-
1 hij woont een eindje van de weg af
hij woont een eindje van de weg afVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij woont een eindje van de weg af
-
2 af
af1〈 het〉♦voorbeelden:————————af2I 〈 bijwoord〉1 [met betrekking tot een verwijdering] off, away2 [+ van] [met betrekking tot het uitgangspunt] from3 [met betrekking tot een verwijderd/gescheiden zijn] away, off4 [naar beneden] down♦voorbeelden:1 af en aan • back and forth, to and fromensen liepen af en aan • people came and wentaf en toe • (every) now and thenklaar? af! • get set! go!2 van die dag af • from that day (on/onward(s))van de grond af • from ground levelde nieuwigheid is er een beetje af • the novelty has worn off a bitde verf is er af • the paint has come offver af • a long way offhij woont een eindje van de weg af • he lives a little way away from the roadvan iemand af zijn • be rid of someoneu bent nog niet van me af • you haven't seen the last/back of mede trap af • down the stairsaf! • (get) down!; 〈 tegen hond ook〉 down boy/girl!goed/beter/slecht af zijn • have come off well/better/badlydaar wil ik (van) af zijn • I wouldn't like to sayop 't onbeleefde af • to the point of rudenessik weet er niets van af • I don't know anything about itII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉4 [spel] out♦voorbeelden:2 het werk is af • the work is done/finishedde voorstelling was af • the performance was perfect
Перевод: со всех языков на английский
с английского на все языки- С английского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский