-
1 bagatelle
bagatelle [baagaatel]〈v.〉1 iets onbenulligs ⇒ kleinigheid, bagatel2 luttel bedrag ⇒ (lief) sommetje, bagatel♦voorbeelden:elles se sont disputées pour une bagatelle • ze hebben om een kleinigheid ruzie gemaakt2 ça lui a coûté la bagatelle d'un million de francs • dat heeft hem zo'n slordige één miljoen frank gekostj'ai acheté cela pour une bagatelle • ik heb dat voor een habbekrats gekochtf1) kleinigheid2) nummertje [seks] -
2 passe
passe [paas]II 〈v.〉6 〈jacht; plaats waar de dieren langs komen〉♦voorbeelden:être en passe de • op weg zijn om, op het punt staan tef1) trek [dier]2) kanaal3) vluggertje4) pass [sport]5) uitval [schermen] -
3 passé
-
4 union
union [uunjõ]〈v.〉1 unie ⇒ (ver)bond, vereniging, genootschap2 vereniging ⇒ samenvoeging, eenwording, verbinding3 eensgezindheid ⇒ eendracht(igheid), eenheid, (goede) verstandhouding♦voorbeelden:union de partis • (samen)bundeling van partijenunion conjugale • echtverbintenisunion libre • (het) ongehuwd samenwonen→ traitf1) unie, verbond2) vereni-ging, samenvoeging -
5 couchage
couchage [koesĵaazĵ]〈m.〉 -
6 union charnelle
union charnelle
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский