-
41 toegaan
v. happen, grow -
42 voortgang hebben
v. happen, grow -
43 zich afspelen
v. occur, be enacted; happen -
44 voorkomen
• to anticipate• to appear• to avoid• to be found• to be mentioned• to be stated• to from part of• to happen• to obviate• to occur• to prevent -
45 домогаться
vgener. aspireren, dingen, happen (naar-÷åãî-ô.), aanzoeken, trachten naar (чего-л.), zoeken -
46 кусать
vgener. bijten, happen, steken, beethebben, een hap in (iets) doen -
47 хватать
vgener. aanpakken, vastpakken, aangrijpen, beethebben, grijpen, knappen, pakken, snappen, strekken, toekomen, toepakken, toetasten, vatten, beetpakken, bijeenrapen, genoeg zijn, grabbelen, happen, naar (iets) graaien (что-л.), opvangen, reiken, toegrijpen, toereiken, volstaan -
48 adem
2 [ademtocht] souffle3 [levensbeginsel] souffle♦voorbeelden:een slechte adem hebben • avoir mauvaise haleineiemand de adem benemen • couper le souffle à qn.naar adem happen • être à bout de soufflemet ingehouden adem luisteren • écouter de toutes ses oreillesweer op adem komen • reprendre haleine〈 figuurlijk〉 iemands (hete) adem in de nek voelen • avoir qn. à ses troussesbuiten adem zijn • être hors d'haleinebuiten adem raken • s'essoufflerin één adem • d'un(e) trait(e)A in één adem met B noemen • citer A et B d'un traitkort van adem zijn • avoir le souffle court -
49 gretig
♦voorbeelden:gretig in een boterham happen • mordre à belles dents dans une tartineergens gretig op ingaan • sauter sur qc.hij tastte gretig toe • il dévora à belles dentshet boek werd gretig gekocht en gelezen • on s'arracha le livre et on le dévora -
50 luchtje
♦voorbeelden:een vreemd luchtje • une drôle d'odeur -
51 snakken
2 [+ naar][smachten (naar)] aspirer (à)♦voorbeelden: -
52 snappen
1 [happen] happer (qc.)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [begrijpen] piger2 [betrappen] piquer♦voorbeelden:1 snap je dat nou? • tu y piges qc.?hij snapt niet waar het om gaat • il ne comprend pas de quoi il s'agit〈 schertsend〉 gesnopen? • comprendu? -
53 achterwege blijven
achterwege blijven————————achterwege blijvennot take place 〈 gebeurtenis〉; remain undone 〈 wat men had moeten doen〉; 〈 weggelaten〉 be omitted; be withheld 〈toestemming enz.〉Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > achterwege blijven
-
54 adem
1 breath♦voorbeelden:slechte adem • bad breathnaar adem happen • gasp for breathadem scheppen • draw breathiemands (hete) adem in de nek voelen • feel someone breathing down one's neckbuiten adem zijn • be out of breathin één adem • in the same breathin één adem iets vertellen • say something without pausing for breathweer op adem komen • catch one's breath -
55 afspelen
I 〈wederkerend werkwoord; zich afspelen〉♦voorbeelden:1 waar heeft het ongeluk zich afgespeeld? • where did the accident take place/occur?II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [afdraaien] play♦voorbeelden: -
56 als je hem soms ziet …
als je hem soms ziet …if you should happen to see him …Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > als je hem soms ziet …
-
57 best
best1〈 het〉♦voorbeelden:zijn uiterste best doen • try as hard as one canop zijn best • at besthij is op zijn best • he is at his bestze is op haar best (gekleed) • she looks her bestten beste keren • turn to advantageeen mening ten beste geven • volunteer an opinion————————best2♦voorbeelden:beste maatjes zijn met • be very thick withje bent een bovenste beste • you're fantasticPeter ziet er niet al te best uit • Peter is looking the worse for wearzij kwam als de beste uit de bus • she came out bestdat kan de beste overkomen • that can happen to the best of ushij kan koken als de beste • he can cook like the best of themop een na de beste • the second bestop twee na de beste • the third besthet beste van iets hopen • hope for the besthet beste van iets maken • make the best of somethinghet beste ermee! • good luck!; 〈 bij ziekte ook〉 best wishes!zo is het maar het beste • it's better like thiszij is er relatief het beste aan toe • compared to the others, she has the best of itik wil alleen het beste van het beste • only the best is good enough for mede eerste, de beste die nu nog z'n mond opendoet, krijgt een dreun • the first person to open his mouth is in for ithij overnacht niet in het eerste het beste hotel • he doesn't stay at just any (old) hotelII 〈 bijwoord〉1 [overtreffende trap van ‘goed’] best2 [uitstekend] fine3 [om ontkenning tegen te spreken; stellige overtuiging] sure4 [afzwakking] quite5 [erkenning] really♦voorbeelden:jij kent hem het beste • you know him bestik kan me dat best voorstellen • I can very well imagine thatkomt hij niet? best! • he's not coming? fine!wil je niet? mij best! • not interested? it's your choice!/if that's the way you want it!het zal best lukken • it's going to work out all righthet is eigenlijk best wel een goede film • actually quite a reasonable filmdat zou best kunnen • that's quite possibleze zou best willen … • she wouldn't mind … -
58 blijven
1 [voortgaan te bestaan] remain3 [niet verder gaan] be ⇒ keep4 [sterven] perish, be left/remain behind♦voorbeelden:het blijft altijd gevaarlijk • it is always/will always be dangerous2 twee commissieleden blijven, de rest neemt ontslag • two committee members are staying on, the rest are resigninghet antwoord schuldig blijven • have no answerblijven leven/logeren/eten/wonen • stay alive/the night/for dinner/on (in the house)blijven wachten/hopen • go on waiting/hopingik blijf werken • I'll go/keep on workingblijven zitten/liggen • remain sitting/lyingen daar blijft het bij! • and that's final!en daarbij bleef het • and that was it, and that ended the matterik blijf erbij, dat … • I still think that …blijft u even aan de lijn? • hold the line, pleasebij iets blijven • stick to somethinghet bleef bij plannen • it never got beyond the planning stageblijf bij de reling vandaan • keep clear of the railingsbij de tijd blijven • keep up with the timeshij blijft bij zijn weigering • he persists in his refusallaat dit onder ons blijven • let this go no furtherje moet op het voetpad blijven • you have to keep to the footpathhet wil niet blijven zitten/op zijn plaats blijven • it won't stay put/in its placewaar blijf je toch? • what's keeping you?waar blijf je nou met je bewijzen? • so where is your evidence?; 〈 bij weerlegging〉 so much for all your evidencewaar zijn wij gebleven? • where were we?waar is mijn portemonnee gebleven? • where has my purse got to?waar blijft het geld? • where does the money go?ik blijf daarbuiten • I'll keep out of thatblijf maar! • don't bother, I'll take/do it!blijf van mijn lijf • keep your hands to yourselfhij is op zee gebleven • he died at seaII 〈 koppelwerkwoord〉♦voorbeelden:1 het blijft de vraag of … • the question remains whether …beleefd blijven • remain politeernstig/rustig blijven • remain serious, keep quietdeze appel blijft lang goed • this apple keeps welljong blijven • stay younghet weer blijft mooi • the fine weather is holding -
59 daar komen ongelukken van
daar komen ongelukken vanthat's how you get accidents, that's how accidents happenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > daar komen ongelukken van
-
60 dat gebeurt niet vaak
dat gebeurt niet vaakVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat gebeurt niet vaak
См. также в других словарях:
Happen — Happen … Deutsch Wörterbuch
happen — vb Happen, chance, occur, befall, betide, transpire are comparable when they mean to come to pass or to come about. Happen is the ordinary and general term and may imply either obvious causation or seeming accident, either design or an absence of … New Dictionary of Synonyms
happen — UK US /ˈhæpən/ verb [I] ► to exist or begin to exist because of an action, situation, or event: » The one course of events no one anticipated was the one that happened: a long period of stagnation that threatened the assumptions of the European… … Financial and business terms
happen — [hap′ən] vi. [ME happenen: see HAP1 & EN] 1. to take place; occur; befall 2. to be or occur by chance or without plan [it happened to rain] 3. to have the luck or occasion; chance [I happened to see it] … English World dictionary
Happen — Hap pen (h[a^]p p n), v. i. [imp. & p. p. {Happened} ( p nd); p. pr. & vb. n. {Happening}.] [OE. happenen, hapnen. See {Hap} to happen.] 1. To come by chance; to come without previous expectation; to fall out. [1913 Webster] There shall no evil… … The Collaborative International Dictionary of English
happen — ► VERB 1) take place; occur. 2) come about by chance. 3) (happen on) come across by chance. 4) chance to do something or come about. 5) (happen to) be experienced by. 6) ( … English terms dictionary
happen by — ˈhappen a ˌlong ˈhappen ˌby [intransitive] [present tense I/you/we/they happen along he/she/it happens along … Useful english dictionary
happen on — ˈhappen ˌon ˈhappen u ˌpon [transitive] [present tense I/you/we/they happen on he/she/it happens on present participle happ … Useful english dictionary
happen to sb — happen to sb/sth ► to affect someone or something in a way that changes something: »Everywhere I go people are becoming more and more depressed by what is happening to their savings. Main Entry: ↑happen … Financial and business terms
Happen — Sm std. (18. Jh.) Stammwort. Aus dem Niederdeutschen; ursprünglich eine Lautgebärde wie auch die Interjektion happ(s), also das Erschnappte . Etwas früher bezeugt ist nndl. happen schnappen ; es könnte aber viel älter sein und die Grundlage von… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
happen — index arise (occur), supervene Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary