-
101 je kunt gerust slapen
je kunt gerust slapen -
102 laat hem gerust gaan
laat hem gerust gaan -
103 met een gerust geweten
met een gerust geweten -
104 mocht u iets nodig hebben, vraag het dan gerust
mocht u iets nodig hebben, vraag het dan gerustsi vous avez besoin de qc., n'hésitez pas à le demanderDeens-Russisch woordenboek > mocht u iets nodig hebben, vraag het dan gerust
-
105 nu ik dat weet, ben ik gerust
nu ik dat weet, ben ik gerustmaintenant que je sais cela, je suis rassuré -
106 stel u gerust
stel u gerust -
107 u kunt hem gerust geloven
u kunt hem gerust geloven -
108 U kunt gerust zijn
U kunt gerust zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > U kunt gerust zijn
-
109 bedien je gerust
bedien je gerustVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bedien je gerust
-
110 dat had je gerust kunnen zeggen
dat had je gerust kunnen zeggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat had je gerust kunnen zeggen
-
111 een gerust geweten/gemoed
een gerust geweten/gemoedan easy/a clear conscience, an easy mindVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een gerust geweten/gemoed
-
112 ga gerust je gang
ga gerust je gang(do) go ahead!, feel free to …Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ga gerust je gang
-
113 geloof maar gerust dat ze er spijt van heeft
geloof maar gerust dat ze er spijt van heeftVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geloof maar gerust dat ze er spijt van heeft
-
114 ik ben er (helemaal) niet gerust op
ik ben er (helemaal) niet gerust opVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik ben er (helemaal) niet gerust op
-
115 ik ben niet gerust zolang zij niet thuis is
ik ben niet gerust zolang zij niet thuis isVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik ben niet gerust zolang zij niet thuis is
-
116 ik durf gerust te zeggen dat …/die hond aan te raken
ik durf gerust te zeggen dat …/die hond aan te rakenI don't hesitate to say that …, I'm not afraid to touch that dogVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik durf gerust te zeggen dat …/die hond aan te raken
-
117 je kunt het gerust aan haar overlaten
je kunt het gerust aan haar overlatenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > je kunt het gerust aan haar overlaten
-
118 je kunt het gerust aannemen als hij het zegt
je kunt het gerust aannemen als hij het zegtVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > je kunt het gerust aannemen als hij het zegt
-
119 je mag gerust bij mij komen wonen
je mag gerust bij mij komen wonenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > je mag gerust bij mij komen wonen
-
120 je mag gerust weten …
je mag gerust weten …I don't mind telling you …Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > je mag gerust weten …
См. также в других словарях:
Gerüst — Gerüst: Das auf das dt. Sprachgebiet beschränkte Wort (mhd. gerüste, ahd. gi‹h›rusti) ist eine Bildung zu dem unter ↑ rüsten behandelten Verb. Es bedeutete zunächst abstrakt »Zu , Ausrüstung, Bereitung«, dann konkret »Rüstung; Kleidung; Gerät;… … Das Herkunftswörterbuch
Gerüst — (Baugerüst, 1) bei Bauten eine Vorrichtung, auf welcher die Arbeiter stehen u. worauf die Baumaterialien gelegt werden können. Im Inneren der Gebäude u. bei geringer Höhe am Äußeren bedient man sich der Rüststöcke, welche mit Bretern belegt… … Pierer's Universal-Lexikon
Gerüst — Gerüst, s. Baugerüst … Lexikon der gesamten Technik
Gerüst — Gerüst, adj. et adv. S. Rüsten … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Gerüst — (n), Baugerüst (n) eng scaffolding … Arbeitssicherheit und Gesundheitsschutz Glossar
Gerüst — Sn std. (8. Jh.), mhd. gerüste, ahd. girusta f., girusti Hilfsmittel, Ausrüstung, Zurichtung Stammwort. Verbalabstraktum zu rüsten. Die Einengung auf die heutige Bedeutung ist erst neuhochdeutsch. ✎ LM 4 (1989), 1358. deutsch s. rüsten … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Gerüst — Ein Gerüst ist eine vorübergehende, im Allgemeinen wieder verwendbare Hilfskonstruktion aus meist standardisierten Gerüstbauteilen aus Holz oder Metall, die als Arbeitsplattform, zur Schalung oder als Schutzeinrichtung verwendet wird.… … Deutsch Wikipedia
Gerüst — Struktur; Überbau; Aufbau; Oberbau; Gliederung; Form; Gefüge; Organisation; Konsistenz; Beschaffenheit; Anordnung; Geflecht; … Universal-Lexikon
Gerüst — das Gerüst, e (Mittelstufe) Gefüge aus Metallrohren, das dazu dient, Arbeiten an Bauwerken auszuführen Beispiel: Einer der Arbeiter ist vom Gerüst gefallen. Kollokation: ein Gerüst aufbauen … Extremes Deutsch
Gerüst — 1. Baugerüst, Eisengerüst; (Bauw.): Rüstung, Skelett[konstruktion]. 2. Anlage, [Auf]bau, Gerippe, Grundplan, Konstruktion, Struktur. * * * Gerüst,das:1.〈HilfskonstruktionbeimBauen〉Baugerüst·Leitergerüst–2.〈zugrundeliegenderPlan〉Gerippe·Skelett·Gru… … Das Wörterbuch der Synonyme
Gerüst — Ge·rụ̈st das; (e)s, e; 1 eine Konstruktion aus Stangen und Brettern, die z.B. Maler aufbauen, wenn sie ein Haus streichen <ein Gerüst aufbauen / errichten, abbauen; auf ein Gerüst klettern> || K : Gerüstbau, Gerüstbauer || K: Baugerüst;… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache