d.) … Kleines Konversations-Lexikon
eigener — [Wichtig (Rating 3200 5600)] Auch: • eigene • eigenes Bsp.: • Wir mussten selbst unsere eigenen Taschen tragen und die Klimaanlage in unserem Zimmer funktionierte nicht. • Das Restaurant hat einen eigenen Biergarten … Deutsch Wörterbuch
Eigener — Wilhelm Eigener (* 13. März 1904 in Holzminden; † 9. Oktober 1982 in Hamburg) war ein deutscher Tierillustrator und Grafiker. Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Ausstellungen 3 Auszeichnungen 4 … Deutsch Wikipedia
Eigener Herd ist Goldes wert — Seriendaten Originaltitel Eigener Herd ist Goldes Wert Produktionsland Deutschland … Deutsch Wikipedia
Eigener Wirkungskreis — Der eigene Wirkungskreis bezeichnet im Gegensatz zum übertragenen Wirkungskreis den ureigenen Aufgabenbereich, den eine Selbstverwaltungskörperschaft, beispielsweise Gemeinde, Landkreis oder Universität, durch eigene Rechtsetzung (in der Regel… … Deutsch Wikipedia
Eigener, der — Der Eigener, zusammen gezogen Eigner, des s, plur. ut nom. sing. Fämin. die Eignerinn, plur. die en, der eigenthümliche Besitzer, der Eigenthümer. Die Arglist und die Stärke, Bisher vom Raube satt und Eigner fremder Werke, Dusch; wo es aber die… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
eigener Maschinencode — savasis kodas statusas T sritis automatika atitikmenys: angl. native code; own code vok. eigener Maschinencode, m; Eigentumskode, m rus. собственный код, m pranc. code propre, m … Automatikos terminų žodynas
Eigener — 1. Der Eigene dient um nichts. – Graf, 42, 140; von Kamptz, Provinzialrechte d. preuss. Monarchie, III, 40. Der Leibeigene dient ohne jeden andern Lohn als um sein Leben; was er erwirbt, wie was von ihm geboren wird, gehört seinem Herrn; er ist… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
eigener Wechsel — ⇡ Solawechsel … Lexikon der Economics