-
1 het niet op begrepen hebben
1. мест.общ. (iem., iets) недолюбливать2. прил.общ. (iem., iets) не уважать (кого-л.), (iem., iets) не доверять (кому-л., чему-л.) -
2 не доверять
prepos.gener. mistrouwen, wantrouwen, argwanen, het niet op (iem.) voorzien hebben (кому-л.), het niet op (iem., iets) begrepen hebben (кому-л., чему-л.), voor (iem., iets) geen krediet hebben (кому-л., чему-л.) -
3 не уважать
prepos.gener. het niet op (iem., iets) begrepen hebben (кого-л.) -
4 недолюбливать
vgener. het niet op (iem., iets) begrepen hebben
См. также в других словарях:
Grammaire néerlandaise — le contexte de l article peut être trouvé dans les articles suivants : Grammaire et Néerlandais. Sommaire 1 Morphologie 1.1 Le déterminant 1.2 L article 1.2.1 Het ou … Wikipédia en Français
Grammaire Néerlandaise — le contexte de l article peut être trouvé dans les articles suivants : Grammaire et Néerlandais. Sommaire 1 Morphologie 1.1 Le déterminant 1.2 L article 1.2.1 … Wikipédia en Français
Grammaire neerlandaise — Grammaire néerlandaise le contexte de l article peut être trouvé dans les articles suivants : Grammaire et Néerlandais. Sommaire 1 Morphologie 1.1 Le déterminant 1.2 L article 1.2.1 … Wikipédia en Français