-
1 gerieven
-
2 быть полезным
vgener. baten, gerieven, nutten, ten goede komen, van nut zijn -
3 оказывать услугу
vgener. obligeren, gerieven -
4 помогать
v1) gener. terzijde staan, helpen, ondersteunen, seconderen, steunen, (iem.) ter zijde staan (кому-л.), assisteren, bevoordelen, bijspringen, bijstaan, de hand lenen, dienen, een handje helpen, gerieven, goeddoen, medehelpen, meehelpen, terechthelpen (кому-л.), voorthelpen (в жизни, в деле и т.п.), vooruithelpen (в жизни, в деле и т.п.)2) liter. (iem.) in het zadel helpen -
5 служить
vgener. fungeren, dienen, opzitten (о собаках), strekken (tot-÷åì-ô.), verstrekken, gerieven, in betrekking zijn, mooizitten (о собаке) -
6 угождать
vgener. behagen, believen, (iem.) naar de ogen zien (кому-либо), gerieven, in het gevlij komen (bij iem.-êîìó-ô.)
Перевод: с нидерландского на русский
с русского на нидерландский- С русского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский