-
1 gêner
gêner [zĵennee]1 hinderen ⇒ belemmeren, lastig vallen, in de weg staan, storen♦voorbeelden:est-ce que la fumée vous gêne? • hebt u last van de rook?si cela ne vous gêne pas • als u er geen bezwaar tegen hebtcela vous gênerait de me prêter cent francs? • vind je het vervelend om mij honderd frank te lenen?être gêné pour respirer • moeilijk adem kunnen halencela vous gêne que … 〈+ aanvoegende wijs〉 • komt het ongelegen als …♦voorbeelden:1 ne vous gênez pas pour me téléphoner si tard! • je kunt me gerust zo laat opbellen!faites comme chez vous, ne vous gênez pas! • doe maar alsof je thuis bent, ga gerust je gang!〈 schertsend〉 ne vous gênez pas! • wel ja, je gaat je gang maar!v1) belemmeren, hinderen -
2 inconvénient
inconvénient [ẽkõveenjã]〈m.〉♦voorbeelden:il n'y a pas d'inconvénient à • er is niets op tegen omvous pouvez emprunter cela sans inconvénient • u kunt dat gerust lenenmnadeel, bezwaar -
3 oreille
oreille [orrej]〈v.〉1 oor♦voorbeelden:oreilles d'une tasse • oren van een kopjetendre une oreille avide • de oren spitsenavoir, marcher l'oreille basse • de oren laten hangens'en aller l'oreille basse • afdruipen, met hangende pootjes weggaanêtre dur d'oreille, avoir l'oreille dure • hardhorend zijnécouter d'une oreille distraite • (maar) met een half oor luisterenoreille externe • uitwendig ooravoir l'oreille fine • een scherp gehoor hebbenoreille interne • inwendig oor, binnenooravoir les oreilles rebattues • het gezeur moe zijnfaire la sourde oreille • zich Oost-Indisch doof houdenavoir l'oreille de qn. • een welwillend gehoor bij iemand vindenavoir de l'oreille • een goed, zuiver gehoor hebbencasser les oreilles • te veel lawaai makenchauffer, échauffer les oreilles à qn. • iemand woedend makenne pas en croire ses oreilles • zijn oren niet kunnen gelovendire qc. à l'oreille de qn. • iemand iets in het oor fluisterendresser, tendre l'oreille • zijn oren spitsenécouter de toutes ses oreilles • zeer aandachtig luisteren, één en al oor zijnn'écouter que d'une oreille • maar met een half oor luisterenil ne l'entend pas de cette oreille • aan dat oor is hij doof, daarvan wil hij niet horence n'est pas tombé dans l'oreille d'un sourd • dat is niet voor dovemansoren gezegdêtre tout oreilles • een en al oor zijnfrotter les oreilles à qn. • iemand de oren wassen, de les lezenprêter l'oreille (à) • luisteren, het oor lenen (aan)rebattre les oreilles à qn. • iemand aan z'n kop zeurense faire tirer l'oreille • zich laten bidden en smekensi cela venait à ses oreilles • als dat hem ter ore zou komenrougir jusqu'aux oreilles • een hoofd als een boei krijgenjusqu'aux oreilles • tot over zijn orenf -
4 paix
paix [pe]〈v.〉1 vrede ⇒ eendracht, harmonie2 rust ⇒ kalmte, stilte♦voorbeelden:paix fourrée • schijnvredefaire la paix • vrede sluiten, de strijdbijl begravenavoir la conscience en paix • een gerust geweten hebbenf1) vrede2) rust, kalmte -
5 repos
repos [rəpoo]〈m.〉1 rust ⇒ rusttijd, pauze2 rust ⇒ kalmte, stilte♦voorbeelden:terre au repos • braakliggende grondgarde à vous! … repos! • geeft acht! … op de plaats rust!situation de tout repos • rustige, makkelijke baanavoir la conscience en repos • een gerust geweten hebbenm -
6 tranquille
tranquille [trãkiel]1 rustig ⇒ stil, bedaard♦voorbeelden:〈 informeel〉 vous pouvez être tranquille qu' il n'est pas chez lui • u kunt er zeker van zijn dat hij niet thuis isil, elle me le paiera, soyez tranquille • wacht maar! ik krijg hem, haar nog weladj1) rustig, stil, kalm2) onbezorgd -
7 avoir la conscience en paix
Dictionnaire français-néerlandais > avoir la conscience en paix
-
8 avoir la conscience en repos
avoir la conscience en reposDictionnaire français-néerlandais > avoir la conscience en repos
-
9 dormir sur ses deux oreilles
dormir sur ses deux oreillesDictionnaire français-néerlandais > dormir sur ses deux oreilles
-
10 en sûreté de conscience
en sûreté de conscience -
11 ne vous gênez pas pour me téléphoner si tard!
ne vous gênez pas pour me téléphoner si tard!je kunt me gerust zo laat opbellen!Dictionnaire français-néerlandais > ne vous gênez pas pour me téléphoner si tard!
-
12 faites comme chez vous, ne vous gênez pas!
faites comme chez vous, ne vous gênez pas!doe maar alsof je thuis bent, ga gerust je gang!Dictionnaire français-néerlandais > faites comme chez vous, ne vous gênez pas!
-
13 sûreté
sûreté [suurtee]〈v.〉1 veiligheid ⇒ zekerheid, betrouwbaarheid4 feilloosheid ⇒ zekerheid, betrouwbaarheid♦voorbeelden:sûreté de l'Etat • staatsveiligheidde sûreté • veiligheids-en sûreté • in veiligheidpour plus de sûreté • voor alle zekerheidsa sûreté de main • de vastheid van zijn handla Sûreté (nationale) • de (nationale) veiligheidsdienstprendre ses sûretés • voorzorgsmaatregelen nemen -
14 vous pouvez emprunter cela sans inconvénient
vous pouvez emprunter cela sans inconvénientDictionnaire français-néerlandais > vous pouvez emprunter cela sans inconvénient
См. также в других словарях:
Gerüst — Gerüst: Das auf das dt. Sprachgebiet beschränkte Wort (mhd. gerüste, ahd. gi‹h›rusti) ist eine Bildung zu dem unter ↑ rüsten behandelten Verb. Es bedeutete zunächst abstrakt »Zu , Ausrüstung, Bereitung«, dann konkret »Rüstung; Kleidung; Gerät;… … Das Herkunftswörterbuch
Gerüst — (Baugerüst, 1) bei Bauten eine Vorrichtung, auf welcher die Arbeiter stehen u. worauf die Baumaterialien gelegt werden können. Im Inneren der Gebäude u. bei geringer Höhe am Äußeren bedient man sich der Rüststöcke, welche mit Bretern belegt… … Pierer's Universal-Lexikon
Gerüst — Gerüst, s. Baugerüst … Lexikon der gesamten Technik
Gerüst — Gerüst, adj. et adv. S. Rüsten … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Gerüst — (n), Baugerüst (n) eng scaffolding … Arbeitssicherheit und Gesundheitsschutz Glossar
Gerüst — Sn std. (8. Jh.), mhd. gerüste, ahd. girusta f., girusti Hilfsmittel, Ausrüstung, Zurichtung Stammwort. Verbalabstraktum zu rüsten. Die Einengung auf die heutige Bedeutung ist erst neuhochdeutsch. ✎ LM 4 (1989), 1358. deutsch s. rüsten … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Gerüst — Ein Gerüst ist eine vorübergehende, im Allgemeinen wieder verwendbare Hilfskonstruktion aus meist standardisierten Gerüstbauteilen aus Holz oder Metall, die als Arbeitsplattform, zur Schalung oder als Schutzeinrichtung verwendet wird.… … Deutsch Wikipedia
Gerüst — Struktur; Überbau; Aufbau; Oberbau; Gliederung; Form; Gefüge; Organisation; Konsistenz; Beschaffenheit; Anordnung; Geflecht; … Universal-Lexikon
Gerüst — das Gerüst, e (Mittelstufe) Gefüge aus Metallrohren, das dazu dient, Arbeiten an Bauwerken auszuführen Beispiel: Einer der Arbeiter ist vom Gerüst gefallen. Kollokation: ein Gerüst aufbauen … Extremes Deutsch
Gerüst — 1. Baugerüst, Eisengerüst; (Bauw.): Rüstung, Skelett[konstruktion]. 2. Anlage, [Auf]bau, Gerippe, Grundplan, Konstruktion, Struktur. * * * Gerüst,das:1.〈HilfskonstruktionbeimBauen〉Baugerüst·Leitergerüst–2.〈zugrundeliegenderPlan〉Gerippe·Skelett·Gru… … Das Wörterbuch der Synonyme
Gerüst — Ge·rụ̈st das; (e)s, e; 1 eine Konstruktion aus Stangen und Brettern, die z.B. Maler aufbauen, wenn sie ein Haus streichen <ein Gerüst aufbauen / errichten, abbauen; auf ein Gerüst klettern> || K : Gerüstbau, Gerüstbauer || K: Baugerüst;… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache