-
1 tendu
-
2 constipé
constipé [kõstiepee]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 aan verstopping lijdend ⇒ hardlijvig, verstopt♦voorbeelden:→ têteadj1) verstopt, hardlijvig2) gespannen, stijf -
3 explosif
explosif [eksploozief]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 ontplofbaar ⇒ ontploffend, explosief4 driftig ⇒ onstuimig, heftig♦voorbeelden:1 un explosif • springstof, explosief1. m 2. explosif/-iveadj1) ontplofbaar, explosief, ontploffings-2) gespannen, geladen3) driftig -
4 tendre
tendre1 [tãdr]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m. & v.〉1 teder ⇒ gevoelig, innig, lief(devol), zacht(aardig)2 teer ⇒ zacht, mals♦voorbeelden:pain tendre • vers broodviande tendre • zacht vleesn'être pas tendre pour qn. • niet zachtzinnig met iemand zijnc'est un tendre • het is een gevoelig mens————————tendre2 [tãdr]1 streven (naar) ⇒ beogen, gericht zijn (op), leiden (tot), strekken (tot)2 een neiging vertonen, hebben (om)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 (uit)strekken ⇒ rekken, aanreiken, toekeren♦voorbeelden:araignée qui tend sa toile • spin die zijn web maakt1. adj1) teder, liefdevol, zacht2) zacht, mals2. v3) gaan (naar)4) (aan)spannen5) uitstrekken6) aanreiken7) behangen3. se tendrev -
5 contracter
contracter [kõtraaktee]1 〈 schuld, verplichting, verbintenis, verbond〉 aangaan ⇒ 〈 verplichting, verantwoordelijkheid〉 op zich nemen ⇒ 〈 verzekering〉 afsluiten ⇒ 〈 lening, huwelijk〉 sluiten♦voorbeelden:4 être contracté • nerveus, gespannen zijn1. v1) (af)sluiten [contract]2) aangaan [verplichting]3) op zich nemen [verantwoordelijkheid]4) oplopen [ziekte]5) aannemen [gewoonte]6) (doen) samentrekken [spieren]7) spannen [spieren]2. se contracterv2) verstarren [gezicht] -
6 corde
corde [kord]〈v.〉2 snaar 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ 〈 meervoud〉 snaarinstrumenten ⇒ 〈 van orkest〉 strijkinstrumenten, strijkers7 〈 van hout〉vadem, vaam♦voorbeelden:corde lisse • klimtouwcorde raide • gespannen koordêtre, marcher, danser sur la corde raide • zich in een precaire situatie bevindensauter à la corde • touwtjespringentirer les cordes • de touwtjes in handen hebbencorde à noeuds • klimtouwcorde à sauter • springtouwfaire jouer, faire vibrer, toucher la corde sensible de qn. • iemands gevoelige snaar rakenen, de corde • touwen, touw-tenir la corde • de binnenbocht houdenusé jusqu'à la corde • tot op de draad versleten〈 spreekwoord〉 il ne faut pas parler de corde dans la maison d'un pendu • in het huis van de gehangene spreekt men niet over de stropil ne vaut pas la corde pour le pendre • hij is geen schot kruid waardc(h)orde dorsale • ruggenstrengcordes vocales • stembandenil pleut des cordes • het regent pijpenstelentirer sur la corde • misbruik maken van een voordeel, van iemandtirer trop sur la corde • de zaken te ver doordrijven, iemand tot het uiterste drijvenavoir plus d'une corde, plusieurs cordes à son arc • meer dan één pijl op zijn boog hebbenargument usé jusqu'à la corde • afgezaagd argumentc'est dans mes cordes • dat kan ik wel (aan)1. f1) touw, koord, kabel, lijn2) snaar3) zijkant van de binnenbaan [sport]5) vadem [hout]6) strop, galg2. cordesf pl2) strijkinstrumenten, strijkers3) bespanning [racket] -
7 crisper
crisper [kriespee]1 samentrekken ⇒ verwringen, doen schrompelen♦voorbeelden:relations crispées • gespannen verhoudingenvisage crispé • verwrongen gezicht1. v1) doen schrompelen, verwringen2) ballen [vuist]3) irriteren2. se crisperv1) zich ergeren -
8 dynamite
-
9 inquiet
inquiet [ẽkje],inquiète [ẽkjet]1 bezorgd ⇒ ongerust, onrustig, angstig♦voorbeelden:avoir l'esprit inquiet • zich zorgen makenêtre inquiet de qc. • ongerust zijn over ietsêtre inquiet pour l'avenir • bezorgd zijn over de toekomst= inquiète; adj1) bezorgd, ongerust2) ongedurig, rusteloos -
10 rapport
rapport [raapor]〈m.〉1 verslag ⇒ rapport, verklaring3 verband ⇒ samenhang, verhouding, betrekking, gelijkenis, overeenkomst4 verhouding ⇒ verstandhouding, betrekking, relatie♦voorbeelden:quel rapport? • wat heeft dat er mee te maken?faire le rapport entre deux événements • verband leggen tussen twee gebeurtenissenje ne vois pas le rapport • ik zie het verband nietcela n'a aucun rapport avec • dat heeft niets te maken metdans le rapport de trois à un • in de verhouding van drie staat tot éénen rapport avec • in overeenstemming met, overeenkomstigêtre en rapport avec • samenhangen metpar rapport à • in vergelijking met, in verhouding tot, vergeleken metêtre sans rapport avec • in geen verband staan metsous le rapport de • wat betreftsous tous les rapports • in alle opzichtenrapports sexuels • seksuele omgangavoir des rapports tendus avec qn. • op gespannen voet staan met iemandavoir des rapports avec une femme • seksuele omgang hebben met een vrouwêtre en rapport avec qn. • met iemand in contact staanentrer, se mettre en rapport avec qn. • in contact treden met iemand→ maisonm1) verslag, rapport2) opbrengst3) verband, samenhang4) verhouding, betrekking5) vloedwater6) appel, verslag [leger] -
11 relation
relation [rəlaasjõ]〈v.〉2 relatie ⇒ kennis, connectie♦voorbeelden:relations épistolaires • briefwisselingrelations publiques • public relationsrelations sexuelles • geslachtsverkeerrelations suivies • geregeld contactrelations tendues • gespannen verhoudingnouer des relations avec qn. • betrekkingen met iemand aanknopenentrer en relation avec qn. • in contact treden met iemand1. f1) relatie, betrekking, verhouding2) connectie, kennis4) verslag2. relationsf plomgang, verkeer -
12 sensibilité
sensibilité [sãsiebielietee]〈v.〉2 gevoeligheid ⇒ medeleven, menselijkheid♦voorbeelden:avoir la sensibilité à vif • uiterst gespannen, prikkelbaar zijnf1) gevoeligheid2) lichtgevoeligheid [foto] -
13 soutenir
soutenir [soetnier]1 (onder)steunen ⇒ schragen, dragen2 volhouden ⇒ volharden in, ophouden3 (onder)steunen ⇒ helpen, bijstaan5 staande houden ⇒ verdedigen, beweren♦voorbeelden:♦voorbeelden:v1) (onder)steunen, dragen2) volhouden3) helpen4) doorstaan, weerstaan5) verdedigen, beweren6) kracht geven -
14 tirer
tirer [tieree]1 schieten3 zwemen (naar) ⇒ gaan (naar), neigen (naar)♦voorbeelden:tirer dans le tas • lukraak op een groep mensen inschietentirer sur sa pipe • aan zijn pijp trekken4 journal qui tire à trente mille • krant die een oplage heeft van 30.000 exemplarenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 trekken (aan) ⇒ optrekken, naar beneden trekken, aantrekken2 halen (uit) ⇒ (uit)trekken, onttrekken, tappen3 (af)schieten ⇒ afvuren, neerschieten4 (af)drukken ⇒ afbeelden, tekenen♦voorbeelden:tirer l'échelle • de ladder wegtrekkentirer la jambe • met zijn been trekkentirer sa jupe • zijn rok gladtrekkentirer du métal en fils • draadtrekkentirer un navire • een boot slepentirer les rideaux • de gordijnen opentrekken, dichttrekkentirer la sonnette • aan de bel trekkentirer les yeux • vermoeiend voor het gezicht zijntirer un texte à soi • een tekst ten eigen voordele uitleggentirer la porte sur soi • de deur achter zich dicht trekkentirer le couteau • het mes trekkentirer vengeance • zich wrekentirer du vin • wijn uit het vat halenon ne peut rien en tirer • hij laat niets losil n'y a pas grand-chose à en tirer, on ne peut rien en tirer • er valt niet veel met hem te beginnentirer des larmes à qn. • iemand aan het huilen makentirer de l'argent de qn. • iemand geld aftroggelentirer son origine, sa source de • afstammen van, komen uittirer argument de qc. • iets als reden aanvoerentirer vanité de qc. • ergens trots op zijntirer argent de tout • overal geld uit slaantirer de l'huile des olives • olie uit olijven persentirer sur qn., sur le compte de qn. • een wissel op iemand trekkentirer un plan • een plan ontwerpentirer un livre à 2000 exemplaires • 2000 exemplaren van een boek drukken→ affaire, arme, boue, cheval, clair, diable, épine, épingle, langue, longueur, plan, poudre, ver, vin♦voorbeelden:1 s'en tirer • zich eruit redden, zich er doorheen slaan, het er zonder kleerscheuren afbrengens'en tirer avec deux mois de prison • er met twee maanden gevangenis vanaf komens'en tirer à bon compte • er makkelijk vanaf komen————————tirer (la boule)v1) (af)schieten, afvuren5) halen (uit), uittrekken6) afdrukken -
15 avoir des rapports tendus avec qn.
avoir des rapports tendus avec qn.Dictionnaire français-néerlandais > avoir des rapports tendus avec qn.
-
16 avoir la sensibilité à vif
avoir la sensibilité à vifuiterst gespannen, prikkelbaar zijnDictionnaire français-néerlandais > avoir la sensibilité à vif
-
17 bander
-
18 corde raide
corde raide -
19 crispation
-
20 décrisper
- 1
- 2
См. также в других словарях:
gespannen — span … Woordenlijst Sranan
Zündapp KS 750 — Zündapp Zündapp Wehrmachtsgespann KS 750 Hersteller: ZÜNDAPP Werke Produktionszeitraum: 1941–1948 Klasse … Deutsch Wikipedia
Beiwagenmotorrad — Modernes Gespann auf Basis einer Suzuki GSX R 1000, hier mit Achsschenkellenkung … Deutsch Wikipedia
Seitenwagenmotorrad — Modernes Gespann auf Basis einer Suzuki GSX R 1000, hier mit Achsschenkellenkung … Deutsch Wikipedia
Dünger — und Düngung. Durch die Benutzung zur Pflanzenkultur erleidet der Boden in chemischer und physikalischer Beziehung derartige Veränderungen, daß er im Verlaufe der Zeit für die Kulturpflanzen ungeeignet, pflanzenmüde (s. Bodenmüdigkeit) wird. Am… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Korso — Festzug; Parade * * * Kọr|so 〈m. 6〉 1. 〈früher〉 Wettrennen reiterloser Pferde 2. 〈heute〉 festl. Auffahrt geschmückter Wagen, Schaufahrt, Prachtaufzug (BlumenKorso) 3. Prachtstraße, sehr breite, schöne, baumbestandene Straße [<ital. corso… … Universal-Lexikon
Bogen — 1. Aus schlaffem Bogen fliegt kein Pfeil. Holl.: Slappe bogen zijn krachteloos. (Harrebomée, I, 76.) 2. Den Bogen bricht Spannen und Nachlassen den Zorn. – Körte, 670. 3. Der Bogen ist gespannt, aber der Pfeil ist noch im Köcher. Holl.: De boog… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Großer Preis von Le Mans (Motorrad) — Streckengrafik des Bugatti Circuit Der Große Preis von Le Mans (Grand Prix de Vitesse du Mans) für Motorräder war ein Motorrad Rennen zur Motorrad Weltmeisterschaft. Er fand nur einmal, am 8. September 1991, als Ersatz für den Großen Preis von… … Deutsch Wikipedia
KS 750 — Zündapp KS 750 im Museum Speyer Urlaubsfahrt mehrerer Gespanne Die Motorräder Zündapp KS 750 und BMW R 75 wurden speziell als geländegängige Fahrzeuge (Motorrad … Deutsch Wikipedia
Motorrad-WM-Saison 1959 — Inhaltsverzeichnis 1 Punkteverteilung 2 Wissenswertes 2.1 Todesfälle 3 500 cm³ Klasse … Deutsch Wikipedia
Motorrad-WM-Saison 1979 — Inhaltsverzeichnis 1 Punkteverteilung 2 500 cm³ Klasse 2.1 Rennergebnisse 2.2 Fahrerwertung … Deutsch Wikipedia