Перевод: с английского на нидерландский

с нидерландского на английский

С нидерландского на:
Английский
С английского на:
Нидерландский

grondgebied

Толкование Перевод

1 Crimea

n. Krim (schiereiland in het noorden van de zwarte zee op grondgebied van de oekraïne)

Crimea

[ krajmiə] 〈 the〉

1 Krim

English-Dutch dictionary > Crimea
2 Terr.

n. terras; verhoogd vlak oppervlak; balkon; verhoging
--------
n. territorium, grondgebied/staatsgebied; stuk land

Terr.

〈 afkorting〉

1 [Terrace]

English-Dutch dictionary > Terr.
3 acre

n. acre (landmaat - 4047 m2)

acre

[ eekə]

1 acre 〈 landmaat, 4047 m〉 ⇒ 〈 ongeveer〉 akker, morgen

2 akker ⇒ (stuk) (bouw)land

3 〈 meervoud〉 landerijen ⇒ grondgebied, groot gebied

4 〈meervoud; informeel〉 stapels ⇒ massa's, bergen

♦voorbeelden:

4 acres of books • meters boeken

English-Dutch dictionary > acre
4 coterminous

adj. aangrenzend; met hetzelfde grondgebied

coterminous

[ kootə:minnəs] 〈 formeel〉

1 aangrenzend/liggend

English-Dutch dictionary > coterminous
5 crown colony

kroonkolonie (grondgebied buiten engeland waar de wetten van engeland heersen)

crown colony

〈 vaak Crown Colony〉〈 Brits-Engels〉

1 kroonkolonie

English-Dutch dictionary > crown colony
6 extent

n. omvang, grootte; maat, hoeveelheid

extent

[ ikstent]

1 omvang ⇒ grootte, uitgestrektheid

2 mate ⇒ graad, hoogte

♦voorbeelden:

1   the full extent of his knowledge • de volle omvang van zijn kennis

     the enormous extent of this territory • de enorme uitgestrektheid van dit grondgebied

2   100 miles in extent • 100 mijl groot/lang

     to a certain extent • tot op zekere hoogte

     to a great/large extent • in belangrijke mate, grotendeels

     to the extent of 100 dollars • ten bedrage van 100 dollar

     to such an extent that I got frightened • zo/zozeer dat ik bang werd

     to what extent • in hoeverre

English-Dutch dictionary > extent
7 ground

adj. grond-, bodem-; vermalen, verbrijzeld
--------
n. aarde; grond; terrein; ondergrond; gebied; basis
--------
v. aan de grond houden; funderen; baseren; beargumenteren; aarden

ground¹

[ graund]

I 〈 telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 terrein 〈 voornamelijk in samenstellingen〉

2 grond ⇒ reden, basis 〈 van handeling, redenering〉

3 grondlaag ⇒ ondergrond

4 〈 Brits-Engels〉 vloer

♦voorbeelden:

2   on religious grounds • uit godsdienstige overwegingen

II 〈 telbaar en niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉〈Amerikaans-Engels; elektriciteit〉

1 aarde ⇒ aardleiding

III 〈 niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 〈 vaak the〉 grond ⇒ aarde, bodem 〈 ook figuurlijk〉

2 zeebodem ⇒ rivierbodem

3 gebied 〈 voornamelijk figuurlijk〉 ⇒ grondgebied, afstand

♦voorbeelden:

1   bring something to the ground • iets te gronde richten

     fall to the ground • falen, in duigen vallen

     go to ground • zich in een hol verschuilen 〈 van dier〉; onderduiken 〈 van persoon〉

     touch ground • vaste grond onder de voeten krijgen

     run oneself into the ground • zich uitputten

     get off the ground • van de grond/op gang komen

2   run to ground • aan de grond raken 〈 van schip〉

3   break (new/fresh) ground • nieuw terrein betreden, pionierswerk verrichten

     cover much ground • een lange afstand afleggen; veel terrein/onderwerpen bestrijken

     gain/make ground • veld winnen; erop vooruit gaan

     give/lose ground • terrein verliezen, wijken

     hold/keep/stand one's ground • standhouden, voet bij stuk houden

     shift one's ground • van argument/mening veranderen

¶ cut the ground from under someone's feet • iemand het gras voor de voeten wegmaaien

     feel the ground • poolshoogte nemen

     it suits him down to the ground • dat komt hem uitstekend van pas

→ common common/, familiar familiar/, firm firm/, fresh fresh/, solid solid/

IV 〈 meervoud〉

1 gronden ⇒ domein, park 〈 rondom gebouw〉

2 bezinksel ⇒ koffiedik

♦voorbeelden:

1   a house standing in its own grounds • een huis, geheel door eigen grond omgeven

————————

ground²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 op de grond terecht komen ⇒ de grond raken

2 〈 scheepvaart〉 aan de grond lopen ⇒ stranden

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 gronden ⇒ baseren, onderbouwen

2 〈 voornamelijk passief〉 onderleggen ⇒ voorbereiden, toerusten

3 aan de grond houden 〈 vliegtuig, vliegenier〉

4 laten stranden 〈 schip〉

5 〈Amerikaans-Engels; elektriciteit〉 aarden ⇒ van een aardleiding voorzien

♦voorbeelden:

2   be well grounded in Latin • een goede kennis van het Latijn hebben

3   the planes have been grounded by the fog • de vliegtuigen moeten door mist aan de grond blijven

————————

ground³

〈 verleden tijd en voltooid deelwoord〉

→ grind grind/

English-Dutch dictionary > ground
8 land

n. land; aarde; volk; landschap; koninkrijk
--------
v. landen; neerkomen; belanden; doen belanden (in plaats of situatie); aan land zetten; aan land gaan; van boord gaan; anker uitgooien

land¹

[ lænd] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 (vaste)land

2 〈 als 2e lid van samenstellingen〉- land ⇒ -grond, -gebied

3 land(streek) ⇒ staat, gebied

4 (bouw)land ⇒ aarde, grond

5 grondgebied ⇒ lap grond, weiland

6 〈 the〉 platteland

7 〈 meervoud〉 land(erijen) ⇒ grondbezit

♦voorbeelden:

2   desert land • woestijn(gebied)

3   native land • vaderland

4   the fat of the land • het goede der aarde

7   own houses and lands • huizen en grond bezitten

¶ in the land of the living • in het land der levenden

     see how the land lies • bekijken hoe de zaken ervoor staan; poolshoogte nemen

     make land • land in zicht krijgen

     the promised land • het beloofde land

————————

land²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 landen ⇒ aan land/wal gaan

2 landen 〈 van vliegtuig〉

3 (be)landen ⇒ neerkomen, terechtkomen

♦voorbeelden:

3   〈 informeel〉 land in a mess • in de knoei raken

     〈 informeel〉 land (up) in prison • de gevangenis indraaien

¶ 〈 informeel〉 I landed up in Rome • uiteindelijk belandde ik in Rome

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 aan land/wal brengen/zetten

2 doen landen ⇒ aan de grond zetten 〈 vliegtuig〉

3 doen belanden ⇒ brengen

4 vangen ⇒ binnenhalen/brengen 〈 vis〉

5 〈 informeel〉 in de wacht slepen ⇒ bemachtigen

6 〈 informeel〉 verkopen ⇒ toebrengen 〈 klap〉

♦voorbeelden:

3   〈 informeel〉 land someone in a mess • iemand in de knoei brengen

6   I landed him one in the eye • ik gaf hem een knal op zijn oog

English-Dutch dictionary > land
9 reconnaissance

n. verkenning (van vijandelijk terrein); onderzoek (van bepaald grondgebied)

reconnaissance

, 〈 Amerikaans-Engels ook〉 reconnoissance [ rikkonnisns] 〈 leger〉

1 verkenning 〈 ook figuurlijk〉

2 verkenningsoperatie ⇒ verkenningspatrouille

♦voorbeelden:

1 reconnaissance in force • verkenningsexpeditie

English-Dutch dictionary > reconnaissance
10 territory

n. gebied, domein, territorium; stuk land, stuk grond

territory

[ territrie] 〈meervoud: territories〉

1 territorium ⇒ (stuk) grondgebied/staatsgebied

2 〈 biologie〉 territorium ⇒ (eigen) woongebied/(grond)gebied

3 (stuk) land ⇒ gebied, terrein 〈 ook figuurlijk〉; district; werkterrein; 〈 handel〉 rayon, handelsgebied

4 〈 vaak Territory〉 territory ⇒ territorium 〈 gebied met beperkte vorm van zelfbestuur〉

♦voorbeelden:

3 unknown territory • onbekend gebied/terrein

English-Dutch dictionary > territory
11 the enormous extent of this territory

the enormous extent of this territory

de enorme uitgestrektheid van dit grondgebied

English-Dutch dictionary > the enormous extent of this territory
12 Central Command

centraal bevel (legerkader verantwoordelijk voor centrale grondgebied van het land)

English-Dutch dictionary > Central Command
13 Entebbe Rescue Mission

de Entebbe-operatie, Jonathan-operatie (militaire bevrijdingsoperatie op grondgebied van luchthaven in Oeganda)

English-Dutch dictionary > Entebbe Rescue Mission
14 cadastral map

Map van grondgebied

English-Dutch dictionary > cadastral map
15 cadastral survey

Onderzoek van grondgebied

English-Dutch dictionary > cadastral survey
16 instrument flight

instrumentele vlucht (vlucht die geregeld wordt door instrumenten van het vliegtuig en niet door uitzicht op grondgebied)

English-Dutch dictionary > instrument flight
17 piece of land

stuk land (grondgebied)

English-Dutch dictionary > piece of land

См. также в других словарях:

Cornelis Rudolphus Theodorus Krayenhoff — Corneli(u)s Rudolphus Theodorus, Baron Krayenhoff[1] (Nijmegen, 2 June 1758 Nijmegen, 24 November 1840) was a physicist, artist, general, hydraulic engineer … Wikipedia
Wallonia — Wallonia, or Wallonie, ( fr. Wallonie, de. Wallonien, nl. Wallonië, wa. Waloneye) is the meridional part of Belgium belonging to the Romance linguistic field (about 3,4 millions inhabitants), in opposition to the Germanic linguistic field in the… … Wikipedia
History of the Walloon Movement — The history of the Walloon movement starts in 1880, a date which historians agree to take as the initial benchmark. Prior to the Walloon Movement as a political phenomenon, there were, from 1856, literary and folkloric movements based around the… … Wikipedia
Niederländische Kolonien — Niederländische Kolonien. Die niederländischen Kolonien (s. Karte »Kolonien II«) teilen sich in die ostindischen und die westindischen (mit Surinam). Die ostindischen Kolonien: die Großen Sundainseln (Java und Ma dura, Sumatra, Borneo und… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Convention of Alkmaar — The Convention of Alkmaar was a 1799 agreement concluded between the commanders of the expeditionary forces of Great Britain and Russia on the one hand, and of those of the First French Republic and the Batavian Republic on the other, in Alkmaar … Wikipedia
Anglo-Russian invasion of Holland — Part of War of the Second Coalition Departure of the Anglo Russian troops from Den He … Wikipedia
Parti Populaire — – PersonenPartij Parteivorsitzender … Deutsch Wikipedia

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на нидерландский

grondgebied

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на нидерландский

grondgebied

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: