-
1 onaangedaan
1. bn 2. bw -
2 onbewogen
-
3 strak
1. bn1) raide, ajusté2) fixe3) impassible4) ferme2. bw1) avec raideur2) fixement4) fermement -
4 doodgemoedereerd
-
5 een stalen gezicht
een stalen gezicht -
6 effen
♦voorbeelden:met een effen gezicht • d'un air impassiblehet is effen over vieren • il est un peu plus de quatre heures -
7 emotieloos
-
8 gezicht
♦voorbeelden:zijn gezicht komt me bekend voor • son visage me dit qc.zover het gezicht reikt • à perte de vuehet gezicht verliezen • perdre la vueop het eerste gezicht • à première vueop het eerste gezicht iets spelen • jouer qc. à vueiemand uit het gezicht verliezen • perdre qn. de vuedat is geen gezicht! • ça ne ressemble à rien!ik zie hier allemaal bekende gezichten • je suis ici en pays de connaissanceeen lelijk gezicht • un visage ingrathij heeft een sympathiek gezicht • il a une bonne têteergens zijn gezicht laten zien • faire acte de présenceiemand strak in het gezicht kijken • regarder qn. en facede zon schijnt mij in het gezicht • j'ai le soleil dans la figureiets (recht) in iemands gezicht zeggen • dire qc. en face à qn.iemand in zijn gezicht uitlachen • rire au nez de qn.iemand in het gezicht spuwen • cracher à la figure de qn.iemand op zijn gezicht geven, slaan • casser la figure à qn.op zijn gezicht krijgen • se faire casser la figureiemand van gezicht kennen • connaître qn. de vueiets van iemands gezicht aflezen • lire qc. sur le visage de qn.een gek gezicht trekken • faire une drôle de têtehij zet een lang, zuur gezicht • il fait une tête de six pieds de longmet een nors gezicht • l'air bourruhij trok een somber gezicht • son regard s'assombriteen stalen gezicht • un visage impassibleeen vies gezicht trekken • faire le dégoûtéeen vreemd gezicht opzetten • faire une drôle de têteje had zijn gezicht moeten zien! • si tu avais vu la tête qu'il faisait!gezichten trekken • faire des grimacesiemand met twee gezichten • une personne à deux visageseen gezicht als een oorwurm • une tête d'enterrement→ link=liefde liefdezijn gezicht verliezen • perdre la face -
9 laconiek
♦voorbeelden:1 iets laconiek vertellen • raconter qc. avec impassibilité -
10 met een effen gezicht
met een effen gezicht -
11 onberoerd
-
12 onbewogen
-
13 onderkoeld
II 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [natuurkunde] surfondu -
14 pokerface
-
15 strak
1 [zonder bochten, plooien] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 raide ⇒ 〈m.b.t. kleding〉 ajusté 〈 bijwoord〉 avec raideur♦voorbeelden:een touw strak houden • tendre une corde〈 figuurlijk〉 iemand strak houden • serrer la vis à qn.de snaren strakker spannen • resserrer les cordesde broek zit daar te strak • le pantalon est trop étroit ici2 iemand strak aankijken • regarder qn. fixementstrak aan iets vasthouden • s'obstiner dans qc. -
16 uitgestreken
♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
impassible — [ ɛ̃pasibl ] adj. • v. 1361; impesible v. 1300; lat. ecclés. impassibilis, du rad. de pati « souffrir » 1 ♦ Vx Qui n est pas susceptible de souffrance. 2 ♦ (1764) Mod. Qui n éprouve ou ne trahit aucune émotion, aucun sentiment, aucun trouble. ⇒ 2 … Encyclopédie Universelle
Impassible — Im*pas si*ble, a. [L. impassibilis; pref. im not + passibilis passable: cf. F. impassible. See {Passible}.] Incapable of suffering; inaccessible to harm or pain; not to be touched or moved to passion or sympathy; unfeeling, or not showing… … The Collaborative International Dictionary of English
impassible — (adj.) incapable of feeling pain, exempt from suffering, mid 14c., from O.Fr. impassible (13c.), from Church L. impassibilis incapable of passion, from assimilated form of in not, opposite of (see IN (Cf. in ) (1)) + passibilis, from passio… … Etymology dictionary
impassible — index insuperable Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
impassible — insensitive, insensible, anesthetic … New Dictionary of Synonyms
impassible — Impassible. adj. de tout genre. Qui est incapable de souffrir. Les corps glorieux sont impassibles … Dictionnaire de l'Académie française
impassible — [im pas′ə bəl] adj. [ME < OFr < LL(Ec) impassibilis: see IN 2 & PASSIBLE] 1. that cannot feel pain; incapable of suffering 2. that cannot be injured; invulnerable 3. that cannot be moved emotionally; unfeeling impassibility n. impassibly … English World dictionary
impassible — (in pa ssi bl ) adj. 1° Qui n est pas susceptible de souffrance. • J ai reçu ces plaies dans mon corps mortel pour tous les hommes ; je les garderai pour toi dans mon corps impassible, FLÉCH. II, 168. Par extension, qui n est pas… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
IMPASSIBLE — adj. des deux genres Qui n’est pas susceptible de souffrance. Les corps glorieux sont impassibles. Il signifie, par extension, Qui est assez maître de lui pour ne pas laisser paraître ses souffrances physiques ou ses émotions. Les martyrs se… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)
impassible — impassable, impassible Impassable means ‘that cannot be traversed’ and refers to roads, stretches of countryside, etc. Impassible means ‘incapable of feeling emotion’ or ‘incapable of suffering injury’, and is pronounced with the second syllable… … Modern English usage
impassible — a, impassible, o adj. impassible … Diccionari Personau e Evolutiu