-
1 Greek
-
2 Greek cross
-
3 Greek tragedy
-
4 Greek Catholic
Grieks Katholiek -
5 Greek Church
Griekse Kerk -
6 Greek Orthodox Christian
Christelijk Orthodoxe Griek -
7 Greek choir
grieks koor -
8 Greek mythology
Griekse mythologie -
9 Greek salad
Griekse sla -
10 Greek tavern
Griekse kroeg of herberg -
11 a word of Greek origin
-
12 he has little Latin and less Greek
English-Dutch dictionary > he has little Latin and less Greek
-
13 that is Greek to me
that is Greek to me -
14 the Greek Church
-
15 translated out of Greek
-
16 it is Greek to me
het is Chinees voor mij, onbegrijpelijk -
17 have
n. rijk, iemand die veel bezittingen heeft--------v. hebben; bezitten; verkrijgen; nodig hebben; veroorzakenhave1[ hæv] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ the haves and the have-nots • de rijken en de armen, de bezitters en de niet-bezitters————————have2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 hebben ⇒ bezitten, beschikken over, houden 〈 bezit, eigenschap, gelegenheid, plaats en tijd, verwanten en kennissen, iets dat toegezegd is〉5 hebben ⇒ genieten van, lijden aan6 hebben ⇒ laten liggen, leggen, zetten7 〈met naamwoord dat een activiteit uitdrukt; vaak te vertalen door werkwoord van dat naamwoord; informeel〉 hebben ⇒ maken, nemen 〈enz.〉8 toelaten ⇒ dulden, aanvaarden12 〈 met naamwoord en onbepaalde wijs of voltooid deelwoord〉 het moeten beleven dat ⇒ het overkomt/overkwam hem/haar/hun dat15 vrijen/slapen met♦voorbeelden:you can have that old car if you want • je mag die oude kar houden als je wilhe has an excellent memory • hij beschikt over een voortreffelijk geheugenhave mercy on us • heb medelijden met onsI've got no time • ik heb geen tijdyou have my word • je hebt mijn woord, mijn woord eropI've got it • ik heb het, ik weet het (weer)you have something there • daar zeg je (me) wat, daar zit wat inhe wouldn't have his wife back • hij wou zijn vrouw niet terug (hebben)do you have enough wine in? • heb je genoeg wijn in huis?have something about/on one • iets bij zich hebbenwhat does she have against me? • wat heeft ze tegen mij?2 the book has six chapters • het boek heeft/bestaat uit zes hoofdstukkenmay I have this dance from you? • mag ik deze dans van u?he had a splendid funeral • hij kreeg een schitterende begrafeniswe've had no news • we hebben geen nieuws (ontvangen)you can have it back tomorrow • je kunt het morgen terugkrijgenhave a cigarette • een sigaret nemen/rokenhave a good time • het naar zijn zin hebbenyou have it badly • je hebt het lelijk te pakkenlet's have the rug in the hall • laten we het tapijt in de hal leggenhave a discussion • discussiëren, een discussie hebbenhave a try • (het) proberenhave a walk • een wandeling makenI won't have you say such things • ik duld niet dat u zoiets zegtI'm not having any • ik pik het niet, ik pieker er niet overhe's finally had it done • hij heeft het eindelijk laten doenhave a tooth out • een tand laten trekken12 he's had his friends desert him • hij heeft het moeten meemaken dat zijn vrienden hem in de steek lietenhave someone (a)round/in/over • iemand (eens) uitnodigenwe are having the painters in next week • volgende week zijn de schilders bij ons in huis aan het werkhave someone up • iemand uitnodigen 〈 in het bijzonder van beneden, uit het zuiden of van het platteland〉16 can you have the children tonight? • kun jij vanavond voor de kinderen zorgen?〈 niet verouderd〉 have something off • iets uit het hoofd/van buiten kennenhave it (that) • zeggen (dat), beweren (dat)as the Bible has it • zoals het in de bijbel staatrumour has it that … • het gerucht gaat dat …have it (from someone) • het (van iemand) vernomen/gehoord hebben, het weten (van iemand)〈 informeel〉 have had it • hangen, de klos/pineut zijn; niet meer de oude zijn, dood zijn; het beu zijn, er de brui aan gevenhave it in for someone • een hekel hebben aan iemand, de pik hebben op iemandhave it in for someone • de pik hebben op iemandhave it/the matter out with someone • het (probleem) uitpraten/uitvechten met iemandhave something on someone • belastend materiaal tegen iemand hebbenyou have nothing on me • je kunt me niks makenhave nothing on • niet kunnen tippen aanhave something on/over • beter zijn dan, een streepje voor hebben op→ have on have on/III 〈 hulpwerkwoord〉2 〈alleen in aanvoegende wijs verleden tijd; formeel〉had(den)/was/waren ⇒ indien/als … zou(den) hebben/zijn♦voorbeelden:he has died • hij is gestorven2 had he claimed that, he would have been mistaken • had hij dat beweerd, dan zou hij zich vergist hebbenI had better/best forget it • ik moest dat maar vergeten, het zou beter/het beste zijn als ik dat vergatI'd just as soon die • ik zou net zo lief doodgaan -
18 origin
n. oorsprong; origine[ orridzjin] 〈 vaak meervoud met enkelvoud betekenis〉1 oorsprong ⇒ origine, ontstaan; bron; afkomst, herkomst; oorzaak♦voorbeelden:the origin of a fight • de oorzaak van een ruziethe origin of a river • de bron(nen) van een riviera word of Greek origin • een woord van Griekse oorsprong -
19 out of
uit, buiten; van; zonder, door (voorraad) heen; als gevolgout of♦voorbeelden:turned out of doors • de straat opgejaagdtaken out of his environment • uit zijn milieu gehaaldout of focus • onscherpout of range • buiten bereikout of the ordinary • ongewoonfeel out of it • zich buitengesloten voelenone out of four • een op vieract out of pity • uit medelijden handelenhe was cheated out of his money • z'n geld werd hem ontfutseld -
20 tragedy
См. также в других словарях:
Greek — may refer to anything related to Greece, including: *Greeks, the people of Greece *Greek language, or, more specifically, **Ancient Greek **Koine Greek **Medieval Greek **Modern Greek *Greek alphabetOtherGreek may also refer to, but not limited… … Wikipedia
Greek — Greek, a. [AS. grec, L. Graecus, Gr. ?: cf. F. grec. Cf. {Grecian}.] Of or pertaining to Greece or the Greeks; Grecian. [1913 Webster] {Greek calends}. See under {Greek calends} in the vocabulary. {Greek Church} (Eccl. Hist.), the Eastern Church; … The Collaborative International Dictionary of English
Greek — [grēk] n. [ME Greke < OE Grec < L Graecus < Gr Graikos, name orig. used by Illyrians for the Dorians in Epirus (< Grāi, Grāii < Grāes, native name of the people of Epirus); later applied by the people of Italy to all Hellenes] 1. a … English World dictionary
Greek — Logo original de la série Titre original GRΣΣK Genre Comico dramatique Créateur(s) Patrick Sean Smith Production Patrick Sean Smith Acteurs principaux … Wikipédia en Français
Greek — Saltar a navegación, búsqueda GRΣΣK Género Drama adolescente Creado por Patrick Sean Smith Reparto Spencer Grammer Jacob Zachar Jake McDorman Clark Duke Scott Michael Foster Paul James Amber Stevens … Wikipedia Español
Greek — Greek, n. 1. A native, or one of the people, of Greece; a Grecian; also, the language of Greece. [1913 Webster] 2. A swindler; a knave; a cheat. [Slang] [1913 Webster] Without a confederate the . . . game of baccarat does not . . . offer many… … The Collaborative International Dictionary of English
Greek — ► NOUN 1) a person from Greece. 2) the ancient or modern language of Greece. ► ADJECTIVE ▪ relating to Greece. ● beware (or fear) the Greeks bearing gifts Cf. ↑fear the Greeks bearing gifts ● … English terms dictionary
greek to me — If you don t understand something, it s all Greek to you … The small dictionary of idiomes
Greek — Greekdom, n. Greekish, adj. /greek/, adj. 1. of or pertaining to Greece, the Greeks, or their language. 2. pertaining to the Greek Orthodox Church. 3. noting or pertaining to the alphabetical script derived from a Semitic form of writing and… … Universalium
Greek — /grik/ (say greek) adjective 1. of or relating to Greece, the Greeks, or their language. 2. relating to the Greek Church. –noun 3. a native or inhabitant of Greece. 4. the language of the ancient Greeks and any of the languages which have… …
Greek to me — That s Greek to me or It s (all) Greek to me is an idiom/dead metaphor in English, claiming that an expression is incomprehensible, either due to complexity or imprecision. The expression may be used with respect to verbal expressions with… … Wikipedia