Перевод: с английского на нидерландский

с нидерландского на английский

С нидерландского на:
Английский
С английского на:
Нидерландский

hij+wist+te+achterhalen+wie+de+geruchten+had+verspreid

Толкование Перевод

1 nail

n. spijker; nagel; nail (lengtemaat van vroeger)
--------
v. spijkeren; nagelen; vangen (van een crimineel enz.); openbaar betrappen

nail¹

[ neel] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 nagel

2 spijker

♦voorbeelden:

2   hit the (right) nail on the head • de spijker op de kop slaan

¶ be a nail in/drive a nail into someone's coffin • een nagel aan iemands doodkist zijn

     pay on the nail • contant betalen

→ hard hard/, tough tough/

————————

nail²

〈 werkwoord〉

1 (vast)spijkeren

2 vastnagelen ⇒ vastleggen/zetten

3 zich verzekeren van ⇒ te pakken krijgen

4 betrappen ⇒ snappen

♦voorbeelden:

1   he nailed the boards together • hij timmerde de planken aan elkaar

2   he was nailed to his seat • hij zat als vastgenageld op zijn stoel

3   he nailed me as soon as I came in • hij schoot me direct aan toen ik binnenkwam

     he nailed the source of the rumours • hij wist te achterhalen wie de geruchten had verspreid

¶ nail to the counter/the barn-door • aan de kaak stellen

→ nail down nail down/, nail up nail up/

English-Dutch dictionary > nail
2 he nailed the source of the rumours

he nailed the source of the rumours

hij wist te achterhalen wie de geruchten had verspreid

English-Dutch dictionary > he nailed the source of the rumours

Пометить текст и поделиться
Искать во всех словарях
Искать в переводах
Искать в Интернете

Поделиться ссылкой на выделенное