-
1 weg
weg1〈de〉♦voorbeelden:eigen weg • chemin privéde openbare weg • la voie publique〈 figuurlijk〉 iemand van de rechte weg afleiden • détourner qn. du droit cheminde weg bereiden • préparer la voie〈 figuurlijk〉 de weg effenen voor iemand • préparer le terrain pour qn.zijn eigen weg gaan • suivre sa propre voiezijn weg vinden • faire son cheminiemand de weg wijzen • montrer le chemin à qn.aan de weg naar Delft • au bord de la route de Delftzo oud als de weg naar Kralingen, Rome • vieux comme le mondeop weg gaan (naar) • se mettre en route (pour)〈 figuurlijk〉 iemand op weg helpen • mettre qn. sur la (bonne) voiehij is op weg beroemd te worden • il est en passe de devenir célèbrede wagen ligt vast, goed op de weg • la voiture tient bien la route〈 spreekwoord〉 de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens • l'enfer est pavé de bonnes intentions〈 spreekwoord〉 wie aan de weg timmert, heeft veel bekijks • qui édifie en grande place, fait maison trop haute ou trop basselangs deze onsympathieke weg • par ce moyen peu sympathiquelangs vreedzame weg • par la négociationeen weg te voet afleggen • parcourir un chemin à piediemand de weg afsnijden • couper la route à qn.zich een weg banen • se frayer un cheminmet zijn geld geen weg weten • ne pas savoir que faire de son argentiemand iets in de weg leggen • mettre des bâtons dans les roues à qn.iemand in de weg lopen • être dans les jambes de qn.dat zit me in de weg • ça m'irriteiemand in de weg staan • gêner qn.problemen uit de weg ruimen • résoudre des problèmesuit de weg kunnen • savoir comment s'y prendre (avec qn., qc.)uit de weg! • laisse(z)-moi passer!iemand uit de weg gaan • éviter qn.iemand uit de weg ruimen • liquider qn.→ link=wil wil————————weg2〈 bijwoord〉1 [afwezig] parti2 [niet te vinden] disparu3 [+ van][verrukt] fou/fol/folle4 [verwijderd] loin♦voorbeelden:weg wezen! • allez, ouste!weg met …! • à bas …!¶ als dat gebeurt ben je weg • dans ce cas-là, tu seras fichuiets weg hebben van • ressembler un peu à〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 met iets weg zijn • avoir pigé qc.in het wilde weg schieten • tirer au hasard -
2 draai
♦voorbeelden:2 een draai aan iets geven • donner à qc. une tournure favorablezijn draai vinden • être dans son assietteiemand een draai om de oren geven • flanquer une gifle à qn. -
3 mooi
mooi, hè?beau, hein?————————1 [algemeen] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 beau/bel/belle 〈 ook ironisch〉; 〈 bijwoord〉 bien ⇒ 〈 ironisch〉 joliment♦voorbeelden:op een mooie dag • un beau joureen mooie manier (van doen) is dat! • belle façon d'agir!een mooi salaris • un beau salaireje hebt mooi lachen • tu as beau (jeu de) rirehet is mooi (geweest) zo • cela suffitzij is mooi geslaagd • elle a réussi haut la maindat is mooi meegenomen! • c'est toujours ça de pris!zich mooi maken • se faire beau/belleiets mooi vinden • aimer qc.iets mooier voorstellen (dan het is) • embellir qc.〈 ironisch〉 hij was mooi op weg om alcoholicus te worden • il était bien parti pour devenir alcooliquewe zijn er mooi van afgekomen • nous nous en sommes tirés à bon comptewel nu nog mooier! • ça alors!het is te mooi om waar te zijn • c'est trop beau pour être vraimooi zo! • bravo!〈 ironisch〉 jij bent (me) ook een mooie! • tu es bien bon(ne), toi!… dat het niet mooi meer was • …, c'était terribledat is niet zo mooi van je • c'est pas joli, joli, ce que tu as faithet mooiste is, dat … • 〈 ook niet ironisch〉 le plus beau de l'histoire, c'est que …
См. также в других словарях:
Haus — 1. Alte Häuser haben trübe Fenster. Dän.: Gammelt huus haver dumme vinduer. (Prov. dan., 315.) 2. Alte Häuser leiden mehr als neue. Wenn diese nicht schon zusammenfallen, ehe sie fertig gebaut sind. 3. Alte Häuser streicht man an, wenn man sie… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon