-
1 thaw
n. dooi--------v. ontdooien, smeltenthaw1[ θo:] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————thaw2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
2 the ground is thawing out
the ground is thawing out -
3 bring out
uiten; bekend maken; tonenbring out3 duidelijk doen uitkomen ⇒ releveren, expliciteren4 vrijer laten spreken/handelen ⇒ doen loskomen, ontdooien5 het werk laten neerleggen ⇒ doen staken, in staking laten gaan♦voorbeelden:5 the shop-stewards brought out the steelworkers • de vakbondsvertegenwoordigers hebben de metaalarbeiders het werk laten neerleggen¶ excitement brings him out in a rash • als hij opgewonden is, krijgt hij uitslag -
4 dessaler
dessaler [deesaalee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ontzouten ⇒ minder zout maken, het zout onttrekken aan♦voorbeelden: -
5 relax
v. ontspannen; zich ontspannen; verslappen[ rilæks]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ontspannen ⇒ verslappen, verminderen♦voorbeelden:relax the bowels • laxerenrelax one's efforts • zich minder inspannen -
6 tauen
tauenII 〈 onpersoonlijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 es taute von den Dächern • het dooiwater liep, stroomde van de daken
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский